Vlaanderen laat laatste beetje ambitie voor West-Vlaams water varen, en dat heeft gevolgen voor uw factuur

De Blankaart is een van de waterlopen die een klasse zakte. Nochtans was die samen met de Poekebeek de enige waar nog een beetje ambitie was én is de Blankaart cruciaal voor de drinkwatervoorziening in West-Vlaanderen. © Olaf Verhaeghe
Olaf Verhaeghe

Het laatste restje ambitie dat Vlaanderen had voor de waterkwaliteit in onze provincie, is weg. Dat blijkt uit de aangepaste plannen van de Coördinatiecommissie Integraal Waterbeleid. Alle 53 rivieren, kanalen en beken die volledig of deels door West-Vlaanderen stromen, vallen nu in de drie laagste klassen. En dat heeft gevolgen voor zowel milieu, economie als de prijs van ons drinkwater. “Dit is lachen met de West-Vlamingen en hun portefeuille.”

“Tegen 2027 moeten jullie waterlopen proper zijn.” Dat is de taak die Europa al in 2000 (!) gaf aan de Vlaamse overheid. Om dat te kunnen realiseren, worden stroomgebiedbeheerplannen opgemaakt waarin Vlaanderen aangeeft wat ze zullen doen om de waterkwaliteit in rivieren, kanalen en beken en het grondwater te verbeteren. De nieuwste editie van die plannen moet volgend jaar in werking treden. Maar duidelijk is dat de hoop voor West-Vlaanderen volledig is vervlogen.

Ook het laatste beetje ambitie die in de eerste ontwerpen van de Coördinatiecommissie Integraal Waterbeleid zaten voor onze provincie, laat men varen. Niet een van de 53 waterlopen die volledig of gedeeltelijk door West-Vlaanderen stromen, zal tegen of kort na 2027 proper genoeg zijn om over een goede ecologische toestand te kunnen spreken. Sterker nog: voor meer dan de helft van het oppervlaktewater in West-Vlaanderen geeft Vlaanderen aan dat het ook op langere termijn moeilijk wordt. Dat blijkt uit de aangepaste plannen waarop Vlaams Parlementslid Maxim Veys (Vooruit) de hand kon leggen bij minister van Omgeving Zuhal Demir (N-VA).

Van IJzer tot Zarrenbeek: voor deze waterlopen is er geen hoop meer

Maar liefst 29 van de 53 rivieren, kanalen en beken die in West-Vlaanderen stromen, behoren tot de zesde en laagste klasse in het nieuwe stroomgebiedbeheerplan. Vlaanderen gaat ervan uit dat voor die groep een goede ecologische toestand bereiken ook na 2033 moeilijk wordt. Het gaat om de Bergenvaart, de havengeul en jachthaven in Blankenberge, het Boudewijnkanaal en de achterhaven van Zeebrugge, de Boven-Schelde, de Brugse reien, de Devebeek, de Handzamevaart, de Heiebeek, de Ieperleed, de IJzer I en II, de Isabellavaart, het kanaal Duinkerke-Nieuwpoort, het kanaal Ieper-IJzer, het kanaal Plassendale-Nieuwpoort, het kanaal Roeselare-Leie, het Leopoldkanaal, het Lokanaal, de Mandel I en II, Martjevaart, het Oostendse Krekengebied, de Oostendse havengeul en de dokken, de Spuikom in Oostende, de Veurne ambacht polder waterlopen, de Vladslovaart, de Zarrenbeek, de buitenhaven van Zeebrugge en de Zwarte Spierebeek. Nog eens dertien waterlopen zitten in klasse vijf, de elf overige West-Vlaamse waterlichamen zitten in klasse vier.

Veel bezwaren, toch gezakt

“Waterlichamen in Vlaanderen worden ingedeeld in zes klassen, naargelang het ambitieniveau”, legt Maxim Veys uit. “Die in klasse 1 zijn nog dit jaar in goede ecologische toestand, de waterlopen en rivieren in klasse 6 zullen ook na 2033 niet aan de normen voldoen. West-Vlaanderen kleurt op die kaart bloedrood. En zelfs nog roder dan begin dit jaar, toen de ontwerpen aan het grote publiek werden voorgelegd.”

Het beleid laat de neerwaartse spiraal zomaar voortgaan – Maxim Veys, Vooruit

Dat ondanks 184 bezwaarschriften over de West-Vlaamse pagina’s in de eerste ontwerpplannen. “Heel veel burgers uit West-Vlaanderen dienden een bezwaarschrift in om meer ambitie te vragen. En wat gebeurt er? Exact het omgekeerde”, zucht Veys. Begin dit jaar stonden met de Blankaart en de Poekebeek nog twee waterlopen in klasse 3, bestempeld als speerpuntgebied. Die twee waterlopen zouden kort na 2027 proper zijn, met dank aan een set maatregelen en natuurlijk herstel. Allebei zijn die nu een klasse gezakt. 2033 is het nieuwe doel, mits het nemen van maatregelen de komende vijf jaar én extra acties na 2028.

De kwaliteit van het West-Vlaamse water is al langer problematisch. De rivieren, beken en kanalen kampen met een historische achterstand.
De kwaliteit van het West-Vlaamse water is al langer problematisch. De rivieren, beken en kanalen kampen met een historische achterstand. © Olaf Verhaeghe

Het water in West-Vlaanderen kampt sowieso al met een historische achterstand ten opzichte van de rest van Vlaanderen. Die is vooral te wijten aan de vervuiling van huishoudens, landbouw en industrie. Zo moeten er in West-Vlaanderen nog kilometers riolen worden aangelegd en scoren we ook op vlak van overbemesting, pesticiden en erosie slechter dan de andere provincies. “De uitgangspositie is slechter en dus is er meer tijd nodig”, begrijpt ook Maxim Veys. “Maar dat betekent niet dat we helemaal niets moeten doen, integendeel zelfs. Voor de rivieren, kanalen en beken in klasse 6 en dat zijn er maar liefst 29 is er eigenlijk helemaal geen perspectief meer. Zelfs voor de IJzer en de Brugse reien legt Vlaanderen zich neer bij een slechte toestand op langere termijn. Dat baart me zorgen, ik kan en wil me daar niet bij neerleggen.”

Zuiveren wordt duurder

De gebrekkige waterkwaliteit heeft niet alleen gevolgen voor het milieu, maar weegt ook op de factuur voor het drinkwater. Meer dan de helft van het drinkwater uit de kraan wordt immers uit oppervlaktewater gehaald. Hoe vuiler dat water is, hoe hoger de zuiveringskosten en dus hoe duurder de factuur voor de eindconsument. “Een gebied als de Blankaart is net cruciaal voor onze drinkwaterproductie”, benadrukt Maxim Veys. “Dit waterbeleid is eigenlijk lachen met de West-Vlamingen. En met hun portefeuille.”

Maar ook de industrie en de landbouw zullen het uitblijven van maatregelen voelen, zo geeft het Vooruit-parlementslid aan. “Zo gebeurt het almaar vaker dat oppervlaktewater niet meer gebruikt mag worden voor irrigatie of als drinkwater voor dieren, omwille van blauwalgen. Van nature hebben rivieren en beken wel een zuiverend vermogen, maar eens de verontreiniging te groot is, wordt ook dat aangetast. De waterkwaliteit was bij ons al niet goed, maar het beleid laat de neerwaartse spiraal zomaar voortgaan. Ook de West-Vlaming heeft toch recht op proper water?” Ten laatste op 22 december moet de Vlaamse regering de stroomgebiedbeheerplannen afkloppen.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier