Noël Stekelorum is een van de pioniers van de vroegere Batjesjaren in Izegem. Die staan dit jaar van vrijdag 16 tot en met zondag 18 juni op de kalender. Hij werd lid in 1974 en was daarna vele jaren voorzitter van het straatcomité dat jaarlijks de ‘Roeselaarsestraat deel twee’ en later ‘deel drie’ in goede banen leidde. “Het was een straatdeel waarvoor het ieder jaar zoeken was om genoeg marktkramers te vinden die daar wilden staan, op de lege plaatsen tussen de winkels”, zegt Noël. “Maar de combinatie van batjes met animatie op een podium aan de Molenweg bracht dé oplossing!”
Noël Stekelorum (72) begon destijds in Vleteren een zaak in elektro, radio én auto-onderdelen.
“Ik ging in de hele provincie op zoek naar klanten en kreeg er zo een aantal in de auto- en elektrosector in de regio Izegem”, vertelt hij. “Mijn vrouw en ik besloten in 1974 een winkel in de Roeselaarsestraat te beginnen, met in het ene etalageraam elektro, radio en televisie, en in het andere auto-onderdelen. Ik werd almaar bekender voor de auto-onderdelen, en stopte met radio en televisie. In 1980 verhuisde Autoparts Stekelorum naar de Oekensestraat, aan den Abele.”
Waarom deel drie?
De eerste deelname van Noël aan de Izegemse Batjes dateert van het jaar dat hij met zijn winkel in Izegem begon.
“De eerste contacten met het straatcomité, toen nog ‘Roeselaarsestraat deel twee’, had ik met voorzitter Marcel Decoster, de gebroeders Dekeyzer van warenhuis Beral, Cyriel Deconink van de gelijknamige kledingzaak, Fernand Decock van Meubelen Decock, voorzitter Gabriël Eeckhout van het organiserende Batjescomité… Het was Marcel die me in dat eerste jaar vroeg of ik met het straatcomité wilde meewerken aan de organisatie van de Batjes van het jaar erop. En dat deed ik met plezier.”
“Waarom het Batjescomité later de Roeselaarsestraat opdeelde in drie in plaats van twee delen, is me nooit helemaal duidelijk geweest, maar ik vond dat niet nodig. Ik was wel vele jaren voorzitter van het straatcomité.”
Veel open ruimte
“In mijn beginperiode waren er nog heel wat winkels in het deel van aan de Ommegangstraat tot aan de Molenweg. De handelaars en enkele privépersonen zetten tijdens de Batjes wel een stand vóór hun winkel of hun deur, maar er waren nog veel open ruimtes, waar niemand stond. Er was ook nog geen showpodium op het einde van de straat. En de bezoekers liepen tot aan de Jeans Boetiek, en keerden dan terug richting Korenmarkt en Grote Markt. Daar moesten we dus iets aan doen. Er waren volgens mij twee oplossingen: de lege plekken opvullen met marktkramers en brocantestanden, én voor animatie zorgen op het einde van de straat.”
“Maar dat marktkramers aantrekken was gemakkelijker gezegd dan gedaan. Ieder jaar bezocht ik avondmarkten en rommelmarkten om daar standhouders voor onze straat te zoeken. En het was niet altijd gemakkelijk om ze te overtuigen. Ook al omdat een stand bij ons op de Batjes meer kostte dan bijvoorbeeld een stand op de bekende Patersmarkt, gewoon omdat wij als straatcomité een deel moesten afstaan aan het vroegere NCMV, nu Unizo.”
Soms frustrerend
Als de marktkramers dan toch toezegden, gingen ze volgens Noël tijdens de verkoopdagen zelf eens de toer van de Batjes doen. “En dan zagen ze algauw dat het in de Marktstraat, in de Roeselaarsestraat deel één, op de Korenmarkt, enzovoort, veel drukker was dan in onze straat. Het jaar erop probeerden ze natuurlijk daar een plaatsje te krijgen, en dan mocht ik weer maanden op zoek gaan naar nieuwe marktkramers. Dat was toch soms een beetje frustrerend!”
Noël moest vroeger ook controleren of de standhouders zich wel aan de reglementen hielden. “Ze mochten hun stand niet te ver vooruit op de straat zetten, omdat er genoeg plaats moest overblijven om een brandweerwagen door te laten. Maar als je dat niet in de gaten hield, durfden ze wel eens hun kraam vooruitschuiven. Voor de rest waren er weinig klachten van winkeliers en stadhouders – tenminste, als het goed weer was. Bij slecht weer hoorde ik alleen maar klachten.”
Mensen lokken
Een ander belangrijk element voor Noël was de animatie in de straat.
“Al waren er in die tijd – en zijn er waarschijnlijk ook nu nog – veel handelaars die geen animatie wilden in hun straat, en al zeker niet dicht bij hun winkel of stand. De bezoekers zouden meer interesse kunnen tonen voor de muziek en de optredens dan voor hun koopwaar. Ik begreep dat enigszins wel, maar ik was en ben er nog altijd van overtuigd dat optredens en animatie op het showpodium op het einde van Roeselaarsestraat deel drie de Batjesbezoekers naar dat podium lokten. En ondertussen waren ze toch langs alle winkels en standen gewandeld en hadden ze gezien wat er daar te koop was. Zonder animatie op het einde van de straat waren ze nooit zover doorgelopen. Animatie en verkoop gaan volgens mij goed samen op de Batjes. Maar zoals gezegd: er waren toch non-believers. Ik heb zelfs een keer meegemaakt dat een handelaar in de straat van colère de stekkers uit de geluidsboxen trok.”
Zonnebank gewonnen!
Voor de animatie kreeg Noël enkele keren de medewerking van De Streekkrant en De Weekbode, die voor een showbus zorgden die aan de Molenweg stond. “Presentators waren dan onder andere Serge Gobin, Mario, en Jo met de Banjo. We kregen ook medewerking van de populaire lokale Radio UFO, in 1983, met de bekende deejay’s Degroot. Dat waren succesvolle batjesjaren.”
Noël maakte ook als voorzitter van het straatcomité ‘Roeselaarsestraat deel drie’ uiteraard heel wat mee.
“Tijdens de Batjes organiseerden we wel een en ander. Er was op een keer een Breughelfestijn in zaal Tuf-Tuf van Cyriel Deconinck. Als ik het mij goed herinner, betaalden we toen voor dat eetfestijn… vijftien oude Belgische franken. En wie kwam eten, mocht een bonnetje invullen voor een tombola met als hoofdprijs een zonnebank. Toen er ’s avonds trekking was, bleek dat de winnaar van de hoofdprijs… mijn vrouw was. En dat kon uiteraard niet, dat de vrouw van de organisator de zonnebank won. Men heeft dan maar een tweede bonnetje getrokken om de hoofdprijs aan iemand anders te kunnen geven. Maar mijn vrouw bleef nadien wel aandringen om voor haar een zonnebank te kopen. Dat heb ik dan maar gedaan.”
Kerstverlichting
Het straatcomité deed meer dan de Batjes in goede banen helpen leiden.
“We waren de eerste straat in Izegem die zelf haar kerstverlichting kocht en plaatste. We deden dat in een hangar van Houthandel Vanhaverbeke, waar we de draden van de kerstverlichting ineen knutselden. En met de oude clark van Vanhaverbeke gingen we dan de verlichting in de straat hangen. Ik herinner me nog dat we daar op een avond op straat stonden met een clark zonder verlichting. Hoe gevaarlijk was dat niet! Maar ja, het waren pionierstijden.”
Noël heeft al een tijdje geleden de fakkel doorgegeven aan zijn zoon David, de eigenaar van café Ariba in het Sint-Pietersstraatje; hij zorgt tijdens de Batjes van de vrijdag tot de zondag voor mooie optredens op de Wijngaardparking.
“Of ik heimwee heb? Toch een beetje. Ik heb het altijd heel graag gedaan”, zegt Noël. “Maar het is nu aan de jongeren om de zaken in handen te nemen. En er is ook heel veel veranderd. Het is niet meer Unizo, dat de Batjes organiseert, maar enkele handelaars zelf, op een veel kleiner circuit – het stopt aan de Ommegang-straat. ‘Roeselaarsestraat deel drie’ is verleden tijd, ook al omdat de meeste winkels er verdwenen zijn. Dat is jammer.” (Ivan Balliu)
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier