De lapland-uil en de ‘vliegende deur’ mocht hij al van zijn must-see-lijstje schrappen, en ook de rosse franjepoot, de bruine boszanger en de Siberische boompieper hebben voor Danny Claeysier geen geheimen meer. Vogeltjes kijken is door corona helemaal in, maar wat je er – behalve veel geduld – nog mee wint? “Als je in de put zit, is de natuur intrekken de beste remedie”, aldus Danny.
Beroepsmatig heeft Danny Claeysier (58) weinig met vogels: nog niet zolang geleden maakte hij de overstap naar het koeriersbestaan. “Ik heb 33 jaar als schrijnwerker in het Boudewijnpark gewerkt in Brugge. Toen ik daar op een dag de bons kreeg, kwam dat bijzonder hard aan. Het jaar ervoor was ik nog uitgeroepen tot werknemer van het jaar”, zegt hij. Het vogelspotten hielp hem er toen door. “Als je in de put zit, is de natuur intrekken de beste remedie. In Kazachstan zag ik op 4.200 meter hoogte een lammergier, in Wit-Rusland kon ik een Laplanduil met jongen fotograferen. In Noord-Spanje ging ik dan weer beren en wolven spotten, en ik heb ook een tijdje in Noorwegen gezeten. De schapenstallen die ik daar bouwde, waren onlangs te zien in ‘Het Hoge Noorden’ van Annemie Struyf”, vertelt Danny. Als hij er hier op uittrekt, is hij steevast vergezeld van zijn ‘kanon’; een Canon 400mm-lens met een 1.4 extender. “Ik ben al rond mijn twintigste begonnen met fotograferen, maar het is pas toen ik lid werd van vogelwerkgroep Mergus dat ik me echt professioneel materiaal aanschafte. Op een dag lag ik aan het Boudewijnkanaal op de loer voor de grote zaagbek en iemand van Mergus sprak me toen aan”, vertelt hij. Als kind al was Danny gefascineerd door onze gevederde vriendjes. “Wij woonden in Oedelem op de boerenbuiten, waar ik dagelijks met mijn vogelgidsje op stap ging. Ik genoot daarvan in mijn eentje. Maar het is ook leuk om je waarnemingen te kunnen delen met andere vogelspotters. Ik zit in een aantal WhatsApp-groepjes en ben ook actief op BirdAlert. Als er ergens een specialleke te spotten is, krijg ik meteen een melding op mijn telefoon.”
Ook de sneeuwgors en de parelduiker mocht Danny al afvinken, en in Vloethemveld spotte hij eens een ‘vliegende deur’ – een zeearend met een spanwijdte van 2,5 meter. Het hoeft dus niet altijd ver en exotisch te zijn. “Bij ons aan de kust zijn er ook steeds vaker zeldzame vogelsoorten te zien. Wellicht door de opwarming van het klimaat. Maar ook in de tuin valt er heel wat te zien. In maart ontdekte ik een nieuwe coronahobby: vlinders, motten en kevers determineren. De wc-motmug, het spuugbeestje; door een macrolens kijk je met heel andere ogen naar je tuin. Da’s een geheel nieuwe wereld die plots voor mij openging”, aldus Danny. Zijn tuin in de Mosselstraat is vogelvriendelijk ingericht. “Laatst zag ik hier een ijsvogel, een beestje met prachtige kleuren. Maar ik geniet ook van een nieuwsgierig roodborstje dat komt piepen. Zeldzame vogeltjes zijn niet per se altijd de mooiste.”
Bruine boszanger
Zelf was Danny onlangs nog te spotten in Bredene, waar hij op zoek was naar de bruine boszanger. “Een uiterst zeldzaam vogeltje”, zegt hij, “en het zit ook niet stil. Moeilijk te spotten dus, zo’n boszangertje. Toen het na een paar uur wachten nog altijd niets was, ben ik ‘s anderendaags teruggegaan. Weer drie uur wachten, maar uiteindelijk werd mijn geduld wel beloond. Dat geeft dan een enorme voldoening.” Zonder geduld begin je er volgens Danny beter niet aan. “Maar anders kan ik het iedereen aanbevelen”, zegt hij. “Vogels spotten, dat is letterlijk en figuurlijk genieten van de kleine dingetjes.”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier