Nieuw rapport over milieu-effecten windmolens op zee:meer vissen, verlies aan vogels

De windmolenparken voor onze kust gaan gepaard met meer leven in zee.© HH
De windmolenparken voor onze kust gaan gepaard met meer leven in zee.© HH
Hannes Hosten

De bestaande windmolenparken in de Belgische Noordzee zorgen voor veel meer leven onder water, maar jagen vogels weg. Het zijn enkele vaststellingen uit het nieuwe rapport van de wetenschappers die de milieu-impact van de windmolenparken opvolgen.

Het is een verplichting voor wie een windmolenpark op zee bouwt: een wetenschappelijk monitoringprogramma financieren om de milieu-impact een kaart te brengen. Voor de bestaande Belgische offshoreparken wordt het monitoringprogramma uitgevoerd door het consortium WinMon.BE. Coördinator is Steven Degraer van het Koninklijk Belgisch Instituut voor Natuurwetenschappen.

‘De eerste observaties deden wij al in 2005, drie jaar voor de eerste windmolens in zee gingen’, vertelt hij. ‘Om te weten wat de milieu-effecten zijn, moet je uiteraard weten hoe de situatie was zonder windmolens. In tegenstelling tot in andere landen eindigt ons monitoringprogramma niet na twee of vijf jaar, maar loopt het minstens tot 2023. Veel effecten worden pas veel later merkbaar en die kunnen wij ook in kaart brengen. Dat doen we via verschillende onderzoeksmethoden.’

Lawaai

‘Wat de invloed van het lawaai op het onderwaterleven betreft, moet je een onderscheid maken tussen de bouwfase en de operationele fase, als de molens draaien. In de operationele fase kunnen we niet echt een effect aantonen. Ofwel trekken de dieren zich er niets van aan, ofwel horen ze het wel, maar weegt de aantrekkingskracht van het gebied zwaarder door. Vergelijk het met een restaurant: een luidruchtige omgeving, maar mensen komen er toch graag vanwege de rijkgedekte tafel.’

Fluwelen zwemkrabben vinden beschutting tussen stenen van de erosiebeschermingslaag rondom een windturbine.© KBIN
Fluwelen zwemkrabben vinden beschutting tussen stenen van de erosiebeschermingslaag rondom een windturbine.© KBIN

‘Tijdens de constructiefase is er wel excessief geluid. Het lawaai bij het heien van de palen in de bodem is heel negatief voor zeedieren’, zegt Steven Degraer. ‘We weten dat zeezoogdieren erdoor verstoord worden tot op 17 km afstand. Heel veel als je weet hoe groot het Belgisch stuk Noordzee maar is. Er is gezocht naar manieren om die hinder te verminderen, zeker nu de palen nog groter worden en het plaatsen dus nog meer lawaai maakt.’

‘Om het lawaai in overeenstemming te brengen met de normen, gebruiken de constructeurs sinds enige tijd een dubbel bubbelgordijn. Op de zeebodem wordt een buis gelegd rondom de plaats waar de paal in de grond geboord wordt. In die buis zitten kleine gaatjes, waarlangs luchtbellen in zee worden geblazen. Intussen wordt al gewerkt met twee zo’n bubbelgordijnen.’

Meer vissen

‘De biodiversiteit op de zeebodem is met de windmolenparken wel fors gegroeid’, vervolgt Steven. ‘De palen en stenen trekken kleine organismen aan die hun voedsel halen uit de waterkolom. Die fungeren op hun beurt als prooidieren voor vissen. Er zijn vissen die zich vestigen in de windmolenzone, zoals schol, steenbolk, kabeljauw en pladijs. Andere, zoals horsmakreel, voeden zich met wat op de palen groeit, maar blijven er niet. Naast het voedsel zijn ook de structuren op zich voor sommige vissen, zoals makreel, een aantrekkingspool.’

De steenbolk is een kabeljauwachtige die wordt aangetrokken tot de funderingen van de turbines en de erosiebescherming, waar ze voedsel in overvloed vinden.© KBIN
De steenbolk is een kabeljauwachtige die wordt aangetrokken tot de funderingen van de turbines en de erosiebescherming, waar ze voedsel in overvloed vinden.© KBIN

‘Bovendien is het niet zo dat er bestaande soorten vis en ongewervelden uit de windmolenzone vertrokken zijn. Het gebied bevat nu zowel soorten die het zandige substraat van vroeger verkiezen als soorten die zich thuisvoelen op stenige structuren. We kregen er de rotskustfauna bij. We weten nog niet of dat ook zo zal zijn in de nieuwe windmolenzone die België zal bouwen voor de westkust. De zandige structuren zijn grotendeels hetzelfde, maar je hebt er ook enkele grindbedden. Daar is de biodiversiteit van nature veel groter dan op kunstmatige structuren. Het is nog afwachten wat dat zal geven als er windmolens komen.’

Gevolgen voor vogels

‘Behalve de effecten onder water volgt het monitoringprogramma ook de gevolgen van de windturbines boven water. Daar kan je niet omheen het verlies aan vogels. ‘Er zijn de aanvaringen met vogels, maar ook de vogels die de obstakels van nature ontwijken’, legt Steven uit. ‘De roodkeelduiker is daar het gevoeligst voor en wordt daar tot op meer dan 10 km door verstoord.’

‘Maar ook alken, zeekoeten en Jan van Genten worden verstoord door het zien van de windmolens. Met de verdere uitbouw van windmolenparken in de Noordzee kunnen deze soorten eventueel in de problemen komen. Dat is een problematiek die we niet op Belgisch, maar op internationaal niveau moeten bekijken. De ultieme vraag is wat de gevolgen zijn voor de populatie. Als de populatie even groot blijft of groeit, is er geen vuiltje aan de lucht. Maar dat weten we nog niet. Er zijn trouwens ook soorten die aangetrokken worden tot windmolenparken, zoals zilvermeeuwen en aalscholvers.”

Een grote spinkrab houdt zich schuil tussen de stenen van de erosiebeschermingslaag rondom een windturbine.© KBIN
Een grote spinkrab houdt zich schuil tussen de stenen van de erosiebeschermingslaag rondom een windturbine.© KBIN

‘Er worden nu stappen gezet om ook de ruimere gevolgen te onderzoeken, maar meestal op initiatief van de wetenschappers zelf. De meeste monitoringprogramma’s voor windmolenparken voorzien daar geen budget voor, ons programma wel voor een stuk. Het is eigen aan de wetenschap dat een vraag altijd inspiratie biedt voor een volgende vraag. De volgende stap moet gaan over de inschatting van de effecten op grotere schaal. Welke populaties profiteren van de aanwezigheid van windmolenparken en welke ondervinden hier schade van?”

Oplossingen zoeken

‘We staan op dit moment zowel voor een energiecrisis als voor een biodiversiteitscrisis. De beide moeten we aanpakken’, aldus Steven. ‘Een rapport als het onze biedt al informatie die toelaat om negatieve effecten voor de biodiversiteit te verminderen en positieve effecten nog te versterken. Nu we weten dat de windmolenparken nieuwe soorten aantrekken op de zeebodem, bekijken we of het design van de funderingen nog kan worden aangepast, zodat dieren zich er nog meer thuisvoelen.’

Angroei van een diverse fauna op een betonnen fundering in het C-Power-windmolenpark. We zien onder andere zee-anjelieren, zee-egels, mosselen, zeepokken...© KBIN
Angroei van een diverse fauna op een betonnen fundering in het C-Power-windmolenpark. We zien onder andere zee-anjelieren, zee-egels, mosselen, zeepokken…© KBIN

‘Ook voor de vogels wordt geëxperimenteerd met oplossingen’, aldus Steven. ‘Helpt het als er meer ruimte tussen de molens wordt gelaten, of zijn ze beter zichtbaar als één wiek zwart is? Dat wordt allemaal onderzocht. In Nederland zullen radars worden ingezet om de windmolens op zee even stil te leggen als de vogeltrek aan de gang is. In de USA staan er windmolens op land nabij een broedgebied voor roofvogels. Daar worden zelfs radars ingezet om roofvogels te volgen en de turbines stil te leggen als ze passeren.’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier