West-Vlaamse chauffeurs van De Lijn betalen op één na het minst voor hun boetes, maar rijden toch het veiligst
Een chauffeur van De Lijn die een verkeersovertreding begaat betaalt slechts een deel van de boete die daarop volgt. Dit aandeel verschilt per provincie, dat blijkt uit het antwoord van minister van Mobiliteit Lydia Peeters (Open VLD) op vraag van parlementslid Bert Maertens (N-VA). In onze provincie ligt dit aandeel best laag, op 19 procent.
West-Vlaamse chauffeurs zijn vast blij met deze regeling. Zij moeten namelijk slechts voor 19 procent van hun boete zelf opdraaien. Na Antwerpen (18 procent) is dat het laagste bijdrage. In Oost-Vlaanderen, Vlaams-Brabant en Limburg ligt dit een pak hoger, respectievelijk betalen chauffeurs van De Lijn daar 24, 37 en 42 procent van hun boete. Volgens Maertens wordt er binnen De Lijn al jaren gediscussieerd over het al dan niet invoeren van een eenvormige regeling.
Minst aantal boetes
Ondanks het feit dat ze niet te diep in hun buidel moeten tasten bij een overtreding, toch kregen de West-Vlaamse chauffeurs in 2020 het minst aantal boetes: 132 stuks, een stuk minder dan het Vlaamse gemiddelde (370 boetes). In Antwerpen kan niet hetzelfde gezegd worden, zij behoren tot de slechtste leerlingen van de klas op vlak van verkeersveiligheid, met 515 boetes in 2020.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier