Drama van Waarschoot is de nachtmerrie van elke brandweerman: Carl ontdekte in 2009 dat zijn nichtje (18) omkwam in dodelijke crash
Het is de interventie die geen enkele hulpverlener wil meemaken: moeten tussenkomen in een incident waarbij een naast familielid betrokken is. Het overkwam brandweerman Tom M. afgelopen weekend in het Oost-Vlaamse Waarschoot, toen hij arriveerde bij het verkeersongeval waarin zijn eigen dochter Emma (21) om het leven kwam. Veertien jaar geleden belandde toenmalig brandweerman Carl Criem (60) uit Gistel in een gelijkaardige situatie.
Op 2 mei 2009 deed niets vermoeden dat het noodlot bikkelhard zou toeslaan in de familie van Carl Criem. De man was die dag op bezoek bij zijn jarige neefje. Ook zijn nichtje Toyah Hollevoet (19) zat aan de feesttafel. Het jonge meisje vertrok vroeg op het feest want ze had beloofd om mee te helpen bij schilderwerken in het Chiro-lokaal. Ook Carl vertrok wat vroeger, omdat hij vanaf 16 uur beschikbaar en oproepbaar moest zijn voor de brandweer.
Niet lang na Carls thuiskomst ging zijn bieper af. “Ik sprong op mijn fiets en reed naar de kazerne. Brandweerkledij aan en meteen de wagen in. Ik zat in de tweede wagen op weg naar het ongeval. Toen ik aankwam, kwam een collega zeggen dat het ‘tweemaal negatief’ was. In ons jargon betekende dit dat er twee doden waren gevallen. Op dat moment wist ik nog niet om wie het ging. Eén van de inzittenden liep daar versuft rond, maar die herkende ik niet. De ambulanciers waren bezig met een tweede overlevende. Die keek recht in mijn gezicht en vroeg ‘waar is Toyah?’.”
Klop van de hamer
Op dat moment, dankzij haar vrij unieke voornaam, wist Carl hoe laat het was. “Blijkbaar hadden ze met enkele Chiro-leden honger gekregen en wilden ze in Oudenburg om frietjes rijden. Onderweg waren ze gecrasht. Er lagen twee lichamen onder een wit laken in een weide vlakbij. Ik ben meteen gaan kijken. Toen ik het laken wegtrok, zag ik dat het mijn nichtje was. Uitwendig waren er amper verwondingen te zien. Ik heb dan direct een klop van de hamer gekregen en ben op mijn knieën gevallen. De MUG-arts kwam bij mij en zei dat ik niet meer mocht werken. Ik heb me dan wat afzijdig gehouden, maar ben wel ter plaatse gebleven”, vertelt Carl.
“Mijn collega’s vonden de woorden niet om mij aan te spreken, uiteindelijk bracht de ambulance me naar huis”
Terwijl zijn collega’s volop bleven doorwerken, wisten ze niet goed hoe ze moesten reageren. “Ze vonden de woorden niet om mij aan te spreken. Ik zou het eerlijk gezegd ook niet geweten hebben. Uiteindelijk ben ik dan met een ambulance van de brandweer naar de kazerne teruggebracht. Ik heb een maand niets voor de brandweer gedaan, niets mogen doen. Op mijn eerste wachtweekend, in juni, moesten we direct weer naar een zwaar ongeval in Ichtegem. Dat deed raar. Gelukkig reageerden de collega’s begripvol”, zegt Carl.
Professionele hulp
De ironie van het lot wil dat hij die dag eigenlijk geen dienst had. “Ik had de dienst van een collega overgenomen. Maar dat is toeval, dat kan je niet voorzien. Een brandweerman mag nooit naar een interventie vertrekken met het idee dat het om een familielid kan gaan. Dan kan je je werk niet meer doen. Als het zo is, dan is het zo. Er zijn genoeg collega’s die dan kunnen inspringen”, klinkt het.
Toen hij afgelopen weekend het nieuws las over het ongeval in Waarschoot kwamen alle nare herinneringen bij Carl terug. “De hele film speelde zich weer af voor mijn ogen. Ik leef enorm mee met die mensen. Toen het mij overkwam, was de reactie nog al snel: ‘je bent brandweerman, je moet er maar tegen kunnen’. Gelukkig is dat door de jaren heel veranderd en kunnen brandweermannen nu wél professionele hulp krijgen als ze dat nodig hebben”, besluit Carl.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier