Leven tussen deadlines: “Ik zou rebels en ongebreideld leven… maar dat is niet helemaal gelukt”

“Rebels en ongebreideld zou ik leven, en lak hebben aan alles! Aha! Dat was mijn vaste voornemen als tiener, maar het is niet helemaal gelukt”, zegt onze columnist. © Getty Images
Jan Devriese

Jan Devriese leeft tussen deadlines. De Brugse stukjesschrijver maakte 45 jaar geleden zijn allereerste artikel, toevallig (of niet?) voor deze krant. Na een lange omzwerving is de cirkel rond en de pen weer thuis. Elke twee weken zal Jan hier wat woorden in een meer dan aanvaardbare volgorde zetten. Hij wisselt af met Laura Schuyesmans, die leeft met een deadline.

Ze zouden nogal eens iets gaan zien, zie! Wacht maar! Rebels en ongebreideld zou ik leven, en lak hebben aan alles! Aha! Dat was mijn vaste voornemen als tiener, maar het is niet helemaal gelukt. Eigenlijk helemaal niet. Ik ben braaf naar school geweest, heb braaf wat doorgeleerd, ben een brave soldaat geweest, heb braaf werk gezocht, ben braaf getrouwd en heb mij braaf voortgeplant. Zelfs mijn hekel aan gezag bleef braaf. Zo heb ik als tiener ooit een boete gekregen omdat ik – voor de kenners: in de Predikherenstraat in Brugge – niet op het trottoir liep. Jawel. De alerte agent die deze grove schending van het verkeersreglement had opgemerkt, riep mij bij zich, en in de plaats van hem de middelvinger te geven en het op een lopen te zetten, ging ik braaf naar hem toe. Nog altijd lach ik mezelf daarvoor af en toe smakelijk uit.

“Ik heb braaf doorgeleerd, heb braaf werk gezocht en ben braaf getrouwd. Zelfs mijn hekel aan gezag bleef braaf”

Nochtans wandel ik graag op een trottoir. Trottoirs bieden het voordeel van de duidelijkheid: ze zijn er voor wie te voet is. Voor wie rijdt, is er de rijweg, en het is in ieders belang dat dat onderscheid gerespecteerd wordt. Tweewielers horen níét op het trottoir, en vierwielers al helemaal niet, zelfs niet maar voor eventjes en met maar twee wielen, om gauw een pakje af te geven of op te halen.

Dat ik op die bewuste middag jaren geleden daar in de Predikherenstraat kortstondig op de rijweg wandelde, kwam doordat er op het trottoir geen plaats was. Het stond er vol met mensen die geen aanstalten maakten om te wandelen, en ik had iets te veel haast om al die mensen één voor één beleefd te vragen of ik er even langs mocht. Bovendien leken ze me allemaal toeristen, en vis dan eerst maar eens uit welke taal ze stuk voor stuk spreken. ¿Que? Soms moet je de democratie voorbijsteken.

Het is er met de jaren niet beter op geworden, in Brugge, voor de trouwe trottoirist. Het onderscheid tussen het trottoir en de rijweg heeft men, de vooruitgang ter wille, her en der weggewerkt, en de toeristen overspoelen in steeds groteren getale het al bij al kleine ‘ei’, de binnenstad. Zij lopen er kirrend rond als peuters in een pretpark, hun uitgestoken hand met smartphone achterna, en wie ze te voet wil voorbijsteken, die riskeert lijf en leden. En fietsers, tja, die wanen zich somtijds Remco of Lotte, en banen zich al dan niet elektrisch ondersteund vaak briesend een weg. De nieuwe tirannie.

Vorige zondag was het stadscentrum autovrij. Ik heb er braaf rondgewandeld en vanop de rijweg naar gevels en opschriften staan kijken. In gedachten lekker rebels.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier