De nertsenval van Bart Dochy en bieten die het klimaat redden

Peter Bossu
Peter Bossu Milieuactivist uit Diksmuide

Milieuactivist Peter Bossu analyseert het verrassende voorstel van CD&V om de nertsenkwekerijen te sluiten.

Enkele weken geleden kwam meerderheidspartij CD&V met het voorstel om de 17 peldsdierhouderijen in Vlaanderen niet te sluiten volgens een uitdoofscenario, maar ze tegen 1 januari 2017 uit te kopen. Vlaams parlementslid Bart Dochy verdedigde dat voorstel als “consequent op vlak van dierenwelzijn” en “eerlijk tegenover de peldsdierhouders die hun activiteit dienen te stoppen”. Bart Dochy leek de oppositie gepakt te hebben op snelheid en uit de wereld van de dierenvrienden kwamen handgeklap en gewuif met palmtakken. Het leek voor velen een keerpunt: een voorstel vanuit de CD&V, ten volle gesteund door een man uit de Boerenbond, zijnde Bart Dochy, om zo goed als per direct alle nertsenhouderijen in Vlaanderen te sluiten. Zoals veel in de politiek is niet ieder voorstel wat het op het eerste zicht lijkt. Al snel werd duidelijk dat dhr. Dochy eerder een pad in de korf gezet had van Vlaams Minister van Dierenwelzijn Ben Weyts (N-VA) dan dat hij het heldenpak van nieuwe Vlaams dierenrechtenpoliticus had aangetrokken.

Parlementslid Dochy zette een politieke nertsenval en wil de coalitiegenoot N-VA hiermee in de problemen brengen

De minister had zich eerder al voorstander getoond van een uitdoofscenario, maar over de manier waarop dat moest gebeuren waren de coalitiepartners het vooralsnog niet eens geraakt. Plots was CD&V voluit gewonnen gewonnen voor een onmiddellijke stopzetting van de nertskwekerijen, op voorwaarde dat er een degelijk flankerend beleid komt. Juist in dat laatst zit de angel, zit de pad die dhr. Dochy zette. Zodra er hier centen gezocht en gevonden moeten worden, verhardde evenwel het politieke discours. Sommigen vinden het normaal dat een flankerend beleid wordt uitgewerkt vanuit het beleidsdomein landbouw, aangezien pelsdierhouderij een professionele landbouwactiviteit is. Minister Joke Schauvliege moet volgens hen op zoek naar de nodige centen. Volgens landbouw en minister van natuur Joke Schauvliege is het echter ‘een traditie’ dat het beleidsveld dat het voorstel doet – dierenwelzijn volgens haar, niettegenstaande het voorstel voor onmiddellijke sluiting van haar eigen partij komt- het flankerend beleid opzet en financiert. Het departement dierenwelzijn heeft echter zo weinig budget en de uitbetaling van 17 nertsenhouderijen kost een pak miljoenen euro. Dit door hen laten betalen is zo goed als onmogelijk. En begroten ze dit wel, dan zou dit al het andere beleid rond dierenwelzijn voor jaren stilleggen.

Het is uitgesloten dat Dierenwelzijn deze miljoenen zal vrij (kunnen) maken en wie denkt dat het geld van landbouw zal komen, kent de CD&V, de Boerenbond en de oncomfortabele situatie van de Vlaamse begroting niet. Parlementslid Dochy zette een politieke nertsenval en wil de coalitiegenoot N-VA hiermee in de problemen brengen en voor een groot stuk zelfs het gehele Vlaamse dierenwelzijnsbeleid verlammen. Zijn voorstel is volgens mij helemaal niet ingegeven uit de zorg voor het welzijn van nertsen en ik geloof dhr. Dochy dan ook niet. Het is een vorm van bedrog en ligt in dezelfde lijn als de valse bescherming van de poldergraslanden van vorig jaar. Op die manier dreigt er ook van een uitdoofbeleid voor de nertsenkwekerijen in deze regering niks in huis te komen en kapt hij de armen van de Minister van Dierenwelzijn af. Proper is anders.

Is het aantal overwinterende watervogels in de IJzervallei even belangrijk als het aantal varkens in stallen in Diksmuide?

In dezelfde periode verscheen er ook een merkwaardig pleidooi, in dit geval uit de pen van N-VA-provincieraadslid Luc Coupillie, die zegt niks te hebben tegen nieuwe bossen, maar opmerkt dat bijvoorbeeld bieten even nuttig zijn in de CO2-reductie. Dhr. Coupillie bleek al een paar keer een zeer koele minnaar van meer natuur en bijvoorbeeld een nieuw provinciedomein als De IJzerboomgaard in Diksmuide. Maar dit Boerenbondsprookje van 30 jaar terug als groot argument in het natuur- en klimaatdebat gooien, vraagt ook op vandaag nog enige tegenreactie.

Is een bietenveld of pakweg een maïsveld gelijkwaardig aan een natuurgebied of een bos? Dat is zowat het punt dat dhr. Coupillie wil maken, ook al schrijft hij dat niet letterlijk. Het hangt er natuurlijk van af hoe je het bekijkt. Is het aantal overwinterende watervogels in de IJzervallei even belangrijk als het aantal varkens in stallen in Diksmuide? Zonder twijfel zijn er mensen te vinden die menen van wel, maar vanuit het oogpunt biodiversiteit en natuur is dat uiteraard een heel ander antwoord en zelfs verhaal.

We geloven best dat een bietenveld in de maanden dat het groeit van zaadje tot oogstbaar product zeer veel CO2 opneemt. Voederbieten worden er nog nauwelijks gekweekt, dus nemen we suikerbieten als voorbeeld. Ze nemen veel CO2 op, maar laat ons echter in gedachten nemen dat de teelt van bieten inzet van tractoren, gewasbeschermingsmiddelen en kunstmest vereist, die ook CO2 produceren. Na de oogst volgt transport, raffinage etc. die ook CO2 produceren. Tenslotte wordt alle geproduceerde suiker gegeten door mensen (of de pulp door dieren), waar alles na vertering ook naar CO2 omgezet wordt. Het eindresultaat is dat alle CO2 die het bietenveld gefixeerd heeft terug in CO2 omgezet is, plus een hoop extra CO2 door veldbewerking, transport en raffinage.

Wat een bos fixeert, blijft zeer lang gefixeerd. Het hangt er dus vanaf hoe je het bekijkt. Uit meerdere Europese studies blijkt ondertussen ook dat de CO2 balans van de kweek van suikerbieten negatief is. Deze studies zijn niet gemaakt door pakweg Natuurpunt, maar door onderzoeksinstellingen van de EU.

MAAR! Een bos is natuurlijk veel meer dan iets om CO2 te fixeren. Een bos is het levensgebied voor honderden soorten planten, mossen, vogels, zoogdieren, mossen, paddestoelen, insecten, … Daarnaast is een bos het rust en recreatiegebied voor zeer veel mensen, speelt een belangrijke rol als klimaatbuffer enz, enz. Dit vergelijken met een bietenveld gaat dus echt niet op.

Leve de biodiversiteit, leve het bos.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier