In Roeselare zijn woensdag de resultaten voorgesteld van de 1.000-soortendag. Het doel van die dag is om na te gaan hoe het gesteld is met de biodiversiteit in de stad. Tijdens het telweekend in Roeselare op zaterdag 12 en zondag 13 juni zijn in totaal 1.221 plant- en diersoorten geteld, waaronder enkele bijzondere waarnemingen.
Het onderzoek gebeurde op verschillende plaatsen in Roeselare waaronder aan de Grote Bassin in het stadspark, de vallei van de Babilliebeek in Rumbeke, het industrieterrein Beveren-Roeselare, de oude Stedelijke Begraafplaats of Het Sterrebos. Een 90-tal waarnemers vond uiteindelijk ruim 1.200 unieke soorten. Meer dan de helft daarvan waren insecten. De andere meest voorkomende soorten waren planten, nachtvlinders, bijen en wespen, kevers en wantsen. Ook zijn 45 verschillende soorten paddendoelen aangetroffen.
Tijdens het telweekend zijn ook 305 nieuwe soorten geïnventariseerd voor Roeselare. Zo werd een wants gevonden die voor het eerst in Vlaanderen is waargenomen. Ook de veldwesp is voor het eerst in Vlaanderen waargenomen. Andere zeldzame soorten zijn de slangenkruidbij, de geelgespoorde houtmetselbij en Ancistrocerus scoticus, een plooivleugelwesp. Ook de zeldzame planten Zwaardrus, Brandkruid, Bokkenorchis en Koekruid zijn gevonden. Alle resultaten van de 1.000-soortendag kunnen worden geraadpleegd via www.westvlaamsehart.be/1000soortendag.
De 1.000-soortendag zal in 2022 plaatsvinden in Hooglede en Staden.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier