Van draaimolentjes tot kites in de vorm van een havik en zelfs gemotoriseerde voertuigen: u kunt het zo gek niet bedenken of de badplaatsen hebben het in het verleden uit de kast gehaald om iets te doen aan meeuwen die in de centra voor overlast zorgen. Stad Oostende gooide het enige tijd geleden over een heel andere boeg en dat blijkt nu te lonen. Het aantal meldingen van burgers die hinder ondervinden, is gedaald. “Wij namen het voortouw en bijna alle kustgemeenten zijn op de kar gesprongen”, zegt bevoegd schepen Silke Beirens (Groen).
De combinatie van duidelijk informeren en communiceren met waar nodig de overlast aanpakken: dat is de nieuwe strategie die het Oostendse stadsbestuur al een tijd hanteert als afdoende oplossing voor de meeuwenproblematiek. En het loont, dat bewijzen de cijfers. Vorig jaar noteerde het meeuwenteam 312 meldingen tegenover 340 het jaar ervoor. Het aantal vervangen eieren daalde. Er werden 210 eieren weggenomen, 188 nepeieren gelegd en 40 nesten verwijderd. Boven op de meldingen zijn er 162 jonge en/of zieke meeuwen opgehaald en zijn er 424 extra nesten op de kaart gezet.
Van het totaal aantal in Oostende aangetroffen nesten zijn er 349 van zilvermeeuwen, 635 van kleine mantelmeeuwen en 78 van een niet gedetermineerde soort. Maar wie meent dat het wegnemen van die nesten steeds de beste oplossing is om van de dieren af te geraken, heeft het toch ietwat verkeerd voor. Samen met de Afdeling Natuur en Bos van de Vlaamse overheid zijn er namelijk ook daken met respectievelijk 170 en 150 nesten veilig gesteld. Een deel van de jongen die door het meeuwenteam worden opgehaald of in het VOC zitten, worden in het broedseizoen verplaatst naar de haven van Zeebrugge, waar een kooi voorzien is op een stuk waar nog kolonies van de zilver- en kleine mantelmeeuw zitten. Daar kunnen ze verder opgroeien tot ze groot genoeg zijn om voor zichzelf te zorgen. “Het mag dan een cliché zijn, de meeuw is een kustvogel en hoort thuis aan zee”, legt Claude Velter van het Opvangcentrum voor Vogels en Wilde Dieren (VOC) in Oostende uit. “De leefgebieden van de mens en de meeuw komen steeds bij elkaar. Voor de meeuw heeft het leven dicht bij de mens zeker zijn voordelen, wat bij sommige bewoners en toeristen voor overlast en ergernis zorgt.”
Gedekte tafel
Enkele jaren geleden besloot Stad Oostende dus om de problematiek anders aan te pakken. “Wij hebben het voortouw genomen en gingen in 2019 de uitdaging aan om op een nieuwe manier te communiceren en vooral te informeren”, zegt schepen Silke Beirens (Groen). “In dat kader hebben we het jaar daarna een meeuwenteam opgericht. Waar tot dan vooral de brandweer instond voor de afhandelen van de meldingen en het verwijderen van nesten of het leggen van nepeieren, zijn we nog nauwer gaan samenwerken met het kenniscentrum dat het VOC is. Het beleid rond de meeuwen wordt nu vanuit het perspectief van de milieuproblematiek en het dierenwelzijn bekeken. Bijkomende maatregelen, zoals het voorzien van steeds meer afvalstraten, de mogelijkheid om bij de stad een container aan te schaffen voor slechts 5 euro, ophalen van compost… helpen absoluut om de overlast in bepaalde buurten aan te pakken. Daarbij spelen de mensen natuurlijk ook een belangrijke rol: we raden iedereen aan om ervoor te zorgen dat de vogels geen gedekte tafel met allerlei lekkernijen voorgeschoteld krijgen. Wij werken momenteel met de intercommunale IVOO aan een plan om de gescheiden afvalophaling van groente-, fruit- en tuinafval logistiek in goede banen te leiden.”
Frustratie wegnemen
Nathan Noels en Marc Verborgh vormen sinds 2020 samen het meeuwenteam en die zijn dus niet alleen in Oostende actief. Bijna alle kustgemeenten gaan jaarlijks een contract aan met het VOC om het team op hun grondgebied actief te laten zijn. Het team voerde in 2023 1.732 interventies uit, waarvan 949 in Oostende, gevolgd door Knokke-Heist met 274 interventies en net zoveel in Blankenberge. “Onze taak is in de eerste plaats om de bewoners te sensibiliseren en te informeren”, legt Nathan uit. ’” Een goed gesprek neemt al heel wat frustratie weg. Daarnaast gaan we ook waar nodig ter plaatse om de overlast aan te pakken. Het nestmateriaal of de eieren worden dan weggenomen, waardoor de overlast sterk vermindert. En natuurlijk geven we altijd advies over hoe de bewoner in de toekomst een nest kan vermijden.”
Industriële daken
Het mag dan misschien wat vreemd klinken, maar nesten verwijderen blijkt dus niet altijd een goede oplossing te zijn, integendeel. “Het duidelijkste argument daarvoor wordt aangereikt door de vele nesten die zich bevinden op platte, industriële daken in de Oostendse achterhaven,”, geeft Claude Velter mee. “Daar broeden samen zo’n 500 koppels. Als je zou beslissen om die te verjagen, dan gaan de vogels naar alternatieven in de stad zoeken. Daar moet dus geen tekeningetje bij. De vogels zorgen er bovendien niet voor overlast. Geef de bedrijven in kwestie bijvoorbeeld financiële steun om jaarlijks de daken en de zonnepanelen te reinigen en verwijder na 15 september de nestresten. Zo beperk je zeker de overlast waar mensen wonen en leven. Zo zie je dat in het in bepaalde gevallen beter is om de meeuwen gewoon te laten zitten.”
Het broedseizoen komt eraan. Je kan van 15 maart tot 15 augustus een beroep doen op het Meeuwenteam.
Een interventie aanvragen doe je door een formulier in te vullen via de site van de stad www.oostende.be.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier