Sinds kort kan je de Westhoek op een nieuwe manier ontdekken. Met een opgerolde opblaasboot op de rug trek je afwisselend op het water of op het land door prachtige landschappen. “Je beleeft door te packraften de natuur helemaal anders vanop het water, omdat je er echt tussen zit”, vertelt initiatiefnemer Mathias Michielsen.
Op een zonovergoten ochtend wacht Mathias Michielsen (32) uit Antwerpen me vrolijk op aan vzw De Boot in Merkem, een deelgemeente van Houthulst in het midden van de Westhoek. Vorig jaar introduceerde Mathias de eerste packrafttochten in West-Vlaanderen. Sinds deze zomervakantie zijn er in samenwerking met Bart Castelein (58) en Wim Packet (58) van vzw De Boot vier nieuwe routes in het hart van de Westhoek.
“Toen ik in de tuin van mijn vriend in zijn opblaasboot zat, kwam het idee in mij op”
“Packraften? Wat is dat?”, hoor ik u nu denken. Het gegeven was me tot voor kort ook totaal onbekend. Kort samengevat ga je op stap met een opblaasbare boot op de rug om zo afwisselend al wandelend en varend een uitgestippelde route af te leggen. “Mijn passie voor de natuur start al van kleins af aan in de scouts. Jarenlang heb ik voor Natuurpunt gewerkt, maar ik voelde dat ik zelf meer naar buiten wilde. Toen een van mijn vrienden in 2017 een packraft kocht om mee rond te trekken in Finland vroeg ik hem of ik er ook eens in mocht zitten. Daar op het gras in zijn tuin kwam het idee in mij op. Nu vijf jaar later heb ik met Fagus Outdoor een eigen bedrijf en verhuur ik 110 opblaasrafts in samenwerking met lokale partners, zoals De Boot”, vertelt Mathias trots.
Rugzak aan en gaan
Enkele ogenblikken later krijg ik zelf een rugzak aangereikt. “Op De Boot geven we altijd een woordje uitleg over het materiaal en de route. Een van de routes vertrekt en eindigt hier. Voor de andere drie moet je zelf nog instaan voor het vervoer naar de aangegeven startlocatie.” De waterbestendige rugzak met daarin een zwemvest, een peddel in vier aparte stukken en een opblaaszak weegt in totaal vijf kilo. De raft zelf hangt opgerold onder de rugzak. In de rugzak is nog voldoende plaats om zelf wat zaken mee te nemen, zoals een handdoekje voor het geval je een frisse – al dan niet onverwachte – duik beslist te nemen, gsm, flesje water, lunchpakket, eventueel regenjas en mogelijk ook een verrekijker om fauna te spotten. (Lees verder onder de tekst)
Hoe gaat het nu in zijn werk? Het systeem blijkt heel simpel: je rolt de raft open, draait de opblaaszak eraan vast en dan moet je wat zwaaien met de opblaaszak tot er genoeg lucht in zit om die uiteindelijk samen te duwen en zo de lucht in de raft te krijgen. Na een achttal keer zwaaien, is de packraft zo goed als volledig gevuld. “Het laatste beetje moet je zelf nog bij blazen. We leggen de raft dan altijd even op het water om te acclimatiseren. Zo kan de lucht in de boot afkoelen en kan je na een minuutje nog bij blazen tot die helemaal stevig is”, legt Mathias uit. In de raft zelf zit ook een rug- en achterwerksteun. Een klein kussen dat met vier happen adem vlug opgeblazen is en best comfortabel zit. De vier stukken van de peddel klik je heel snel in elkaar.
“Door de brede banden is het bijna onmogelijk om te kantelen”
De installatie verloopt vlot, maar dan komt voor mij de grootste uitdaging: in en uit de raft stappen en daarbij ook droog blijven (lees: zonder het water in te tuimelen). “De bodem van de boot bestaat uit flexibele kunststof, want we moeten die natuurlijk ook kunnen oprollen. Zomaar instappen zoals bij een kajak of kano gaat niet. Je staat het best met een voet op de rand van de steiger. De andere voet plaats je vooraan in de snuit van de boot en zo laat je jezelf langs de steiger in de boot zakken tot je op het kussentje terecht komt. Een keer je in de raft zit, ben je veilig. Want door de brede banden is het bijna onmogelijk om te kantelen.” En zo gezegd, zo gedaan. Met enige stunteligheid plof ik neer in het bootje en godzijdank val ik niet overboord. De grootste en eigenlijk ook enige stress zit er al op. Met de benen vooruit gestrekt, rugzak onder de knieën, peddel in de hand en zonnebril op de neus kan ik vertrekken.
Vlinders en zeearenden
We varen een stuk op het kanaal Ieper-Ijzer en buigen iets verderop af onder een brug door in de kleinere Martjesvaart. “Je beleeft de natuur helemaal anders vanop het water. Als je langs het water wandelt, zie je alles van bovenaf. Maar hier zit je er echt middenin.” De begroeiing langs de vaart is prachtig: kattenstaarten staan volop in bloei, net zoals de kamillebloemetjes. De atalantavlinders vliegen volop in het rond en komen zelfs richting mijn knalgele packraft uit, want de felle kleur vrolijkt de boel nog wat verder op.
“Het zouden wel eens de twee jonge zeearenden kunnen zijn uit het Blankaartgebied, die boven ons vliegen”
Mathias wijst me op twee roofvogels die we hoog in de lucht boven de vaart zien vliegen. “Ze zijn te groot voor een buizerd, het zouden wel eens de twee jonge zeearenden kunnen zijn uit het Blankaartgebied. Deze regio is hun leefgebied natuurlijk. Het unieke aan deze streek is dat je de prachtige natuur hebt, maar ook een hele culturele beleving. Tijdens de Viconiaroute kan je de loopgraven bezoeken met de rugzak op de schouders.”
Na enkele kilometer is het tijd om aan land te gaan en de raft op te plooien. Het uit de boot kruipen, verloopt bij mij al even elegant als het instappen, maar nu lijk ik wel een zeehond die op het droge komt gekropen. Eenmaal opgerold kan je de boot makkelijk vasthangen onder de rugzak. De zwemvest en peddel verdwijnen bij de opblaaszak en boterhammen in de rugzak. Via landweggetjes en rustige binnenbaantjes volg ik de route door Merkem en omliggende velden. Als geboren en getogen Houthulstenaar ken ik deze streek wel, maar nu zie ik mijn eigen regio van een andere kant. Een ware ontdekkingstocht. (Lees verder onder de tekst)
Mathias vertelt me ondertussen verder over het packraften. “We hebben ook duorafts, waar je met een volwassene en kind kan inzitten. Die boot is iets langer en weegt bijgevolg wat meer. De jongste packrafter die we al gezien hebben, was amper 2,5 jaar. Tijdens de wandeltocht liep hij mee op een loopfietsje en in de raft zat hij rustig tussen de benen van de papa in. Zelf zetten we geen minimumleeftijd op, we laten de ouders inschatten op basis van de afstand of het haalbaar is.”
“De jongste packrafter tot nu toe was 2,5 jaar en wandelde mee op zijn loopfietsje”
Na 5 kilometer wandelen zijn we aan het volgende punt, waar we opnieuw het water opgaan. Het glijden over het gladde wateroppervlak in de raft voelt heerlijk onder een stralende zon. Na enkele kilometers peddelen komt De Boot opnieuw in zicht. De tweede keer gaat het uitstappen met de instructies van Mathias iets vlotter. “Je zet jouw handen op het ponton en met je rechtervoet duw je je af op de bodem van de raft. Zo kan je jouw linkerknie omhoog brengen en aan land komen.”
Het terras bij de boot is dé ideale plaats om nog even na te genieten van het avontuur. “Je kiest zelf welke tocht je wil op basis van de afstand en streek. Onze kortste tocht kan je afleggen op een halve dag, maar als je liever je tijd neemt, kan je er ook een volledige dag voor nemen. De andere tochten zijn ietsje langer. We willen graag bekijken of we volgend jaar samen met Toerisme Westhoek en de buurgemeenten meerdaagse packrfttochten kunnen organiseren. Dan trekken mensen met hun rugzak en raft van logeerplek naar logeerplek.” Op vakantie in eigen land en mijn eigen habitat al wandelend en varend verder herontdekken? Dat klinkt me als muziek in de oren!
Praktisch
In onze provincie kan je op acht verschillende routes packraften. Er werden vier tochten uitgestippeld in de Westhoek, allemaal in de omgeving van vzw De Boot, drie tochten trekken door de Zwinstreek-Damme-Brugge en één verkent de Mandelvallei. De routes variëren in vaar- en wandelafstand en begeven zich door de natuur.
Een tocht met de packraft reserveer je best op voorhand via de website of via info@packraften.be. De prijs van een uitstapje packraften varieert van de locatie en de duur van de tocht. Per persoon kost het je tussen de 45 en 65 euro.
Bij de start – veelal om 10 uur op de afgesproken locatie – krijg je het materiaal overhandigd, de nodige uitleg en kaart met de route. Sportieve kledij is een aanrader. De waterdichte rugzak, peddel, raft, zwemvest en opblaaszak wordt voorzien. Zelf zorg je best nog voor lunch en de nodige dranken, een plastic zakje voor je wandelschoenen, zonnebescherming, eventueel een regenjas- en broek en ook een verrekijker om al het moois te spotten.
Het packraftseizoen gaat van start in april en loopt tot ongeveer halfweg oktober. Bepaalde routes zijn pas beschikbaar vanaf 1 juli, maar dat is afhankelijk van het broedseizoen, waar de routes potentieel doorlopen.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier