Met deze maatregelen wil minister Peeters wateroverlast in Westhoek aanpakken

Minister van Openbare Werken Lydia Peeters (Open VLD) stelt de maatregelen van de taskforce ‘Weerbare Westhoek’ voor. © belga
Camille Jonckheere

Nieuwe overstromingsgebieden en kleine lokale dijken aanleggen, water hogerop bufferen en een betere samenwerking met Frankrijk. Dat zijn enkele van de maatregelen die minister van Openbare Werken Lydia Peeters (Open VLD) voorstelt met de taskforce ‘Weerbare Westhoek’. Die taskforce werd opgericht om na de wateroverlast in november te kijken hoe zo’n situaties kunnen aangepakt en vermeden worden in de toekomst. Het gaat om een 70-tal maatregelen op korte termijn met een prijskaartje van wellicht 68 miljoen euro, waarvan er nog voor 58 miljoen euro aan middelen moet gezocht worden en een geïntegreerd en actiegericht meerjarenprogramma op langer termijn.

In november 2023 kreeg de Westhoek te maken met grote wateroverlast en overstromingen. Door de hoge grondwaterstanden, verzadigde bodem, zware neerslag in Frankrijk en West-Vlaanderen en het doodtij, waardoor er moeilijker water kon geloodst worden naar de Noordzee stonden bepaalde gebieden volledig onder water en werd het erg kritiek voor enkele inwoners, die moesten geëvacueerd worden.

De Vlaamse regering besliste op 17 november om een taskforce ‘Weerbare Westhoek’ samen te stellen, die op een maand tijd een advies moesten geven over hoe het waterbeheer duurzaam en veilig verder aangepakt moet worden in de Westhoek en specifiek rond het IJzerbekken. Daarvoor werd er ook rekening gehouden met het bestaande advies van ‘Weerbaar Waterland’ en projecten daarrond, zoals de Blue Deal en het Kilmaatadaptatieplan.

De taskforce kwam drie keer samen in Diksmuide. Verschillende partners, zoals de betrokken gemeentes, de Zuidijzerpolder en Westkustpolder, de provincie West-Vlaanderen, de Vlaamse Landmaatschappij, de Vlaamse Milieumaatschappij, departement Omgeving, departement Mobiliteit en Openbare Werken, De Vlaamse Waterweg en het departement Kanselarij en Buitenlandse Zaken kregen de kans om hun input te geven. Het advies van minister Peeters, samen met minister Zuhal Demir en Hilde Crevits bevat enkele concrete maatregelen op korte termijn een plan voor een systeemaanpak om overstromingen en waterschaarsterisico te doen dalen. De Vlaamse Regering zal nu verder met dit advies aan de slag moeten.

Korte termijn maatregelen

Voor op korte termijn stelt de taskforce zo’n 70-tal maatregelen voor. “Daarbij werd er hard gelet op de 3 p’s: preventie, paraatheid en protectie. Het is belangrijk dat die efficiënt zijn onder elk klimaatscenario, droogte of overstromingen en dat die geen nadeel vormen voor andere cruciale problematieken in de regio. Die maatregelen zorgen niet permanent voor extra waterafvoer, maar enkel wanneer het nodig is om wateroverlast te vermijden. Waar mogelijk willen we net water vasthouden, zodat er waterbeschikbaarheid kan gegarandeerd worden tijdens langdurige droogte”, stelt minister Peeters.

Het advies bevat zowel maatregelen op het terrein, zoals het bovenstrooms bufferen van water, maar ook maatregelen op vlak van beleid en regelgeving, onderzoek en monitoring en communicatie en sensibilisering. Daarom werden de bestaande knelpunten in kaart gebracht, die de uitvoering op het terrein zouden kunnen verhinderen om die weg te werken. Men schat dat men een budget van ongeveer 68 miljoen euro nodig heeft om alle voorgestelde maatregelen op korte termijn te kunnen uitvoeren, gespreid over 2024 en 2025. Daarvan wordt er nog voor 58 miljoen gezocht naar middelen.

Prioritair

Enkele concrete maatregelen voor op korte termijn krijgen bij het voorstel van dit advies voorrang, omdat ze als prioritair worden bestempeld. Dat gaat over het stroomopwaarts bufferen, vertraagd afvoeren van water, aanleggen en inrichten van nieuwe gecontroleerde overstromingsgebieden, aanleggen van lokale dijklichamen om kritische infrastructuur te beschermen, zoals de dorpskernen of industrie in Roesbrugge of Stavele en het verhogen van structureel onderhoud van alle waterlopen.

Ook de concrete maatregel rond het dynamisch peilbeheer, waar de lokale besturen erg voor open stonden, zit in het advies vervat. Dat dynamisch beheer wil zeggen dat men het waterpeil niet permanent op een bepaalde hoogte in de winter of zomer zal houden, maar dat dit zal aangepast worden naar aanleiding van bijvoorbeeld voorspelde hevige neerslag.

Daarnaast zullen de verschillende organisaties rond de waterlopen in de Westhoek meer grensoverschrijdend samenwerken, wil het advies verzekeren dat er voldoende water kan geloodst worden naar zee op diverse locaties en dat dit ook getij-onafhankelijk kan gebeuren, want het getij vormde nu een grote spelbreker om water te lozen. Maar ze willen ook de afwateringscapaciteit van onder andere het Lo-Kanaal en de IJzer vanuit Diksmuide naar Nieuwpoort nog optimaliseren en een traject opstarten voor het plan ‘Ruimte voor water IJzervallei.

Plan van aanpak op langer termijn

Maar naast maatregelen op korte termijn is er ook een aanpak voor de lange loop nodig. De taskforce geeft hierbij het advies om een geïntegreerd en actiegericht meerjarenprogramma op te maken, waarin de Westhoek in de toekomst kan rekening houden met het klimaat en zodat de regio ook weerbaar blijft tegen meer en intensere extreme weersomstandigheden. “Verdere investeringen in waterbeheersing van onze waterlopen zijn aan de orde, we moeten leren leven met water maar ook ruimte geven en teruggeven aan water”, stel minister Peeters.

Een eerste stap voor dat programma is het in kaart brengen van risico’s en knelpunten samen met het bepalen van wat een aanvaardbaar overstromingsrisico is. Daarnaast moeten strategische en operationele doelen vastgelegd worden om deze risico’s in de praktijk ook zo te houden en maatschappelijk aanvaardbaar te maken.

Uiteindelijk moet dit plan dan opgemaakt en uitgevoerd worden samen met de lokale actoren en belanghebbende partijen. Een grote stap, waar de burgemeesters van Poperinge Christof Dejaegher en Lo-Reninge Lode Morion zelf de afgelopen weken al op aandrongen, is het versterken en verderzetten van de grensoverschrijdende samenwerking met Frankrijk.

Taskforce blijven bestaan

Bestaande initiatieven en projecten mogen volgens het advies niet uit het oog verloren worden en waar mogelijk moeten die versterkt worden. “Er moet gebruik gemaakt worden van bestaande en goedwerkende structuren op alle vlakken, zowel Vlaams, als het gebied en de bekken. De huidige bekkenstructuur aanhouden is zeker aangeraden, want daar heb je al een brede lokale vertegenwoordiging en ook een multidisciplinaire aanpak. En de gebiedscoalities worden best uitgebouwd over het hele bekken heen.”

Volgens het taskforce is er ook nood aan een duidelijke structuur om dit meerjarenprogramma goed en integer met voldoende daadkracht te kunnen opvolgen. Daarom raden ze ook op om de taskforce zelf in de huidige samenstelling en met de partners verder te laten doorlopen. “Zo kan die over de uitvoering en implementaties van alle maatregelen en acties waken en die opvolgen”, luidt het besluit.

De betrokken ministers gaan nu voor de Vlaamse Regering aan de slag met de aanbevelingen voor hun beleid.

Lees meer over: