Volgens columnist Joost Devriesere is het best oké om na te denken over een betere wereld na corona, zelfs al komt die er niet.
Ik heb goed nieuws voor u. Op de sociale media zijn tegenwoordig massa’s mensen actief die er rotsvast van overtuigd zijn dat het na de beproeving die covid-19 heet allemaal beter wordt, dat alle Menschen Brüder zullen worden en de samenleving echt een (ik gebruik aanhalingstekens omdat zij die ook gebruiken) ‘samen-leving’ zal worden. Een wereld waarin iedereen gelijk is aan de ander, niemand uit de boot valt en de wapens zwijgen.
Ze verzamelen in Facebookgroepen, laten hun dromen de vrije loop en verzinnen scenario’s waar menig schrijver een hand voor zou overhebben. Zo opperde iemand om de ruimte die nu wordt ingenomen door luchthavens aan de natuur terug te geven. Want, zo meende zij, er stijgen toch geen vliegtuigen meer op, en dan kun je van zo’n betonnen vlakte maar beter één grote lap groen maken. Om er prei op te kweken. Of om er helemaal niets mee te doen en de vegetatie vrij spel te geven – een plan dat, geheel terzijde, een van mijn buren op eigen initiatief al enkele jaren lang met overwoekerend succes ten uitvoer brengt.
Het is in zijn of haar dromen dat een mens zich het meest vergaloppeert
Ik vind zulke denkoefeningen best oké. Het getuigt van het goede in mensen dat ze van deze kolerezooi iets positiefs willen maken. Dromen staat immers vrij. Maar, om een van de populairste werken van een groot Nederlands denker te parafraseren: de meeste ervan zijn bedrog, en als je wakker wordt dan is die oude wereld er nog.
Het is in zijn of haar dromen dat een mens zich het meest vergaloppeert. Want hoe geweldig je ideeën ook lijken, of hoe hard je ook je best doet om ze in de praktijk te brengen, zolang je de ongeveer acht miljard mensen met wie je deze planeet deelt niet kunt overtuigen, zullen ze alleen in jouw hoofd blijven bestaan.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier