Dit is de gemiddelde landbouwer: keiharde werker, maar laag inkomen en weinig voldoening
Net deze week, nu tal van boeren hun tractor van stal halen om op straat te protesteren, publiceert het Agentschap Landbouw en Zeevisserij haar tweejaarlijkse Landbouwrapport. Daaruit blijkt dat Vlaanderen steeds minder landbouwers telt, maar dat die wel steeds groter worden. De gemiddelde fulltime landbouwer verdient dan weer 8 procent minder dan een loontrekkende en ook het mentaal welzijn boert achteruit. Waar de Vlaming zich een geluksscore van 7,3 op 10 geeft, is dat onder boeren amper 6,5.
Eerst het goeie nieuws: in vergelijking met de rest van de Europese Unie ligt de productiewaarde per Vlaams bedrijf met 255.000 euro aan de hoge kant. Enkel onze noorderburen en Denemarken presteren op dat vlak beter.
Al staat daar geen evenredig deel van de Europese directe steun tegenover, want op dat vlak scoren we 15 procent onder het Europese gemiddelde. Enkel in Italië en Nederland ligt dit percentage nog lager.
Ze zijn met steeds minder
De Vlaamse boer kunnen we stilaan als een uitstervend ras beschouwen. In 2022 telde Vlaanderen 22.449 land- en tuinbouwbedrijven, waarvan 72 procent een beroepsmatig karakter (jaaromzet van minstens 25.000 euro, red.) heeft. Tien jaar geleden ging het nog om 25.217 bedrijven. In tien jaar tijd zette zich dus een daling van bijna 11 procent of gemiddeld 1 procent per jaar door.
Het aantal land- en tuinbouwbedrijven is in 10 jaar tijd met liefst 11 procent gedaald
In 2022 waren er nog 37.065 voltijdse arbeidskrachten actief in de landbouw. Tien jaar eerder waren dat er nog zo’n 7.000 of 16 procent meer. Opvallend: 69 procent van alle mensen in de landbouwsector heeft een familiaal karakter, wat wijst op het feit dat land- en tuinbouwbedrijven overwegend een familieaangelegenheid zijn.
Een doorsnee bedrijf heeft gemiddeld nog 1,65 voltijdse arbeidskrachten in dienst en daarvan is amper 20 procent vrouw. Daartegenover staat wel dat het aantal vrouwelijke bedrijfsleiders elk jaar voorzichtig stijgt. Vandaag staat in 1 op de 5 landbouwbedrijven een vrouw aan het hoofd.
Meer stoppers dan starters
1.273 (jonge) ondernemers besloten in 2022 hun carrière in de Vlaamse landbouw op te starten, 1.343 boeren besloten dan weer hun activiteiten neer te leggen. 41 procent van de landbouwers die de tractor aan de kant schuift, is ouder dan 64 jaar. 44 procent van de starters is jonger dan 40. Amper 13 procent van de huidige boeren ouder dan 50 zegt over een vermoedelijke opvolger te beschikken. Kanttekening: hoe groter het bedrijf, hoe groter de kans op een mogelijke opvolging.
Amper 13 procent van de huidige boeren ouder dan 50 zegt over een vermoedelijke opvolger te beschikken
De gemiddelde leeftijd van de landbouwer bedraagt dan weer 56 jaar. In 2009 – vijftien jaar geleden – lag die nog op 52 jaar. 25,7 procent is ouder dan 65, 5,1 procent is zelfs ouder dan 80. Slechts 15 procent is jonger dan 40, al zit dit aandeel de laatste jaren weer in de lift.
Het opleidingsniveau van de bedrijfsleiders neemt dan weer elk jaar toe. In 2021 beschikte 76 procent over een diploma middelbaar onderwijs als hoogst behaald diploma. Maar dat percentage daalt, net als het aantal landbouwers zonder middelbaar diploma: van 7,7 procent in 2004 naar amper 1,6 procent in 2021. het aantal land- en tuinbouwers met een hoger diploma neemt fors toe: in 2021 ging het om 22 procent, in 2004 was dat slechts 11 procent.
Veestapel op één
En wat verbouwen onze land- en tuinbouwers? Veeteelt is met 46 procent absolute koploper, gevolgd door akkerbouw (33 procent) en tuinbouw (13 procent). Binnen de veeteeltbedrijven valt op dat meer dan de helft zich op melk- en rundvee toelegt.
In 2021 bewerkten onze land- en tuinbouwers een oppervlakte van 619.806 hectare, goed voor 46 procent van de totale Vlaamse grondoppervlakte. 47 procent daarvan wordt gebruikt voor de aardappelteelt, gevolgd door 25 procent granen. Daar zijn tarwe en gerst de belangrijkste teelten.
Suikerbieten volgen met 6 procent op ruime afstand. In de tuinbouwwereld zijn tomaten (65 procent) het populairst). Sla (8 procent) en paprika (7 procent) vervolledigen de top drie.
Glasgroenten meest lucratief, vleesvee minst rendabel
En wat verdienen onze boeren nu? Het rapport van het Agentschap Landbouw en Zeevisserij stelt dat een landbouwer in 2021 gemiddeld bruto 44.705 euro zag binnenkomen, goed voor 3.725 euro per maand. Het gemiddelde inkomen van een voltijdse loontrekkende bedraagt dan weer 48.595 euro bruto, wat betekent dat de landbouwer acht procent minder verdient.
Over de periode 2012 tot 2021 lag het gemiddelde inkomen van de Vlaamse land- en tuinbouw 17,5 procent lager dan het gemiddeld inkomen bij een loontrekkende. Uitzondering is de tuinbouw: daar kan het inkomen jaar na jaar fors schommelen, maar de afgelopen tien jaar lag die wel gemiddeld 51,4 procent hoger dan bij de loontrekkende Vlaming.
Glasgroentebedrijven scoren bijzonder goed met een bruto-jaarinkomen van 135.000 euro
De tuinbouwbedrijven noteren met 84.100 euro per jaar aanzienlijk beter dan de landbouwondernemingen. Glasgroentebedrijven scoren bijzonder goed met 135.800 euro. Bij fruittelers gaat het over een gemiddeld bruto-inkomen van 57.500 euro.
Landbouwbedrijven noteren met een gemiddelde van 33.700 euro een pak lager, al zijn daar de onderlinge verschillen wel een pak minder groot. Varkensbedrijven behalen over de periode 2017-2021 met 39.500 euro het hoogte bruto-jaarinkomen, gevolgd door melkveebedrijven (38.300 euro en akkerbouw (32.600 euro).
Vleesveebedrijven bengelen helemaal onderaan de ranglijst en vangen jaarlijks amper 12.200 euro bruto. Daar moeten de belastingen dus nog van afgetrokken worden…
Mentaal uitdagende job
En daar wordt de land- en tuinbouwer niet bepaald gelukkig van. Over het algemeen zijn ze minder tevreden dan de gemiddelde Vlaming. Bij een enquête gaven ze zich afgelopen najaar een geluksscore van 6,5 op 10, terwijl het Vlaamse cijfer 7,3 bedraagt.
Amper 5 procent omschrijft zichzelf als zeer tevreden, 29 procent dicht zich een score van 8 of meer toe, 11 procent is (zeer) ontevreden. Bij de algemene populatie gaat dit om respectievelijk 52 en 6 procent. De gelukkigste mensen in de land- en tuinbouwwereld vinden we bij de varkenshouders.
In 2022 kreeg de hulporganisatie Boeren op een Kruispunt liefst 302 vragen binnen, met West- en Oost-Vlaanderen als zwaartepunt
De tevredenheid neemt de laatste 12 jaar ook stelselmatig verder af. Dat vertaalt zich ook in het stijgende aantal meldingen bij de hulporganisatie Boeren op een Kruispunt. Die helpt landbouwers die met financiële, economische, psychologische, technische of sociale problemen kampen.
In 2022 ging het om 302 hulpvragen, een cijfer dat sinds 2022 steil de hoogte ingaat. Vooral binnen akkerbouw en dierlijke sector wordt een noodkreet geslaakt, met het zwaartepunt in West- en Oost-Vlaanderen.
Boerenprotest
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier