Peter Scharlaken (63) baat samen met zijn steun en toeverlaat Bernadette Sanders (60) het landbouwbedrijf Nieuwenhove uit langs de Gistelsesteenweg. 30 jaar lang hadden ze ook een vaste melkronde, maar daar kwam vorige week zaterdag een einde aan. “Tijd om het wat rustiger aan te doen”, klinkt het.
De koeien staan al op de uitkijk als we bij Peter en Bernadette aanbellen. Hij was de laatste melkboer aan huis van Oostende. “Als klein ventje ging ik al mee op ronde met mijn vader, en in die tijd had je nog tientallen melkboeren in Oostende”, zo steekt hij van wal. Van Leffinge kwamen ze zelfs, maar van ‘concurrentie’ was er volgens Peter geen sprake. “Integendeel, we maakten graag tijd voor een babbeltje als we elkaar tegenkwamen.”
“Er werd ook niet met de melk geleurd”, zegt zijn vrouw Bernadette. “Elke melkboer had zo z’n eigen klanten.”
Allochtone klanten
Peter was een jaar of vijf toen hij voor het eerst met zijn vader mee mocht. “Dat was in een stationwagen, weet ik nog. Zo’n lange. Later hebben we ook een stuk of drie Toyota’s versleten. In de tijd van mijn grootvader werd de melk in een speciale tweewielige hondenkar tot bij de mensen gebracht, maar da’s dus wel al héél lang geleden”, glimlacht Peter. Hij was de vierde generatie melkventers in zijn familie. “Als zoon van een melkboer had je ook geen andere keuze. Zo ging dat in die tijd. Vanaf mijn twaalfde levensjaar moest ik elke morgen extra vroeg uit bed om de koeien te melken. Dat zou nu allicht geen waar meer zijn.”
“Ons cliënteel is best wel veel veranderd doorheen de jaren”, merkt Bernadette op. “Vroeger bleven de mama’s vaak thuis om voor de kinderen te zorgen, later kregen we vooral een ouder publiek. Sinds corona hadden we er terug opvallend veel nieuwe klanten bij. Jonge mensen, die bewust met voeding bezig zijn en voor een puur en onbewerkt product kiezen. Ook onze hoevewinkel vaarde daar wel bij. Maar dé grote verandering van de laatste tien jaar, is toch wel dat de allochtonen – mensen van een andere origine – nu onze grootste afnemers zijn. Zij zijn vanuit het land van herkomst nog vertrouwd met de smaak van verse melk en maken daar dikwijls ook yoghurt en kaas mee. Daarvoor zijn ze dus op zoek naar rauwe melk, liefst 10, 20 liter ineens”, klinkt het.
Babbeltje
Peter en Bernadette waren op hun melkronde ook wel een beetje sociaal werker. “Zeker bij ons ouder cliënteel was dat babbeltje belangrijk”, zegt Peter. “Vaak waren we nog een van de weinigen die ze elke week zagen, en dan durfden ze ons al eens in vertrouwen te nemen. Maar ik werd ook wel eens gevraagd om de vuilzak buiten te zetten of een potje confituur open te draaien.” Daar wringt het voor Peter en zijn vrouw Bernadette nu wel een beetje. “We hebben ergens het gevoel dat we die oudere klanten in de steek laten”, klinkt het.
Elke morgen om halfzeven uit de veren, en na het melken van de koeien om half tien de baan op: de melkronde was routine. “Tegen een uur of één had ik meestal wel gedaan”, zegt Peter. “En ik probeerde altijd stipt te zijn, want dat werd van ons verwacht. Als we eens tien minuutjes vertraging hadden, waren er al mensen die ongerust waren en belden.”
“Wat we zeker níet gaan missen, is de verkeersellende”, gaat Peter voort. “Het leven is nu toch zoveel gejaagder hé dan vroeger. En ook het parkeren is er in Oostende niet eenvoudiger op geworden: als je ergens gaat staan om te lossen, slingeren ze je direct op de bon. Dat maakte het toch wel wat stresserend.”
Laatste ronde
Of die laatste ronde niet ook een beetje pijn deed? “Het deed toch wel raar, ja, na al die jaren. Vier generaties zijn grootgebracht met onze melk”, zegt Peter. Hij kreeg op veel plaatsen nog een flesje wijn en een kaartje als afscheid. “Die laatste ronde heeft toch zeker een uur langer geduurd”, glimlacht hij.
“Onze dochter is er trots op dat ze echt ‘van de melkboer’ is”
Opvolging is er niet: de twee kinderen van Peter en Bernadette zien geen toekomst meer in het familiebedrijf. “De wetgeving werd almaar strenger, de administratieve last steeds groter, en dan is er ook nog altijd dat stikstofdecreet dat als een zwaard van Damocles boven ons hoofd hangt. Voor ons is dat nog niet zo erg als voor al die jonge boeren, die wél nog een hele toekomst voor zich hebben”, zegt Bernadette. Zij ging enkel de vrijdag nog mee op ronde. “Maar Peter reed wel vier keer per week uit. Zo zat ik die dagen alleen met het werk op de boerderij.”
Met hart en ziel
“Boeren is hard werken”, zegt Peter. “Zeven dagen op zeven. Je moet dit dus wel met hart en ziel doen, anders begin je er maar beter niet meer aan. En zoals mijn vrouw zegt: er zijn momenteel nog veel te veel onzekerheden in onze stiel. We wéten gewoon niet wat er nog allemaal op ons af zal komen. Een goed moment dus om het wat rustiger aan te gaan doen.”
De hoevewinkel blijft wel draaien, en Bernadette maakt ook nog altijd vier keer per week verse hoeveboter. “Want rauwe hoeveboter, dat vind je tegenwoordig óók haast nergens meer”, zegt ze. De dochter is er volgens Peter en Bernadette wel trots op dat ze ‘van de melkboer’ is. “Bij ons is dat tenslotte ook écht zo”, knipoogt Peter.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier