Het stadhuis van Oostende is vanaf nu aangesloten op het warmtenet. Oostende is de eerste in Vlaanderen die het stadhuis verwarmt met restwarmte. De stad kan zo 46.000 euro per jaar besparen. Na iets meer dan een jaar is de investering van 60.000 euro op die manier al terugbetaald. De stad kreeg ook subsidies van de Provincie West-Vlaanderen.
Schepen Silke Beirens (Groen) en Björn Anseeuw (N-VA) daalden maandagmiddag af naar de stookruimte van het stadhuis van Oostende om aan de hendel te draaien die ervoor zorgt dat de verwarmingsinstallatie van het stadhuis gekoppeld is aan het warmtenet. Deze warmte is afkomstig van restwarmte van de lokale afvalcentrale van IVOO. Die restwarmte ging vroeger verloren maar wordt de laatste jaren gerecupereerd door de burgercoöperatieve Beauvent. Sinds 2019 levert het Warmtenet Oostende duurzame restwarmte aan bedrijven, publieke gebouwen en collectieve woningen.
De stad Oostende besliste om ook het stadhuis te laten aankoppelen. “Deze maatregelen zorgt ervoor dat we 46.000 euro kunnen besparen op de energiefactuur”, zegt schepen van stadsgebouwen Björn Anseeuw. “Als je weet dat de investering ons 60.000 euro heeft gekost dan weet je dat we deze investering heel snel kunnen terugverdienen.”
Winst voor klimaat
Er is ook een grote winst voor het klimaat. “Door voor de verwarming van het stadhuis af te stappen van fossiele brandstoffen, realiseren we een CO2-reductie van 95 procent of zo’n 291 ton. Zo zetten we een grote stap richting een klimaatneutrale toekomst zoals we vooropgesteld hebben in ons klimaatplan Leefbaar Oostende”, zegt schepen Silke Beirens.
Binnenkort wordt ook de marinekazerne Bootsman Jonsen aangesloten op het warmtenet. Beauvent is momenteel bezig met een kapitaalsoproep van 1 miljoen euro ter financiering van de uitbreiding van het warmtenet. “We hebben al 800.000 euro opgehaald. Het enthousiasme om mee te stappen in ons verhaal is dan ook groot. Mensen die geïnteresseerd zijn kunnen nog altijd deelnemen”, zegt Frédéric Haghebaert, algemeen directeur van Beauvent.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier