Allereerste vondsten van de mythische reuzenalk aan onze kust

Amateur-paleontoloog Sven Delandat vond op het strand van Blankenberge-Zeebrugge een opperarmbeen van een vogel. © GF
Redactie KW

De reuzenalk, de ‘pinguïn van het noorden’, stierf in 1844 uit. Tot dan leefde deze 75 centimeter grote, 5 kilogram zware niet-vliegende zeevogel in de noordelijke Atlantische Oceaan en de Noordzee. Dankzij burgerwetenschap zijn in Nederland de laatste jaren behoorlijk wat botten van dit dier aangetroffen. Onlangs ontdekten burgers ook op Belgische stranden de allereerste twee botten van deze uitgestorven vogel. Een primeur.

Op 9 november 2021 vond amateur-paleontoloog Sven Delandat op het strand van Blankenberge-Zeebrugge een opperarmbeen van een vogel. “Ik nam het bot mee naar huis, probeerde het te determineren, maar het kwam met geen enkel bot uit mijn collectie overeen. Ik begon te vermoeden dat het om een heel speciale vondst ging.

Sven nam contact op met het Vlaams Instituut voor de Zee (VLIZ), dat de hulp inriep van Bram Langeveld van het Natuurhistorisch Museum Rotterdam. Dé expert in Nederland als het om vondsten van deze verdwenen zeevogelsoort gaat, bevestigde de determinatie. Intussen bleek dat een andere strandwandelaar, Sonja Luypaert, in oktober 2021 nog een opperarmbeen van een reuzenalk had gevonden op het strand van Oostende. Twee uitzonderlijke vondsten dus, op twee maanden tijd.

Uitgestorven rond 1844

De reuzenalk was een grote, niet-vliegende alk van de Noord-Atlantische Oceaan. Een evenknie van de pinguïns op het zuidelijk halfrond, maar niet nauw verwant. De soort stierf rond 1844 uit als direct gevolg van bejaging door de mens. Tot heel recent beschouwden onderzoekers skeletresten van de reuzenalk uit Nederland en de aangrenzende zuidelijke Noordzee als zeldzaam. Maar dankzij vondsten op Nederlandse opgespoten stranden zijn inmiddels meer dan 125 botten bekend. Vooral de inbreng van citizen scientists (amateur-verzamelaars) de voorbije jaren is hierin bepalend. De grote hoeveelheid resten veranderde het beeld van de reuzenalk in de zuidelijke Noordzee van een zeldzame dwaalgast naar een waarschijnlijk algemene of geregelde wintergast gedurende de afgelopen millennia. Belgische vondsten ontbraken tot nu toe, maar daar is dus verandering in gekomen.

De reuzenalk was voor zijn overleving kansloos tegenover de mens. Net als de legendarische dodo of walgvogel, kon de reuzenalk niet vliegen en bewoog zich op het land niet zo snel voort. Wel kon hij erg goed, snel en behendig zwemmen en duiken. Het dier kwam praktisch alleen aan land om te broeden, maar bleef op open zee vermoedelijk in de nabijheid van de kust. Zijn voedsel bestond uit vis en mogelijk ook uit kreeftachtigen, dat hij onder water opdook.

Opgespoten stranden

De mens had al vroeg een invloed op de bestanden, vooral door jacht op de zuidelijke populaties van de soort. In de broedkolonies bejaagde de mens het dier intensief voor zijn vlees, veren en eieren. En toen bleek dat de soort al zeldzamer werd, nam ook zijn geldelijke waarde voor musea en particulieren toe. Uiteindelijk is het ‘laatste paartje’ in 1844 op het eilandje Eldey bij IJsland afgeslacht, terwijl het aan het broeden was. Verspreid over de wereld zijn – vooral in musea – 78 huiden, 75 eieren en 24 complete skeletten bewaard gebleven. Daarnaast is er ook vrij veel skeletmateriaal uit archeologische context.

Vooral op opgespoten stranden is er een kans een bot van een reuzenalk te treffen. Heel wat geïnteresseerde amateur-verzamelaars zoeken op deze stranden naar fossielen. Op een van de rijkste strandvindplaatsen van botten van de reuzenalk, de Zandmotor voor de kust van Ter Heijde, kost het gemiddeld 270 uur zoeken om een enkel botje van het dier te vinden. De ruim 125 Nederlandse strandvondsten vertegenwoordigen circa 33.000 zoekuren. De verdienste van meer dan 30 citizen scientists die hun vondsten belangeloos aan onderzoekers beschikbaar stelden. Zonder de fossielenverzamelaars op de stranden hadden we nooit het huidige beeld gehad van de reuzenalk in de zuidelijke Noordzee.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier