Hij stelde hierover in het Vlaams Parlement een vraag aan minister Philippe Muyters (N-VA). Na de zomer zou de eerste kabel van dit nieuwe netwerk al in de grond moeten worden gestoken.
“Vandaag stellen we vast dat Vlaanderen op het vlak van een beperkte toegang tot het internet, met 30 megabits per seconde, nog altijd leider is in Europa”, opende Bart Dochy (CD&V) zijn betoog. ” Maar als we een hogere snelheid kiezen als criterium, bijvoorbeeld 100 megabits per seconde, dan tuimelen we op twee jaar tijd van de tweede naar de achtste plaats. Het is beangstigend dat Roemenië ons op dat vlak aan het voorbijsteken is. Het is in elk geval de betrachting van in Vlaanderen te komen tot een gebiedsdekkend netwerk. Er zijn diverse operatoren actief: Proximus is bezig een aantal stedelijke centra uit te rusten, Infrax is bezig met een aantal proefprojecten in de meer landelijke gebieden.”
“Minister, u zei vorig jaar te willen optreden als een soort coördinator en indien nodig, mocht het netwerk dat wordt aangelegd onvoldoende performant zijn, zou u misschien een Vlaams overheidsbedrijf oprichten met steun van PMV en GIMV. Wat is de stand van zaken?”
“U stelt het juist voor, ik wil eerst zien of de marktspelers ons die toekomstgaranties kunnen geven”, antwoordde minister Muyters. “Als dat niet lukt, kunnen we desnoods als overheid verder initiatief nemen en daar misschien zelfs mee in investeren. Die toekomstvisie wil ik aan vier punten toetsten. Het moet supersnel zijn en de capaciteit moet hoog genoeg zijn. Ik spreek dan in termen van gigabites per seconde. Het moet gebiedsdekkend zijn, fysiek waar het kan en draadloos waar het moet voor de laatste procenten. Het moet een open systeem zijn, zodat je in een innovatief ecosysteem terechtkomt, waar nieuwe zaken uitgeprobeerd kunnen worden, zonder te veel te moeten betalen. Ten slotte moet het betaalbaar zijn voor de Vlaming.”
“Ik heb aan een extern onafhankelijk expert gevraagd of hij de toekomstplannen van de operatoren kon toetsen aan die vier punten. Hij is vragen gaan stellen aan die twee operatoren en heeft mij een rapport opgeleverd. Met de resultaten van dat rapport ben ik opnieuw in discussie gegaan met de operatoren, om te kijken hoe we de vaste garantie kunnen krijgen dat we klaar zijn voor de toekomst. Die gesprekken zijn nu bezig. Een mondelinge toezegging vind ik niet voldoende, we moeten garanties hebben dat ze klaar zullen zijn voor de toekomst. Ik hoop die gesprekken binnenkort af te ronden en het resultaat voor te leggen aan de Vlaamse Regering.”
Minister Muyters wil de vier voorwaarden die hij formuleerde in elk geval dwingend opleggen aan de marktspelers. “Die gesprekken lopen. Op het moment dat ik het gevoel heb dat we niet meer vooruit geraken, sluit ik die gesprekken af en zal ik voorstellen formuleren aan de regering. Vandaag heb ik echter de indruk dat we samen stappen vooruit zetten om ertoe te komen dat die vier punten gerealiseerd worden. Maar we moeten iets achter de hand hebben. Als we niet tot een akkoord komen, dan moeten we we een alternatief klaar hebben. Dan wil de Vlaamse Regering eventueel zelfs nagaan welke investeringen Vlaanderen daarvoor kan doen.”
Bart Dochy formuleerde in zijn slotwoord nog een vijfde voorwaarde die voor hem ook heel belangrijk is : “U spreekt terecht over het voorkomen dat een straat drie keer opengelegd moet worden. Als Vlaamse en gemeentelijke overheid moeten we dat kunnen regelen. Zoals u weet bestaat er veel discussie over het eigenaarschap van het fibernetnetwerk. Misschien kan er gedacht worden aan een regulerend orgaan, vergelijkbaar met de VREG, waarbij de toegang tot eenieders netwerk opengesteld kan worden, zodat iedereen op hetzelfde netwerk op dezelfde plaats gebruik kan maken van elkaars infrastructuur.”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier