Daphné Dumery is niet rancuneus, maar trekt lessen uit machtswissel: “Met de socialisten wil ik nooit meer besturen”

“We hebben met onze ploeg heel wat in gang gezet, waarvan het nieuwe bestuur nu de vruchten zal kunnen plukken”, zegt Daphné Dumery. © WK
Wim Kerkhof
Wim Kerkhof Medewerker KW

“De vrijheid lonkt”, liet ze zich twee weken geleden op sociale media ontvallen. Maar Daphné Dumery is wel vastberaden om in 2024 opnieuw vol voor de burgemeesterssjerp te gaan. “We hebben nog heel wat af te maken”, klinkt het strijdvaardig.

Blankenberge en zijn burgemeester waren in augustus plots weer eens nationaal nieuws toen Daphné Dumery de dupe werd van het nieuwe decreet. Maar de opzij geschoven burgemeester leek het al bij al nog sportief op te nemen. “Tja, da’s het politieke spel hé”, reageert ze laconiek. “Politiek is nu eenmaal winnen en verliezen. En weet je, vanuit strategisch oogpunt begrijp ik de keuze van Open VLD natuurlijk wel: Vooruit is nu eenmaal de zwakke partner.”

Anderzijds kreeg Vooruit er met Patrick De Meulenaere wel nog een schepenpostje bij. “Hoe heeft Open VLD dàt in godsnaam onderhandeld?” maakt de gewezen burgemeester zich daar vrolijk over. Zelf neemt ze zich alvast stellig voor om van jetje te geven in de oppositiebanken. “De kennis en ervaring die we meenemen, is ongezien. Ook Contents bevoegdheden, die vroeger altijd een gesloten doos waren, hebben we kunnen inkijken. Dus ja, we zijn klaar om de nieuwe meerderheid het vuur aan de schenen te leggen. Open VLD zat per slot van rekening ook altijd overal met de loep op”, glimlacht ze fijntjes.

Dictator, tiran…

Zelf werd Dumery al eens weggezet als een eigengereide dictator. “‘Dictator’, ‘tiran’, ‘harde tante’, ‘iron lady’; ik heb van alles moeten aanhoren. Op mijn wekelijkse zitdag waren er soms mensen die achteraf zo zeiden van ‘eigenlijk ben je toch best een sympathieke’. (lacht) Dat ik de eerste vrouwelijke burgemeester van ’t steedje was, zou eigenlijk ook niet echt van belang mogen zijn. Maar als je als vrouw ‘je mannetje staat’ in de politiek, word je wel direct afgeschilderd als een harde tante terwijl een mannelijke politicus in dat geval gewoon ‘rechtlijnig’ is. Overigens heb ik mijn beslissingen ook altijd kunnen verantwoorden in de gemeenteraad. Ook al nam de oppositie er dan misschien niet altijd vrede mee, achter elke beslissing zat wel een visie, die afgetoetst was in een college. Toen Open VLD vroeger aan de macht was, werd de oppositie nóóit bij dossiers betrokken. En als er al naar de buitenwereld toe gecommuniceerd werd, dan was dat meestal puur voor eigen glorie.”

Of ze zelf wrok koestert? “Dat ligt niet in mijn aard. Ik heb Björn zelfs mijn burgemeesterslint geleend”, glimlacht ze. Al is ze wel kritisch over enkele uitspraken die hij als kersvers burgemeester in de mond nam. “Gemakkelijk hé: net nu er eindelijk écht versoepelingen zijn er opnieuw een bruisende stad van beloven te maken. In mijn ogen ligt de toekomst voor onze badstad idealiter overigens niet in ‘bruisend’, maar wel in ‘fris en modern’. Een stad moet in de eerste plaats leefbaar zijn en dat gaat over een hele waaier aan thema’s: mobiliteit, sportinfrastructuur, onderwijsfaciliteiten, netheid… Het gaat ook over keuzes maken in ruimtelijke ordening, over wat je toelaat op je openbaar domein. En dat betekent ook eens ‘neen’ durven zeggen.”

We zijn klaar om de nieuwe meerderheid het vuur aan de schenen te leggen

“Tijdens de coronacrisis kwam het er natuurlijk vooral op aan dat de lokale economie moest blijven draaien”, gaat Dumery voort. “Vorige zomer hadden we dertig procent minder toeristen dan andere kustgemeenten, want Blankenberge staat bekend als die drukke badstad en veel mensen meden drukke plaatsen. Sommigen vonden het spijtig dat Tien om te Zien naar Middelkerke ging, maar onze badstad is te compact voor een dergelijk evenement in coronatijd. Ook zonder grote podia hebben we trouwens een prima zomer achter de rug; onze kleinschalige initiatieven zoals het belle-epoquepark en de bloementapijten hebben óók goed gewerkt.”

Haar bestuur werd weleens verweten dat alles wat een blauwe stempel droeg, van de kaart moest. “Inzichten veranderen nu eenmaal, en ik vind dat je jezelf als openbaar bestuur voortdurend in vraag moet durven blijven stellen. Bel’Lumière is een mooi voorbeeld: dat concept was gewoon uitgemolken.”

Lijken uit de kast

“Vergeet ook niet dat er bij de start van onze legislatuur heel wat lijken uit de kast zijn gevallen. Zo werden we geconfronteerd met een hoop vervallen concessies. Wij zijn er gewoon met een blanco blad aan begonnen en hebben eerst orde op zaken gesteld. Als nieuwe bestuursploeg waren wij aan niets gebonden.”

‘De arrogantie van de macht’, zei Dumery toen we haar in oktober 2018 vroegen wat eraan schortte in ’t steedje. De wissel van de wacht zou voor Open VLD een lesje in nederigheid zijn. “Ik hoop dat de oppositiekuur hen ergens tot inzicht bracht. En eerlijk: ik héb ook wel echt het gevoel dat de nieuwe ploeg daar effectief lessen uit heeft getrokken. Nu is het aan ons om hetzelfde te doen.”

Al vreest Dumery vooral dat er met de nieuwe meerderheid veel kostbare tijd verloren zal gaan. “Want de nieuwe equipe zal ongetwijfeld haar stempel willen drukken, en een stadsadministratie is een logge molen. De vernieuwing van het stadhuis is een van de punten waarvan ik vrees dat de nieuwe meerderheid ze niet meer gaat uitvoeren. Jammer voor de Blankenbergenaar want dat is broodnodig”, klinkt het. “Zelf hebben we met onze ploeg heel wat in gang gezet, waarvan het nieuwe bestuur nu de vruchten zal kunnen plukken. We geven een aantal mooie cadeaus, zoals de kerstmarkt die eraan komt. We hebben dat netjes in een concessie gegoten – de verdienste van Benny Herpoel.”

Verademing

“Een vooruitblik op 2024? Het is te vroeg om daar uitspraken over te doen, maar het kan alle kanten uit. Met het nieuwe decreet is het wel zo dat de kiezer meer te zeggen zal hebben, en ik denk niet dat de mensen snel gaan vergeten wat er halfweg deze termijn is gebeurd.”

Van één iets is Dumery wel zeker. “Met de socialisten wil ik nooit meer besturen. Ja, iemand is onschuldig tot het tegendeel bewezen is. Strafrechtelijk klopt dat. Maar in de politiek is er ook nog zoiets als deontologie. Dat het ergens ook een verademing was om nu een stapje achteruit te doen, komt vooral doordat het de afgelopen maanden zo intens is geweest. Het burgemeesterschap heb ik ontzettend graag gedaan en bij de volgende verkiezingen ga ik opnieuw voor de sjerp – we hebben tenslotte nog heel wat af te maken. Maar je aan de macht vastklampen, dat heeft geen zin. Het is nu eerst aan Björn om het waar te maken.”