Twee jaar nadat de behangersbij opdook in West-Vlaanderen is het dier er opnieuw opgedoken in Harelbeke. Dat kan wijzen op een bestaande kleine populatie in Zuid-West-Vlaanderen, meldt Natuurpunt woensdag.
Tijdens een bijeninventarisatie in 2020 op het provinciedomein Bergelen in Gullegem (West-Vlaanderen) werd tweemaal een mannelijk exemplaar van de zeer zeldzame grote behangersbij (Megachile lagopoda) gevonden. Twee jaar later vond de werkgroep Aculea West-Vlaanderen opnieuw een mannetje van een grote behangersbij tijdens het project in Harelbeke.
Van deze soort werden volgens Natuurpunt in Vlaanderen slechts enkele waarnemingen gerapporteerd, maar deze dateren allemaal van voor 1950. “Drie recente waarnemingen in twee jaar tijd relatief dicht bij elkaar zouden kunnen wijzen op een bestaande kleine populatie in Zuid-West-Vlaanderen”, legt Yves Gevaert van de werkgroep Aculea West-Vlaanderen uit. “De grote behangersbij werd eerder al waargenomen in Wallonië en het noorden van Frankrijk, maar de soort is uiterst zeldzaam met slechts enkele waarnemingen. In Wallonië is de soort recentelijk enkel waargenomen in de omgeving van Doornik in Henegouwen en in Tellin in Luxemburg.”
De forse mannetjes zijn gemakkelijk te onderscheiden van de andere soorten behangersbijen. Ze hebben sterk verbrede, witte voortarsussen, de structuur aan het uiteinde van de poot, met witte haarfranjes die zwart eindigen, zwarte ogen en een enorm gezwollen en gebogen achtertiba. “De enige soort waarmee ze verward kan worden is de kustbehangersbij, maar deze soort heeft groene ogen en oranje beharing aan het uiteinde van de voortarsussen. Zoals zijn naam doet vermoeden is de kustbehangersbij sterk gebonden aan warme en zandige biotopen, maar ook droge heide en kalkgraslanden”, aldus Gevaert.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier