Hengelaars die aan het Staketsel in Oostende vissen, klagen dat er veel minder vis te vangen is. Sommigen wijzen naar de zeehonden die je vaak aan het Klein Strand kan zien. Volgens Hans Polet van het ILVO (Instituut voor Landbouw- en Visserijonderzoek) is dat erg onwaarschijnlijk, omdat de zeehondenpopulatie erg klein is.
Carlos Demey (75) is een fervent hengelaar. Hij komt al meer dan 50 jaar vissen aan het Staketsel. “De tijden veranderen hé”, zucht hij. “Er is zeker minder vis dan vroeger. De tijd van de wijting is zo goed als voorbij en de scharren beginnen ook op hun einde te lopen. Bepaalde dagen vang ik niets. Dan hou ik het na een uur of vier voor bekeken.”
Volgens Carlos zijn er verschillende oorzaken. “Door de strekdam vinden de vissen veel minder de weg naar het staketsel. Ze komen veel moeilijker binnen door die muren. Wat ook meespeelt, zijn de zeehondjes die op het Klein Strand liggen. Al denk ik niet dat dat de grote oorzaak is, maar dat dit wel een klein beetje meespeelt. We merken dat we minder vis vangen als de zeehondjes er liggen.”
Complex ecosysteem
Carlos vindt het zelf niet zo erg dat hij minder vis vangt. “Mocht het enkel om de vis draaien, zou ik hier niet staan. Enkel als het regent kom ik niet naar hier (lacht). Ik doe een babbeltje, geniet van het mooie weer… Natuurlijk is het leuk als je iets kan vangen, maar het is een bezighouding”, geeft hij tot slot mee.
Hans Polet van het ILVO (Instituut voor Landbouw- en Visserijonderzoek) nuanceert. “Eerst en vooral is het ecosysteem voor onze kust heel complex”, legt hij uit. “Er zijn heel veel invloeden, zowel van menselijk als niet-menselijke oorsprong. Dat zijn zaken die allemaal meespelen bij het visbestand. Verder is het gewoon een feit dat elke zeehond vis eet. Dat zal dus wel een effect hebben. Nu komen er de jongste jaren wel meer en meer zeehonden voor aan onze kust. Maar of dat effect al echt merkbaar is? Daar is er nog geen onderzoek naar gebeurd. De populatie die op het Klein Strand zit is ook echt niet groot.”
Schuilplaats zoeken
“In Canada is er wel al onderzoek gebeurd naar het effect van zeehonden. Daar kelderde dertig jaar geleden de populatie kabeljauw. Toen werd ook gezegd dat dat door zeehonden kwam. Uit onderzoek bleek dat dat niet zo was, maar die kabeljauw kwam niet terug. En dat kwam wél door de zeehonden. Het is dus niet zo zwart-wit en ik wil me er dan ook niet over uitspreken. Wat volgens mij ook kan, is dat de zeehonden een afschrikkend effect hebben. Als er daar permanent veel zeehonden in de havengeul zitten, dan gaan die vissen daar op reageren en een schuilplaats zoeken. Dat zou misschien wel kunnen.”
Dat er minder vis in onze zee zit, klopt wel. “De jongste tien jaar zijn onze vispopulaties er op achteruitgegaan”, gaat Hans Polet verder. “We hebben aangetoond dat dit komt door het elektrisch vissen, het pulsvissen. Dat is ondertussen verboden en de meeste vissers maken hier geen gebruik meer van. Tegen de zomer moet dit helemaal uitgefaseerd zijn. In feite zouden de vissers hier dus een positief effect van moeten merken. De aanwezigheid van de strekdam speelt mogelijk ook mee, dat kan. Zoals ik al zei: er zijn zodanig veel factoren die meespelen dat je niet met zekerheid kan zeggen wat de echte oorzaak is.”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier