Gemeenteraad Koekelare keurt energie- en klimaatactieplan 2030 voor de groep ‘Van Zee tot IJzer’ goed
De klimaatverandering wordt de laatste jaren steeds meer tastbaar en heeft een duidelijk effect op de leefbaarheid, ook in Koekelare. Maandagavond gaf de gemeenteraad haar goedkeuring van het gezamenlijk duurzaam energie- en klimaatactieplan 2030 voor de groep ‘Van Zee tot IJzer’, zij het dat onafhankelijk raadslid Jolien Lootens vindt dat de grootste pluim op de hoed van alle inwoners mag gestoken worden “want de inwoners leveren grotere inspanningen voor het milieu. De milieuprijs zou dit jaar dan ook gezamenlijk naar alle gezinnen in Koekelare moeten gaan”, zo stelde ze duidelijk.
Veel had de gemeente- en OCMW-raad maandagavond niet om het lijf en na amper een goed uurtje mocht het college van burgemeester en schepenen en de raadsleden al terug naar huis. Voor enig animo zorgde raadslid Jolien Lootens en de CD&V-oppositie toen het klimaatactieplan 2030 aan bod kwam.
Moet beter
Schepen voor milieu Jessy Salenbien had haar huiswerk goed gemaakt, ze zorgde in een verstaanbare taal voor tekst en uitleg bij het klimaatactieplan 2030 en zette die met een PowerPointpresentatie kracht bij. Maar blijkbaar was dat voor de oppositie onvoldoende. Raadslid Jolien Lootens uitte onder andere haar ongenoegen ten opzichte van het ‘gezamenlijk’ (met meerdere gemeenten samen) streven naar het klimaatdoel 2030, zijnde een reductie van 40% CO2-uitstoot. “Wat het burgemeestersconvenant van 2020 betreft spreken de cijfers voor zich. De grootste pluim op de hoed komt toe aan de Koekelarenaren zelf en niet aan het gemeentebestuur. Het zijn de huishoudens die zorgden voor een daling van 3.559 ton CO2, goed voor 74%. Dit is des te opmerkelijk omdat het aantal huishoudens steeg met 7,6%”, zo stelde Lootens nadrukkelijk.
“Toch zijn de inspanningen van Koekelare ondermaats, wat ook te lezen valt in het LEKP-rapport. Daar staat te lezen dat Koekelare amper een verleddingsgraad heeft van 19,18% en dat er op drie jaar tijd slechts een daling was van 1,44% elektriciteitsverbruik, ofwel 0,48% jaarlijks en dit terwijl verwacht wordt dat er jaarlijks een daling is van 2,09%. Op drie jaar zien we nauwelijks een daling van 1,3% CO2-uitstoot, terwijl er jaarlijks 2,4% nodig is om tot een daling van 40% te komen in 2030.”
Het plan dat nu voorligt ter goedkeuring kan Jolien wel smaken, maar de doelstellingen erin verwerkt ziet ze dan weer niet haalbaar. “Als ik de meerjarenbegroting bekijk en de luttele euro’s die voor deze legislatuur aan middelen wordt voorzien, dan vrees ik dat dit opnieuw een maat voor niets wordt”, vervolgde Lootens haar interpellatie. “Binnen het plan moeten er tegen 2030 maar liefst 88 laadpalen voorzien worden. Als de website van Koekelare up-to-date is dan zijn er nu maar drie en zijn er geen middelen voorzien in de meerjarenbegroting daarvoor, wat ook zo is voor zonnepanelen”, zo besloot het raadslid haar tussenkomst.
Schaalvergroting
Schepen Salenbien diende haar meteen van antwoordt. “Het zou duurder zijn om alleen bezwaar in te dienen dan in groep. Alle cijfers worden eerst individueel opgesteld (voor het nulmetingsjaar en later ook voor de controlejaren). Vlaanderen geeft de data immers vrij op gemeentelijk niveau. Concreet voor de nulmeting: WVI maakt voor elke gemeente de nulmeting, en maakt dan pas het totaal voor de groep. Het is dit totaal dat aan Europa gerapporteerd wordt. De controle blijft per gemeente echter wel mogelijk en WVI geeft de gemeente ook steeds alle cijfers voor de eigen gemeente en het groepstotaal. Door samen het plan op te maken boek je wel het schaalvoordeel.
Dat het gemeentelijk aandeel slechts miniem is, is ook normaal want het gemeentelijk aandeel is slechts een kleine 2%. “Het grootste aandeel valt ook te halen bij de huishoudens en de industrie. De industrie en de sector wonen zijn met respectievelijk 26% en 29% verantwoordelijk voor meer dan de helft van de CO2-uitstoot op het grondgebied van de groep Van Zee tot IJzer. Een andere belangrijke sector is het particulier en commercieel vervoer (21%). Het gemeentelijk aandeel is slechts een kleine 2%, dus ik snap de vraag niet”, reageerde schepen Salenbien.
Verledding
Wat de opmerking over de verledding betreft antwoordde de schepen: “Op heden zijn er 1.809 verlichtingstoestellen in Koekelare. Daarvan zijn er 351 LED. Dat is dus een verleddingsgraad van 19,4%. Tegen half maart 2023 zal het JAP 2022 uitgevoerd zijn; dan komen er 180 LED bij voor een totaal van 531 of een verleddingsgraad van 29,35%. De gemeente Koekelare had dat graag uitgevoerd gezien vorig jaar, maar dat is Fluvius niet gelukt.”
“Deze week werd de offerte ingediend voor het JAP 2023 voor 368 LED. De uitvoering daarvan voorzien we in de tweede jaarhelft 2023. Dat brengt de voorziene verleddingsgraad tegen eind dit jaar op 49,69%”, zo vervolgde de schepen. “We vergeten dan nog de LED-toestellen die mee in de wegeniswerken voorzien zijn en die volgens de planning van het wegeniswerk stelselmatig ook worden toegevoegd. De verleddingsgraad kan daardoor iets hoger uitvallen. Tevens werd afgesproken dat Fluvius in de loop van het jaar nog een offerte opmaakt voor een 100.000 euro; indien er weinig palen moeten vervangen worden kunnen we daarmee ook een 200-tal LED installeren begin 2024. Dat zou de verleddingsgraad dan op meer dan 60% brengen tegen eind 2024.” (EV)
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier