Onze columnist duikt in het archief van zijn jeugd en vindt er een barometer.
Hij tikte erop en zei ‘slaapwel’. Wanneer ik hem vroeg welk weer we de dag erop zouden krijgen, mompelde hij iets onverstaanbaars en verdween in de gang. Slechts af en toe hield hij halt voor een korte prognose, en zelden liep die gelijk met die van de weerman. Als die een prachtige dag had aangekondigd, dan kon je er donder op zeggen dat vader een zondvloed zou voorspellen. Volgens mij was hij ervan overtuigd dat alleen zijn barometer de waarheid sprak. Dat hij hem, in tegenstelling tot politici, familieleden en weermannen, nog nooit op een leugen had betrapt.
Het ritueel speelde zich elke dag af rond een uur of acht, soms zelfs eerder. Dat was een vroege aftocht, maar vader kon moeilijk anders. Hij had de katten zo geconditioneerd dat ze al om vijf uur ‘s morgens om hun brokken jankten, en ook de tuin schreeuwde godsgruwelijk vroeg om zijn aandacht. Het ochtendgloren was zijn moment. Moeder zou pas anderhalf uur later ontwaken en de enige van de vijf die nog thuis woonde, zou pas op het nippertje uit bed rollen, net op tijd om naar school te gaan. De wereld was elke dag even van hem en van niemand anders, en zo had hij het graag. Ik vermoed dat hij graag alleen was.
Het was pas toen we het ouderlijk huis leeghaalden, dat het me opviel dat het ding defect was. De naald wees permanent naar beneden en er was geen beweging in te krijgen. Misschien had hij samen met vader de geest gegeven, misschien al eerder. Niemand had er ooit op gelet of interesse in getoond. Vandaag hangt hij in mijn schrijfkamer, als een aandenken aan mijn ondoorgrondelijke, zwijgzame vader en aan lang vervlogen tijden. Ik heb er nog nooit op getikt.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier