Waarom daarom: Waarom moeten we de belastingdruk op arbeid verder verlagen?
Tussen 2015 en 2019 daalde de belastingdruk op arbeid in ons land met 2,9 procentpunt. In die jaren zelfs de sterkste afname binnen de Europese Unie, wat er onder meer toe leidde dat de werkzaamheidsgraad in dezelfde periode met 3,6 procentpunt steeg. Ondanks deze cijfers hebben we nog een hele weg te gaan en al helemaal als we de vooropgestelde 80% werkzaamheidsgraad willen bereiken. Volgens de OESO was België in 2020 nog steeds de Europese lidstaat met de hoogste lasten – belastingen en bijdragen – op arbeid.
Taxshift
De vorige regering kondigde zes jaar geleden een taxshift aan, oftewel een verschuiving van de lasten op arbeid naar andere belastingvormen. Op die manier wilde de regering-Michel zorgen voor een aanzienlijke verlaging van de torenhoge fiscale lastendruk op arbeid in ons land.
Concreet werden de basiswerkgeversbijdragen verlaagd naar 25% op het brutoloon. Maar ook in de personenbelasting wijzigde het een en ander. De forfaitaire aftrek voor beroepskosten nam toe, net zoals de belastingvrije schaal. Voor de lage inkomens werd bovendien het percentage van de fiscale werkbonus verhoogd – een illustratie van de sterke focus op de laagste inkomens.
Sterkste leerling
De geleidelijke uitvoering van deze taxshift leidde tot het waarmaken van de initiële ambitie: een substantiële verlaging van de lastendruk op arbeid. De verhouding tussen alle belastingen en bijdragen op arbeid en de totale loonsom daalde in de periode tussen 2015 en 2019 met 2,9 procentpunt. Daarmee was België in die periode binnen de EU de sterkste leerling van de klas met de grootste daling.
Dat beleid leidde ook tot de gewenste dynamiek op de arbeidsmarkt. Zo nam de werkzaamheidsgraad in Vlaanderen tussen 2015 en 2019 toe met 3,6 procentpunt. We volgden daarmee het Europees gemiddelde. Een sterke verbetering tegenover de voorgaande jaren waarin Vlaanderen beduidend zwakker presteerde dan de andere landen in Europa.
Loonkost
Het is belangrijk om weten dat ondanks de sterke daling tussen 2015 en 2019, we nog steeds de koploper waren inzake belastingdruk op arbeid. Ook in 2020 kende ons land nog steeds het hoogste aandeel van belastingen en bijdragen op arbeid in de totale loonkost. Vooral in gezinnen samengesteld uit singles en/of hogere inkomens en/of twee werkende partners blijkt het verschil met andere landen nog aanzienlijk.
In het kader van de aangekondigde groeibevorderende fiscale hervorming moet de verdere verlaging van de belastingdruk op arbeid onverminderd verdergezet worden. Hierbij moet het vizier voldoende breed blijven. Minister van Financiën Vincent Van Peteghem gaf recent aan deze noodzaak te beseffen.
Heeft u hieromtrent nog vragen of wenst u meer te weten over dit thema? Neem dan gerust contact op met bart.vansevenant@voka.be.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier