Natuurpunt heeft er ondanks corona 1.000 leden bij

De coronacrisis heeft ook positieve gevolgen. Zo kreeg Natuurpunt er in onze provincie bijna 1.000 leden bij in het geteisterde 2020. “Door corona hebben de West-Vlamingen de natuur dicht bij huis ontdekt”, klinkt het.

Natuurpunt mag dit jaar twintig kaarsjes uitblazen. In onze provincie is de natuurvereniging actief in 42 van de 68 gemeenten. De voorbije twee decennia werd 2.432 hectare natuur verworven. De groenste gemeente van West-Vlaanderen is Blankenberge (334 hectare), gevolgd door Diksmuide (296 hectare) en Damme (245 hectare).

Maar al die natuurgebieden moeten uiteraard beheerd worden. Er moet bovendien ook aan natuurstudie en -educatie gedaan worden. Daarvoor rekent Natuurpunt op de passie van de vele vrijwilligers onder haar 19.907 West-Vlaamse leden. Opvallend: in het coronajaar 2020 kwamen er in onze provincie liefst 922 leden bij. “Door corona hebben de West-Vlamingen de natuur dicht bij huis ontdekt”, zegt provinciaal verenigingscoach Pieter Becuwe. “Maar ook campagnes als het vogeltelweekend en het mollenweekend leverden extra leden op.”

Eén van die nieuwe leden is fietstechnicus Joke Callewaert (39) uit Pittem. Zij volgde vorig jaar een cursus tot natuurgids en is actief als vrijwilliger bij De Torenvalk. “Ik ben al van kleins af aan geïnteresseerd in de natuur. Door met ons gezin lid te worden van Natuurpunt wilde ik mijn kinderen diezelfde liefde bijbrengen.”

Robrecht Pillen uit Damme is er dan weer al sinds de start bij. Robrecht (65) is een gepensioneerd Vlaams ambtenaar van de Dienst Leefmilieu en zet zich sinds 1982 in voor de historische stadswallen van dit polderdorp. “Een deel van dit moeilijk toegankelijk moerasgebied vormde vroeger het jachtgebied van een notaris. Deze verwoede jager had ook een hart voor natuurbescherming en verkocht ons zijn 4 hectare aan een vriendenprijsje.”

“Later hebben wij stelselmatig met Natuurpunt en De Wielewaal stukjes natuurreservaat aangekocht. Onder meer poldergraslanden waar de vriesganzen passeren en weidevogels komen hier broeden. De meest waardevolle percelen, de voormalige stadsgrachten die in 1762 hun functie verloren, strekken zich over 30 hectare uit. Die open grachten werden rietvelden en moerasbossen, met zeldzame planten. Elke eerste zaterdag van de maand zetten enkele tientallen vrijwilligers zich in voor het beheer.”