Op zaterdag 30 en vandaag, zondag 31 januari vindt Het Grote Vogelweekend van Natuurpunt plaats. Wie daar zin in heeft kan de vogels in zijn of haar tuin voederen, tellen en die informatie doorspelen aan Natuurpunt. Zo maak je deel uit van het grootste tuinvogelonderzoek in Vlaanderen. Ook de Krant van West-Vlaanderen sloeg aan het tellen. We gingen daarvoor langs bij Trees Deprest (61) in Kortrijk.
Trees is al haar halve leven lid van Natuurpunt, een onafhankelijke vrijwilligersvereniging die zorgt voor de bescherming van kwetsbare en bedreigde natuur in Vlaanderen. Ondertussen is ze al meer dan tien jaar gefascineerd door de vogels die haar tuin in en uit vliegen. Als natuurgids en educatiemedewerker bij Natuurpunt kan ze ze ook allemaal perfect benoemen én weet ze wat haar gevleugelde vrienden lekker vinden.
Meer merels, minder ringmussen
Ze neemt ons mee haar tuin in, gewapend met een verrekijker en het telblad van Natuurpunt. “Het belang van het Vogelweekend mag niet onderschat worden”, legt ze uit. “Natuurlijk is dat een soort pseudo-wetenschappelijk onderzoek en moet je rekening houden met een foutenmarge. Maar we kunnen er wel degelijk grote trends mee onderscheiden. Zo heerste er een drietal jaar geleden nog een virus bij de merels, die waren toen bijna niet meer te zien. Nu is die populatie zich aan het herstellen.”
“Akkervogels zoals ringmussen hebben het dan weer al jaren moeilijk. Boeren werken tegenwoordig met zware machines. Er is dus geen ruimte meer voor struiken en bomen langs de akkers. En net daar voelen mussen zich het meeste thuis. Bovendien wordt alles vandaag de dag heel efficiënt verwerkt. Er blijft geen graantje meer achter voor de vogels.”
We spotten in haar tuin al snel een paar gewone vinken, prachtig gekleurde putters, een paar groenlingen, enkele stevig gebouwde houtduiven en een eenzaam roodborstje. “Die laatste zwerven altijd in hun eentje rond”, weet Trees. “Je telt niet elke vogel die je ziet. Het is de bedoeling om door te geven aan Natuurpunt hoeveel vogels je tegelijk gezien hebt in je tuin en welke soorten dat waren.”
Chinese pentekening
Of dat niet saai is, naar enkele vogels staren? “Helemaal niet! Het zijn hele mooie diertjes. Sommige zijn zo fijn getekend dat ze wel een Chinese pentekening lijken. Hun verschillende geluidjes vind ik ook geweldig. Ik denk dat alle mensen wel een beetje gefascineerd zijn door vogels? Wie zou nu niet willen kunnen vliegen? Hoe meer ik over hen leer, hoe meer ik hen bewonder.”
Al is kennis van zaken volgens Trees niet per se noodzakelijk om te genieten van de aanwezigheid van vogels in je tuin. “Mijn mama van 93 voedert nu sinds kort ook. Zij kent helemaal geen soorten. Ze wordt gewoon blij van de beweging in haar tuin. Bovendien doe je iets goed voor de natuur. Want nu, op het einde van de winter, vinden veel van die vogels maar moeilijk voedsel.”
“Als je begint met voederen in de winter, moet je dat wel blijven doen tot aan de lente. Die vogeltjes geraken daaraan gewend en rekenen op jou. Als je plots stopt met eten geven, dan hebben ze hun kostbare energie verspild door naar jouw tuin te vliegen, terwijl daar niets te verdienen valt. Ook een teiltje proper water is altijd welkom.”
Iedereen kan proberen
Veel heb je niet nodig om aan het tellen te slaan. “Je zorgt best voor wat verschillende soorten voer want elke vogel vindt iets anders lekker. Graan trekt bijvoorbeeld duiven aan terwijl groenlingen steevast voor zonnebloempitten gaan. Je voedert best dicht bij een struik of boom, zodat de vogels zich kunnen verstoppen als ze schrikken.”
“Een verrekijker is handig, maar moet niet. Geen al te felle kleren aandoen helpt ook, en stil zijn en niet te veel bewegen natuurlijk. In elke tuin valt wel iets te zien, dus iedereen kan het proberen”, besluit Trees.
Sla jij deze namiddag zelf nog aan het tellen? Neem dan even een kijkje op de website van Natuurpunt . Je vindt er heel wat tips waarmee je vogels naar je tuin kan lokken en nog wat uitleg over hoe het tellen precies in zijn werk gaat.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier