Burgemeester Sandy Evrard herstelt na hartproblemen: “Het is tijd om wat werk uit handen te geven”
Een virale infectie op de hartspier deed Sandy Evrard plots in het ziekenhuis belanden. Nu is hij thuis aan het herstellen, maar de aanhoudende coronacrisis en haatmails naar aanleiding van verkeersveiligheidsmaatregelen in de Komenstraat lijken de tikker van de 51-jarige burgervader van Mesen geen goed te doen. “Het was een verwittiging dat ik in de toekomst meer zal moeten luisteren naar mijn lichaam”, vertelt hij.
Hoewel Sandy Evrard (51) pas in de nacht van dinsdag 6 op woensdag 7 april in het ziekenhuis belandde, begonnen de hartproblemen al op maandag. “Tijdens een partijtje biljart thuis met mijn zoon kreeg ik pijn aan de borststreek tijdens het stoten met de keu”, blikt Sandy Evrard nu terug. “Ik dacht al: dat is niet normaal. Ik heb dan heel de namiddag gerust. Dinsdagmorgen was het iets beter, maar ’s middags begon de pijn weer op te komen. In de namiddag pakte ik een Dafalgan, maar ’s nachts werd de pijn in de borststreek veel erger. Ik kon niet meer rechtstaan zonder pijn. Mijn echtgenote Carine Delporte werkt in het ziekenhuis en ze had net de nachtshift. Op haar advies ben ik naar de spoeddienst gegaan. Ik ben onder de indruk van de snelheid, de efficiëntie en de goede werking van het ziekenhuis. Buiten een operatie aan mijn heup was ik nog niet eerder in contact gekomen met het Jan Yperman Ziekenhuis. Maar hoe ze je ontvangen en hoe begaan ze zijn met de patiënten, daar geef ik het personeel een elf op tien voor. Dat is zeer geruststellend. Ik werd niet geopereerd, maar de dokters hebben wel via mijn aders naar mijn hart gekeken. Daar hebben ze ontdekt dat ik een virale infectie had op de hartspier. Op een bepaald moment dachten ze dat ik een hartinfarct zou krijgen, maar gelukkig is dat niet gebeurd.”
“De dokters dachten dat ik een hartinfarct zou krijgen, maar gelukkig is dat niet gebeurd”
Ondertussen is de burgemeester al een week thuis aan het herstellen. “Het is beter, maar ik ben wel nog altijd vlug vermoeid”, vertelt Sandy. “Ik moet redelijk veel medicatie nemen, rusten en vooral een beetje meer delegeren. Ik moet beseffen dat ik God de Vader niet ben, dat ik niet alle problemen zelf kan oplossen en dat ik moet leren luisteren naar mijn lichaam. Het was een verwittiging. Dankzij de gezonde levensstijl die ik nu heb, ben ik er relatief goed uitgekomen. Het zware dieet waarbij ik veertig kilogram vermagerde en het gezonde leven nadien heeft me deugd gedaan. Gelukkig doe ik ook veel aan sport, waardoor ik goed recupereer. Ik word thuis goed verzorgd. Mijn collega-schepenen en het stadspersoneel zijn ook zeer begaan met mij.”
Kopzorgen
Eind maart bracht een onderzoek van deze krant nog aan het licht dat heel wat West-Vlaamse burgemeesters het lastig hebben door de coronacrisis. Een op zeven dacht zelfs aan stoppen, zo bleek. “Het is inderdaad zeer lastig”, beaamt Sandy Evrard. “Zeker als burgemeester van een stad als Mesen sta je heel dicht bij de bevolking. Het is ook iets dat ik zelf wil. Ik krijg heel zware dossiers voor mijn neus geschoven, ook op mijn werk. Ik moet zeggen: ik functioneer het best als ik veel werk te doen heb en er veel stress is. Ik moet kopzorgen hebben, anders functioneer ik niet goed.”
Toch heeft ook de burgemeester van het kleinste stadje van België nood aan vakantie om het hoofd leeg te maken en de batterijen op te laden. “Normaal kan ik drie of vier keer per jaar eens een weekendje weggaan. Voor mij is dat dan naar mijn geliefkoosde hotel-restaurant in Durbuy. Dat is altijd hetzelfde hotelletje op dezelfde plaats, altijd in dezelfde kamer en eten doe ik aan dezelfde tafel. Ondertussen is het alweer anderhalf jaar geleden dat ik dat nog eens heb kunnen doen. Dus je kan nooit eens stoom aflaten. Daar verlang ik nu wel naar: twee dagen om de rust in mijn hoofd terug te vinden. Als ik dan terugkom, dan ben ik opnieuw één brok energie. Nu ben ik constant bezig.”
Werk en privé gescheiden
Bovendien was het niet rustig in het kleinste stadje van België de afgelopen weken. Ondanks de paaspauze organiseerde de burgemeester een infovergadering rond de problemen met het zwaar verkeer in de Steenstraat-Komenstraat. Daar had hij het over haatmails van buurtbewoners aan zijn adres en een intimiderende brief van de advocaat van Clarebout Potatoes. Al ontkent Evrard dat hij dat te veel aan zijn hart laat komen. “Na 26 jaar in de politiek heb ik leren relativeren. Zaken die mij echt raken, zijn puur zaken die met mijn gezin te maken hebben. Maar zulke onnozelheden, dat raakt mij niet. Dat maakt mij innerlijk wel boos en dat doet natuurlijk geen deugd aan je tikker, maar ik lig er niet wakker van. Ik vergelijk dat met een rugzak. Alle slechte dingen steek ik in die rugzak. Op het moment dat ik thuis kom, zet ik die rugzak af aan mijn voordeur en dan blijft die daar staan tot ’s anderendaags. Voor mij is het belangrijk dat ze thuis weten dat ik niet graag praat over het werk, de politiek, de Komenstraat, het project rond de kerktoren dat niet vooruit gaat… Ik heb al genoeg mensen die erover spreken.”
Een impact op zijn ambitie om nog een tijdje burgemeester te blijven, hebben de hartproblemen niet. “Het is de vurigste wens van mijzelf en van de collega’s in het schepencollege dat ik na 2024 nog minstens één legislatuur burgemeester blij. Dan zien we wel waar we uitkomen. Het enige dat ik nu zal doen, is meer delegeren naar mijn schepenen. We hebben een nieuwe ploeg. Ze zijn zeer competent, hardwerkend en gemotiveerd. Ondertussen hebben ze twee jaar kunnen inlopen, nu is het tijd dat ik het een beetje uit handen kan geven. Wat me nog meer heeft overtuigd om voort te doen, is het feit dat de bevolking zo begaan is met mij. De kaartjes, de berichtjes, de e-mails… Het was fenomenaal. Dat sterkt mij enorm om zeker nog voort te doen.”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier