José uit Poperinge verwent zijn varkens nu zoals z’n voorvaderen: “Zwijntjes met krulstaart, dat zie je niet meer”

Vierde generatie varkensboer José Metsu verwent zijn zwijntjes met strobedden en laat ze binnen en buiten ravotten sinds z’n overstap naar biolandbouw. © TP
Redactie KW

“Niet alleen de beestjes zijn gelukkiger, ook de boer.” Vierde generatie varkensboer José Metsu verwent zijn zwijntjes met strobedden en laat ze binnen en buiten ravotten sinds z’n overstap naar biolandbouw. “Een trend in grote steden, maar nog een grote uitzondering hier op het platteland.”

Eze e levn. José Metsu (53) geniet zichtbaar van zijn zwijntjes, die binnen én buiten stoeien op stro aan de Poperingse Vleterbeek, vlakbij de grens met Vleteren. “Varkens met krulstaart, dat zie je niet meer”, merkt hij op. Na overgrootvader Jules, grootvader Camiel en vader Valère is José de vierde generatie op de hoeve, maar wel de eerste die veranderde naar biozwijntjes. Hoewel? “Bio klinkt misschien mooi, maar je kan het ook ‘ouderwets’ noemen: een halve eeuw geleden kweekte mijn vader nog op deze manier”, aldus José, die recent afstapte van de ‘normale’ varkenskweek en sinds een half jaar het vlees van zijn biozwijntjes verkoopt op de hoeve.

Riek en kruiwagen

“Via een webshop en afhaalmomenten”, zegt José. “Ik wil nu een stuk weide creëren langs de dreef naar het bedrijf, want klanten willen de beestjes vooraf komen bekijken. Wanneer ze de zwijntjes zien, geloven ze het: klein of groot, alle dieren zitten op stro, hebben voldoende ruimte en kunnen steeds naar buiten lopen. Na drie decennia van normale varkenskweek doe ik mijn stiel nu liever: werken tussen dieren die gelukkiger zijn, is ook aangenamer voor de boer. De keuze voor bio vergt wel meer arbeid. Niet met machines, maar volgens de oude methode: met riek en kruiwagen de stallen uitmesten.”

Windmolen

José neemt bewust meer hooi op zijn vork om controle en duurzaamheid te maximaliseren. “Onze filosofie is zoveel als mogelijk de kringlopen te sluiten. Ik maak mijn eigen voeders, zodat ik ook zelf kan bijsturen waar nodig. Elektriciteit haal ik van mijn windmolen en voor de voerders teel ik eigen granen.”

Ook daarvoor haalt José inspiratie bij zijn voorvaderen, toen er amper import was. “Luzerne bijvoorbeeld. Dat is een ouderwetse, maar eiwitrijke vrucht die stikstof uit de lucht haalt en dus niet hoeft bemest te worden. Ze waren vroeger niet dom hoor”, lacht José, die zo het gebruik van soja achterwege wil laten. “Want soja is vooral ingevoerd en dus niet duurzaam. Ik gebruik geen sproeistoffen, maar moet dan voldoende schoffelen en wiedeggen.”

Biostikstof

Opnieuw meer werk. “Ik heb maar twee handen. Personeel is moeilijk te vinden en zou het in mijn ogen nooit goed genoeg doen, waardoor ik toch alles zelf zou willen doen. Ik kan dus geen massa dieren aan en heb liever geen leninglast van miljoenen euro’s. We leven maar één keer. Ik doe de stiel nu met veel goesting en als mijn gezondheid het toelaat, zou ik graag werken tot mijn zestigste. 2030 is trouwens een scharniermoment in het stikstofverhaal. Biostikstof blijft stikstof en we weten nog niet wat ons boven het hoofd hangt. Mijn zonen van 22 en 17 jaar helpen enkele uren in de week en tonen interesse, maar hebben schrik van die onzekerheid bij een eventuele overname. In Vlaanderen zijn nu een tiental biovarkensboeren. Op familiaal niveau zijn die bedrijven nog schaarser.”

Totaalpakket

José verwacht meer van Europa. “Het doel is dat biolandbouw dertig procent zal uitmaken van de sector. Helaas is er momenteel amper steun. De verkoop moet meer aantrekken om dat doel te halen. Bio is een trend in grote steden, maar nog een grote uitzondering hier op het platteland. Tegenwoordig willen mensen hun eten zo goedkoop mogelijk. Daar moeten we vanaf. Een smartphone kost makkelijk 500 tot 1.000 euro. Voedsel blijft een primaire behoefte, we leven ervan. Kwalitatief vlees mag gewaardeerd worden, al is het een halve euro extra per kilo. Het is trouwens een totaalpakket van dierenwelzijn en duurzaamheid.”

Vers en vacuüm

En smaak. “Het unieke vlees is malser en sappiger en wordt door ons vers en vacuüm verpakt. Bestellen kan altijd tot vijf dagen voor een afhaalmoment, zo kunnen we ons tijdig voorbereiden. Ik wil altijd honderd procent van het varken verkopen. Zo gaat niks verloren.” (TP)

Lees meer over:

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier