Hoog tijd voor nuance: Wetenschappelijke waarheid over vlees als voedingsmiddel
Naar aanleiding van de polemiek rond de Week van de steak-friet bundelen de professoren Frédéric Leroy (VUB), Ilse Fraeye (KUL) en Stefaan De Smet (UGent) hun visie in deze opinie.
Ondanks het feit dat vlees evolutionair en historisch van enorm belang is geweest voor de mens, en ook op die manier steeds naar waarde werd geschat, lijkt dit imago in het hedendaagse Westerse discours helemaal op zijn kop te worden gezet. Vlees wordt voorgesteld als iets dat ziekte brengt, de planeet vernietigt en dierenleed veroorzaakt. De huidige negatieve berichtgeving over vlees is ook veelal ideologisch geïnspireerd en wetenschappelijke gegevens worden selectief of zelfs foutief voorgesteld. Zo wordt nu ook de “week van de steak-friet” als niets minder dan regelrechte blasfemie aanzien en wordt er zelfs gepleit voor een sin tax, waarbij vlees belast dient te worden om verder onheil te vermijden. Boetedoening, zeg maar.
De huidige negatieve berichtgeving over vlees is ook veelal ideologisch geïnspireerd en wetenschappelijke gegevens worden selectief of zelfs foutief voorgesteld
Met andere woorden, het concept vlees wordt in een binair keurslijf van goed versus kwaad gewrongen, een moralistisch systeem waarbij nuance en wetenschappelijke onderbouwing vaak ver te zoeken zijn. Hier zijn een aantal redenen voor, die voor een groot deel maatschappelijk van aard zijn en passen in de huidige Zeitgeist, maar waarbij de nutritionele rationale zeker niet de meest doorslaggevende is.
Dierlijke producten zijn en blijven nutritioneel ongeëvenaard
We lijken te vergeten dat het in essentie nog steeds om een levensmiddel gaat dat al sinds het begin der tijden door de mens wordt geconsumeerd en bovendien nutritioneel heel wat te bieden heeft. Het gevaar bestaat dat sommige mensen meegesleept worden in een reductionistisch en ideologisch wereldbeeld waarbij vlees kost wat kost vermeden moet worden. Omdat dierlijke producten net ongeëvenaard zijn in hun nutriëntdichtheid en -spectrum is het geen evidentie om vlees zomaar te vervangen door uitsluitend plantaardige producten. Wanneer deze robuustheidsfactor uit de maaltijd wordt geschrapt, komen een aantal risico’s naar boven, in het bijzonder bij kwetsbare groepen met specifieke behoeften zoals zwangere vrouwen, baby’s, peuters, kinderen, adolescenten en bejaarden.
Precies daarom moeten veganistische diëten met veel zorg worden opgebouwd, onder meer om voldoende eiwitkwaliteit te garanderen, en bovendien gecomplementeerd worden met een aantal micronutriënten. Is het niet bizar dat een natuurlijk product als vlees wordt geschrapt uit zorg voor een gezondere voeding en dat men dan zijn toevlucht moet nemen tot supplementen?
Geen vlees eten kan tot een gebrek aan essentiële voedingsstoffen leiden
Bepaalde pediatrische verenigingen, zoals bijvoorbeeld het Duitse Pädiatrie und Ernährungswissenschaft, raden dan ook sterk af om vlees te weren tijdens periodes van intense groei en ontwikkeling. Klinische rapporten van pediaters wijzen veelvuldig op het niet te verwaarlozen gevaar voor ondervoeding, groeiachterstand en gebrekkige cognitieve ontwikkeling. Er circuleert ook een veelheid aan wetenschappelijke studies waarbij verscheidene nutriëntgebreken worden beschreven in veganistische populaties, in het bijzonder wanneer deze vergeleken worden met omnivoren. Het betreft niet alleen vitamine B12 (uitsluitend te vinden in dierlijke producten), ijzer, jood, en bepaalde essentiële langketenige vetzuren (EPA, DHA), maar ook het gevaar op suboptimale niveaus aan creatine, taurine, carnosine, selenium, zink, aminozuren en een reeks aan vitamines.
Het gevaar bestaat dat sommige mensen meegesleept worden in een reductionistisch en ideologisch wereldbeeld waarbij vlees kost wat kost vermeden moet worden
Samenvattend, wanneer mensen de stigmatisering van vlees als absoluut beginnen te beschouwen, kunnen ze geneigd zijn om een waardevol levensmiddel zomaar uit hun eetpakket te schrappen. Op deze wijze nemen ze onnodige risico’s. Het is alarmerend te moeten vaststellen dat in een welgesteld land als België ondervoeding ontstaat door vermijdbaar gedrag, waarbij in het bijzonder kinderen zorgwekkende deficiënties kunnen ontwikkelen. En dit niet door economische problemen maar door de ideologische keuzes van hun ouders. Het wordt hoogdringend om gezonde maaltijden opnieuw holistisch te bekijken en de echte boosdoeners die typisch zijn voor het Westerse junkdieet te gaan aanpakken in plaats van een waardevol levensmiddel te beladen met alle zonden van Israël.
Frédéric Leroy- Professor voedingsbiotechnoloog Vrije Universiteit Brussel p>
Stefaan De Smet – Professor dierlijke productie aan Universiteit Gent p>
Ilse Fraeye – Professor Vleeswarentechnologie Katholieke Universiteit Leuven p>
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier