Wilde ooievaars broeden nu ook in Westhoek, met dank aan Bellewaerde: “Een nieuwe West-Vlaamse trekpleister naast het Zwin”

De ooievaars voelen zich goed thuis in Bellewaerde. © TP
Redactie KW

Ooievaars trekken al jaren naar het Zwin in de noordelijke hoek van West-Vlaanderen. Ook de Westhoek heeft nu een wilde kolonie door inspanningen van het Ieperse Bellewaerde Park. “Na meer dan 100 jaar zijn ze eindelijk terug.”

Moh, daar zitten ze ook!” Tijdens de dagelijkse controle van de ooievaarsnesten ontdekte Pieter Vercruysse woensdag een nieuw nest bij de attractie Flying Carrousel. Dit ooievaarskoppel verkiest een boom boven de negen nestplatformen die Bellewaerde bouwde in het park. “Dit is schitterend”, reageert Pieter, die er werkt als hoofddierenverzorger.

“Wilde ooievaars zijn hier al meer dan 100 jaar uitgestorven”, aldus Pieter. “In Bellewaerde werd 70 jaar geleden een vogelpark ingericht met ooievaars. Toen was de soort in heel centraal Europa uitgestorven. De vleugels van de jongen die geboren zijn in het vogelpark, werden decennialang geknipt zodat ze niet konden ontsnappen. Omwille van dierenwelzijn worden ze niet meer gekortwiekt en krijgen ooievaars hun recht op vliegen en vrijheid terug. Omdat de soort het nog steeds moeilijk had in het wild, maakten we met de dierenverzorgers het zeer uitdagend plan om een wilde populatie te stichten in Ieper.”

Pioniersnest

Sinds 2015 trekken ooievaars, geboren op het grondperk aan de hoofdingang van het park, de wijde wereld in. “Velen zagen we niet meer terug en gingen elders broeden. Eén vrouwtje, die we Josianne noemden, bleef hier rondhangen en werd een beroemdheid. In het voorjaar van 2018 werd ze volwassen en streek een wild mannetje neer in Bellewaerde om samen met haar het eerste wilde nest te bouwen. In dit pioniersnest worden elk voorjaar twee tot drie jongen geboren. Jarenlang hoopten we dat enkele van onze jongen zouden terugkeren naar Bellewaerde om zich te nestelen. Vorig jaar gebeurde dit voor het eerst.”

Dat blijkt niet evident. “Ik ken mensen die een nestplatform bouwden aan de andere kant van Vlaanderen en waar pas na 12 jaar een koppel neerstreek. Ooievaars zijn nogal honkvast en het is niet eenvoudig ze te overtuigen zich te nestelen buiten de gevestigde broedplaatsen. Wij hadden een belangrijke troef: het geklepper van onze grondpopulatie om wilde exemplaren aan te trekken. We telden vorig voorjaar drie nesten die bebroed werden. Als soortgenoten zien dat andere koppels het hier goed doen, kiezen ze sneller om zich ook te vestigen en zo groeit de kolonie exponentieel. Dat is precies wat nu aan het gebeuren is.”

Tweede West-Vlaamse trekpleister

“Momenteel tellen we al een tiental vogels in het park en het seizoen is pas begonnen. Meerdere ooievaars overwinterden hier: door de mildere temperaturen blijft voldoende voedsel voorradig waardoor steeds meer vogels de grote trek niet meer aangaan. De ooievaars die toch nog trekken, keren steeds vroeger terug. Vorige week mochten we de eersten verwelkomen uit het Zuiden. Meerdere koppels zijn begonnen aan de opbouw van hun nesten en de eerste paring werd afgelopen weekend gezien. We hopen straks op vijf bebroede nesten. Onze ooievaars worden al gespot bij de Ieperse vestingen en natuurreservaat De Verdronken Weide, waar ze kleine amfibieën en muisjes vangen. De komende jaren mogen de Ieperlingen zich aan nog meer ooievaars verwachten. Dit wordt een tweede West-Vlaamse trekpleister naast het Zwin.”

Pieter en zijn collega’s bekijken in de kweekperiode elke dag de nestplatformen met hun verrekijkers. “Het is bijzonder boeiend om te volgen welke vogels op welk nest vertoeven. Nu ontstaat soms een strijd, ook voor de partner. We houden bij welke nakomelingen van wie zijn. Intussen zijn elf jongen geringd door het Koninklijk Belgisch Instituut voor Natuurwetenschappen, zo zijn ze perfect traceerbaar. We kregen al meldingen van jongen uit Bellewaerde die tijdens de winter in Spanje en Marokko gespot werden. Om niet in codetaal te moeten spreken, geven we elke ooievaar een naam. Zo vliegen hier onder meer een Magda, Luc, Rita en Antoinette rond.”

Hoogspanningskabels

Nestplatformen, dagelijkse opvolging en overleg met specialisten: het park investeert volop in vogels, die uiteindelijk kunnen vliegen waar ze willen. “Zo zal in de toekomst meer gewerkt worden in dierenparken”, stelt Pieter. “Het heeft geen zin dieren in een verblijf te steken, die ooit in deze streek voorkwamen en het hier opnieuw goed doen in de natuur. We gaan dus geen ooievaars meer vasthouden, behalve de historisch overgebleven vogels die niet kunnen vliegen. In dat vogelperk komen ook nieuwe vogels die toegewezen zijn vanuit vogelopvangcentra. Het gaat vaak om ooievaars die slachtoffer werden van hoogspanningskabels. Ze herstellen bij ons tot ze opnieuw vliegen. Als dat niet meer lukt, kunnen ze op grondnesten jongen voortbrengen die dan uitvliegen. Zo helpen ook zij de soort in het wild. De ooievaars zijn nu al te zien rond Bellewaerde. Wie ze aan het werk wil zien op hun nesten: het park opent vanaf 30 maart.” (TP)

Lees meer over:

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier