Bert Mons, directeur van VOKA West-Vlaanderen, doet in onderstaande open brief een warme oproep aan de West-Vlamingen om zich niet zomaar blind af te zetten tegen nieuwe technologieën. “We horen scherp klagen of hard roepen, versnipperd, niet gedragen en vooral ‘tegen’…”
Een studie toonde begin dit jaar aan wat wij allemaal al lang wisten: meer dan dat we ons Vlaming of Belg voelen, meer dan dat we ons een inwoner van die of die gemeente voelen, voelen we ons bovenal toch West-Vlaming. We zijn verknocht aan onze provincie. We werken er graag, we komen er graag thuis. We spreken er onze eigen taal en we generen ons daar niet voor. Integendeel, we zijn er trots op. Preus lik fjirtig.
We hebben dan ook alle reden om trots te zijn op West-Vlaanderen. Het mag gezegd, ook al gaat dat dwars tegen onze West-Vlaamse bescheidenheid in: we zijn een sterke provincie. We hebben nog veel groen en natuurlijk blauw want met onze kust hebben we een unieke trekpleister. Tegelijk hebben we een hecht netwerk van lokaal sterk verankerde familiebedrijven die in eigen land en ver daarbuiten furore maken. We exporteren West-Vlaamse kwaliteitsproducten over de hele wereld. Jobs dichtbij huis zijn geen probleem, integendeel, we hebben de laagste werkloosheidsgraad in Vlaanderen. De files – of wat wij files noemen vallen al bij al nog mee. Kortom, we doen het goed.
Het is niet altijd zo geweest. West-Vlaanderen heeft in het verleden voor grote uitdagingen gestaan. We liggen buiten het hart van Vlaanderen, we liggen tegen grenzen aan. Het maakt dat crisissen ons meer en harder treffen. Oorlog, industriële revolutie … We hebben telkens weer periodes van extreme armoede en hoge werkloosheid, van isolatie van de rest van de wereld meegemaakt. We hadden als West-Vlaming in een hoekje kunnen kruipen, klagend, wachtend tot iemand ons kwam redden.
We hebben dat nooit gedaan. Crisissen kwamen extra hard aan? West-Vlamingen gingen er extra hard tegenaan. Zonder grote woorden, zonder hulp van buitenaf, zonder te blijven steken in het verleden. Op een no-nonsense manier, gericht op resultaat en koppig doorwerkend tot dat resultaat er lag. We hebben onszelf keer op keer heruitgevonden, nieuwe evoluties en technologieën omarmd en er het beste uitgepuurd. Selfmade in West-Vlaanderen.
‘Not in my backyard syndroom’. Dat is niet het West-Vlaanderen zoals we het kennen, niet het West-Vlaanderen ‘van de vooruit’
Het is niet alleen ons handelsmerk, het is een kwaliteitsmerk geworden. Dankzij die gedrevenheid en veerkracht, dankzij die nooit aflatende inzet ‘voor de vooruit’, staan we vandaag op veel vlakken op kop in Vlaanderen. En ook elders in de wereld vind je West-Vlamingen terug in kopposities, zowel in ondernemen als in onderzoek. Onze mensen hebben letterlijk de wereld veroverd, van Silicon Valley tot China. Wie nu nog een beetje neerbuigend doet over de West-Vlamingen en ‘die uithoek’ van Vlaanderen: ze hebben het meer dan ooit mis.
En toch. We staan vandaag opnieuw voor uitdagingen, en het zijn niet van de minste. Hoe zorgen we voor voldoende water? Hoe maken we dat er betaalbare en duurzame elektriciteit is voor iedereen? Hoe blijven we mobiel en bereikbaar? Hoe kunnen we groeien zonder in te boeten op die kostbare combinatie van welzijn en welvaart? Net als in het verleden kunnen we ook deze uitdagingen aan. Daar zijn wij als Voka Kamer van Koophandel West-Vlaanderen van overtuigd. We kunnen een koploper blijven. We kunnen de wereld blijven veroveren. De uitdagingen zijn groot, maar er zijn al even grote plannen om die uitdagingen aan te pakken: een tweede zeesluis in Zeebrugge, het hoogspanningsproject waardoor we onder meer kunnen intappen op windenergie op zee, het herdenken van het kanaal Bossuit-Kortrijk en omgeving, …
Maar dan moeten we wel ons kwaliteitsmerk ‘selfmade in West-Vlaanderen’ blijven hardmaken.
Laat ons er met zijn allen voor zorgen dat we preus lik fjirtig kunnen blijven op onze provincie
Dan mogen we ons niet zomaar blind afzetten tegen nieuwe technologieën. Dan mogen we niet alleen de problemen zien in plaats van de kansen. Dan mogen we niet in onze ‘uithoek’ wegkruipen en onszelf buiten spel zetten. En net dat hebben we zien gebeuren de voorbije maanden. We horen scherp klagen of hard roepen, versnipperd, niet gedragen en vooral ‘tegen’. We zijn ‘tegen’ het Ventilus-project dat ons elektriciteitsnet future proof moet maken. We zijn ‘tegen’ de uitbreiding van de E403 en ‘tegen’ de doortrekking van de N8 Ieper-Westkust, 2 noodzakelijke projecten voor een vlottere bereikbaarheid.
We zijn ‘tegen’ windmolens op land en dus tegen groene stroom. Als meest windrijke provincie nota bene, tellen we het minst aantal windmolens op land. Zelfs Limburg, waar het minder hard waait, telt meer windmolens. We zijn ‘tegen’ de aanleg van nieuwe industrieterreinen in Waregem (Blauwpoort) en Brugge (Blankenbergsesteenweg-De Spie-Chartreuse) en dus ‘tegen’ tewerkstelling in eigen streek. We zijn ‘tegen’ een tweede zeesluis en dus ‘tegen’ een multimodale ontsluiting voor ons transport….
Excuses en redenen zijn er genoeg, maar vaak komt het eenvoudig weg neer op het ‘not in my backyard syndroom’. Het mag overal, maar niet bij mij. Dat is niet het West-Vlaanderen zoals we het kennen. Dat is niet het West-Vlaanderen ‘van de vooruit’.
We moeten elkaar vinden in een breed en open debat waarin we zoeken naar de juiste balans voor West-Vlaanderen. Samen en niet tegen elkaar. Mensen die hier wonen, mensen die hier werken, beleidsmakers, ondernemers, jongeren, ouderen, kortom álle West-Vlamingen. Laat ons er met zijn allen voor zorgen dat we preus lik fjirtig kunnen blijven op onze provincie, dat het ook voor de komende generaties nog altijd aangenaam werken en thuiskomen is in West-Vlaanderen. Laat ons samen gaan voor de vooruit, op alle vlakken.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier