Landbouwer Wouter Pety (42) raamde zijn schade op 128.065 euro na de historische wateroverlast in de Westhoek, nu 14 maanden geleden. Van het Vlaams Rampenfonds krijgt hij 0 euro terug. “Ik moet nu een lening aangaan om dit onverwacht verlies te kunnen dragen”, reageert hij. “Er zit een hiaat in de regelgeving.”
Wouter Pety (42) is de tweede generatie van een landbouwersfamilie op het platteland bij het West-Vlaamse grensdorpje Watou. “Wij liggen niet vlakbij een waterloop, maar kregen wel historisch veel neerslag te verwerken waardoor we niet konden oogsten. Alle aardappelen, suikerbieten en grasklaver, en een deel korrelmais bleven in de verzopen grond zitten. We zagen destijds verschillende ministers naar de Westhoek komen met de belofte van een schadevergoeding. Nu blijkt dat ze ons valse hoop gaven.”
Veel pijn
“Omwille van de grote bedragen schakelde ik een expertisebureau in voor een correcte vaststelling van de schade. Daardoor zit ik met een nog grotere kost, want de vaststelling kostte mij 635 euro.”
Dat het verlies niet vergoed werd, komt erg onverwacht voor Wouter en zijn gezin met vier kinderen. “Het is een enorme financiële dobber voor ons. Het doet enorm veel pijn en ik laat er mijn slaap voor. Wij moesten een lening aangaan om dit verlies te kunnen dragen. Het komt erop neer dat we nu drie tot vier jaar gratis werken. Gelukkig gaat mijn vrouw buitenshuis werken als verpleegster, zij moet nu ons gezin dragen. We doen wat we kunnen om alles te kunnen dragen.”
Verzekering?
Zijn gewassen laten verzekeren, bleek geen optie. “Te duur”, stelt Wouter. “Op basis van voorgaande jaren werd duidelijk dat een verzekering geen verstandige beslissing is. Dat zou ons per jaar 7.000 euro kosten terwijl we in geval van grote schade, maximum de helft van de bruto opbrengst zouden terugkrijgen. Als we al iets zouden krijgen, want ze kunnen zich in allerlei bochten wringen om niets te moeten betalen. Nooit hadden we verwacht dat we niks zouden krijgen van de overheid.”
“Nooit hadden we verwacht dat we niks zouden krijgen van de overheid”
“Bij het toekennen van een schadevergoeding wordt een onderscheid gemaakt tussen schade veroorzaakt door waterlopen die buiten de oevers traden en schade door regenval. De regenval van toen was ongezien: tot wel 350 liter per vierkante meter in vijf weken. Het ging om voortdurende regenval, die onze akkers enerzijds niet oogstbaar maakten, maar anderzijds niet beantwoordde aan de huidige criteria voor schade door regenval bij het rampenfonds”, zegt Wouter.
Parlement
“Waarvoor dient een rampenfonds nog? Tellen wij dan niet mee in deze Vlaamse uithoek? De regels moeten herbekeken worden, want nu is er een hiaat. Iets krijgen in plaats van helemaal niets, dat betekent een enorm verschil. Ook mentaal. Ik ben de laatste tijd vijf jaar verouderd door deze zorgen en heb een blijvende angst telkens het weer hevig regent.”
“Alleen materiële schade die rechtstreeks het gevolg is van de erkende ramp komt in aanmerking voor een tegemoetkoming” – minister-president Matthias Diependaele (N-VA)
Pety blijkt lang niet de enige landbouwer in de Westhoek die nu met een financiële kater zit. Loes Vandromme (CD&V) uit Poperinge kaartte de kwestie dinsdag aan in het Vlaams parlement. Ze stelde enkele vragen aan minister-president Matthias Diependaele (N-VA). “Want het is de minister-president die verantwoordelijk is voor het erkennen van rampen”, aldus Vandromme.
Onderscheid schade
“Het klopt dat er in dezelfde periode ook hevige regenval was”, antwoordde Diependaele op de vragen van Vandromme. “Dit fenomeen werd grondig onderzocht door de wetenschappelijke instellingen, maar zij stelden vast dat aan de erkenningscriteria voor regenval niet voldaan was. Regenval werd daarom niet erkend als ramp. Alleen materiële schade die rechtstreeks het gevolg is van de erkende ramp, in dit geval de overstromingen, komt in aanmerking voor een tegemoetkoming. Schade door regenval valt hier niet onder.”
“In de praktijk zien mijn diensten dat veel landbouwers schadeclaims indienden voor de volledige oppervlakte van hun percelen in de erkende gemeenten, ook voor delen die niet overstroomden”, vervolgde Diependaele. “Vaak wordt geen onderscheid gemaakt tussen schade door regenval en schade door overstromingen. Ik begrijp dat dit soms tot teleurstelling leidt. Zeker omdat regenval landbouwers zwaar heeft getroffen wegens de moeilijkheden bij het oogsten.”
Wetenschappelijke criteria
“Toch ben ik gebonden aan de wetgeving en kan ik de wetenschappelijke criteria niet zomaar naast mij neerleggen”, aldus nog Diependaele. “Bovendien zou het vergoeden van schade door regenval leiden tot een ongelijke behandeling van landbouwers in niet-erkende gemeenten die met gelijkaardige problemen kampten, ook ten gevolge van de regenval.”
“Uit dit verhaal blijkt dat het vooral belangrijk is om schade te beoordelen op basis van effectief opgemeten schade en niet alleen op basis van theoretische modellen”, vindt Vandromme. “Als blijkt dat in Abele en Watou ook een uitzonderlijke regenval vastgesteld werd, dan moeten we daar ook rekening mee kunnen houden. Ik hoop dat de evaluatie van de brede weersverzekering, afgesproken in het regeerakkoord gepland in 2025, effectief snel gebeurt. Daarna kan eventueel via andere systemen, zoals onderlinge fondsen, ingezet worden op risicomanagement voor de land- en tuinbouwers dat breder gaat. Dit kan voor Wouter en de andere gedupeerden een oplossing bieden.”
Wanneer wél als ramp erkend?
“Hevige regenval is zware en plotse regen van meer dan 35 millimeter per uur per vierkante meter of meer dan 70 millimeter per 24 uur per vierkante meter, die lokale overstromingen, opstuwingen van riolen of modderstromen veroorzaakt”, duidt Eline Franckaert, woordvoerder Departement Kanselarij en Buitenlandse Zaken. “Periodes van aanhoudende regenval worden als één enkele ramp beschouwd. Het Vlaams Rampenfonds houdt bij de beoordeling rekening met een terugkeerperiode van 30 jaar. Het Vlaams Rampenfonds beoordeelt het uitzonderlijke karakter van de hevige of aanhoudende regen op basis van de adviezen van het KMI, van de VMM of van beide. De wetenschappelijke adviesinstanties (KMI en VMM) hebben op basis van hun onderzoek vastgesteld dat de hevige regenval in oktober en november 2023 in Vlaanderen nergens de vereiste wetenschappelijke erkenningscriteria heeft overschreden die van toepassing zijn op de schademeldingen die burgers en bedrijven hebben ingediend.” (TP)
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier