IN KAART Leeflonen bezorgen gemeenten pak extra werk: aantal in tien jaar tijd met de helft gestegen
Steeds meer West-Vlamingen hebben het financieel moeilijk. Meer dan 10.000 provinciegenoten kregen vorig jaar een leef-loon, dat is bijna de helft meer dan tien jaar geleden. En dat betekent een pak extra werk voor de gemeentebesturen, die de aanvragen moeten behandelen. “Meer leeflonen betekent ook meer werkuren voor het OCMW-personeel.”
Vorig jaar ontvingen 10.743 West-Vlamingen minstens één keer een leefloon, dat is 41 procent meer dan tien jaar geleden. Omgerekend gaat het over 0,9 procent van onze totale bevolking. Dat blijkt uit recente cijfers van de overheidsdienst Maatschappelijke Integratie.
Impact op beleid
Wat opvalt is dat in de rest van het land vooral het aandeel van de jongste leeftijdsgroepen (mensen jonger dan 20 jaar) sterk is toegenomen, bij ons is die stijging zeer beperkt gebleven. De oudere bevolking heeft zelfs minder steun nodig dan vroeger. In West-Vlaanderen zijn het vooral de 25 tot 30-jarigen die significant kwetsbaarder zijn geworden en veel vaker een beroep moeten doen op een leefloon om rond te komen, een trend die in de andere provincies uitblijft. Alleenstaanden blijven de best vertegenwoordigde groep en een kwart van alle leeflonen gaat naar erkende vluchtelingen. (lees verder onder de grafiek)
Leeflonen worden betaald door de federale overheid en dus niet door de steden of gemeenten, maar toch weegt de forse stijging op de lokale besturen. “Een toename van het aantal leeflonen betekent ook een toename van de werkuren”, weet Brecht Warnez, Vlaams Parlementslid voor CD&V, maar ook professor bestuursrecht.
“Mensen aan het werk krijgen is de enige duurzame oplossing”
“Voor lokale besturen is het tegenwoordig zeer moeilijk om gekwalificeerd personeel te vinden om deze aanvragen te behandelen en op te volgen, terwijl de werkdruk steeds groter wordt. Daarnaast bewijzen de cijfers ook dat er niet enkel meer leeflonen worden uitgedeeld, er is ook steeds meer vraag is naar andere sociale toelagen, die in vele gevallen wél deels of volledig door de steden en gemeentes zelf wordt gefinancierd. Dat kan wel een invloed hebben op het budget.” (lees verder onder de grafiek)
Eva Ryde beaamt dat. De N-VA-politica is schepen van Welzijn in Ieper, dat het aantal mensen met een leefloon in tien jaar tijd zag verdubbelen. “We hebben de afgelopen jaren heel wat nieuwe maatschappelijk werkers aangeworven, maar dat was een aartsmoeilijke zoektocht. Daarom willen we de volledige procedure omtrent steuntoekenning hervormen. Bedoeling is dat we straks, mede dankzij nieuwe software, minder administratief werk hebben en dus meer tijd om in gesprek te gaan met kwetsbare inwoners. Want aan de instroom kunnen we niet veel veranderen: een leefloon aanvragen is een recht. Maar we zetten ons maximaal in om deze mensen - vooral de jongeren - te activeren op de arbeidsmarkt en zo de uitstroom uit het leefloonstelsel te vergroten. Dat vergt veel tijd en moeite, maar het is de enige duurzame oplossing.”
Sterke instroom
Met 1.895 leefloners – dat zijn er 26,5 per 1.000 inwoners – is Oostende koploper in onze provincie. Ook tien jaar geleden stond de kuststad bovenaan de rangschikking. “Dit is geen nieuw gegeven voor ons. Globaal zien we dat de uitstroomcijfers goed zijn, maar er is nog altijd sprake van een sterke instroom van mensen die een leefloon toegewezen krijgen”, reageert schepen van Welzijn Natacha Waldmann (Groen). “Door het hoge aantal gezinnen in armoede kennen we hier ook bovengemiddeld veel studenten een leefloon toe, om hun studies te kunnen afmaken. Want een diploma is dé sleutel tot het doorbreken van generatiearmoede. En dus ook tot uitstroom uit de steun.” (lees verder onder de kaart)
Ook heel wat kleinere gemeenten voelen dat er steeds meer inwoners financiële hulp nodig hebben. In Ruiselede, Oudenburg, Lo-Reninge en Deerlijk kenden ze vorig jaar aan meer dan drie keer zoveel inwoners een leefloon toe als tien jaar geleden. Bij de grootste stijgers zien we nauwelijks grote steden terug. Daar zijn verschillende verklaringen voor.
“Brugfiguren zorgen voor een snelle signalisatie van armoede en helpen kwetsbare mensen sneller hun weg vinden naar steunmaatregelen”
“Sowieso is het een trend waar niemand aan ontkomt: mensen hebben het financieel gewoon moeilijker. Daarnaast kampen wij - maar vermoedelijk ook andere kleinere gemeentes - met verstedelijking. Mensen uit grotere steden komen vaker in buurgemeentes wonen, vaak brengt die instroom iets kwetsbaardere doelgroepen met zich mee”, legt Francis Benoit uit, burgemeester van Kuurne - waar het aantal leefloners van 45 naar 114 evolueerde. “Tot slot zetten wij de afgelopen jaren sterk in op brugfiguren, zij detecteren kinderarmoede in scholen en helpen de ouders in kwestie veel sneller dan vroeger hun weg te vinden naar het OCMW en steunmaatregelen zoals het leefloon. Ook dat heeft een invloed op de toenemende cijfers.”
Misbruik
Het aantal leefloners steeg de voorbije tien jaar zo goed als overal, maar toch zijn er nog altijd twaalf West-Vlaamse gemeenten en steden waar het aantal dáálde.
In Middelkerke kregen tien jaar geleden 270 inwoners een leefloon, tegenover 146 nu. Een daling met liefst 46 procent. “Wij zijn streng: de aanvraag voor een leefloon mag enkel gebeuren als alle andere opties uitgeput zijn”, weet burgemeester Jean-Marie Dedecker (LDD). “Maar de grootste reden van onze dalende cijfers is het feit dat we het misbruik hard hebben aangepakt. Mensen met een domicilie in Wallonië kwamen tijdelijk verblijven op onze campings en vroegen dan een leefloon aan. Door dit strikt op te volgen zijn we daar nu grotendeels vanaf.”
De allerlaatste optie
Als je over onvoldoende inkomsten beschikt en niet in staat bent om die situatie te veranderen, kun je een leef-loon aanvragen bij de sociale dienst van het OCMW van je gemeente. Een maatschappelijk werker onderzoekt dan op basis van enkele criteria of je effectief in aanmerking komt. Je moet onder meer bereid zijn om te werken of kunnen bewijzen dat je dat door gezondheidsredenen niet kan en eerst alle andere steunmaatregelen, zoals pensioen of werkloosheidsuitkering, uitgeput hebben. Een leefloon is een laatste toevlucht.
Het bedrag waar je recht op hebt, hangt af van je gezinssituatie. Wie samenwoont met een andere volwassene en de huishoudelijke uitgaven dus kan delen, krijgt 826 euro per maand. Alleenstaanden ontvangen 1.238 euro. Een persoon met een minderjarig kind of ouder ten laste, mag maandelijks rekenen op 1.673 euro.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier