De toegang tot de viswateren blijven garanderen met voldoende quota, een duurzame visserijsector en aandacht voor de sociale uitdagingen waarmee het beroep van visser te kampen heeft. Dat zijn de drie elementen die een rode draad vormen in het beleid van Vlaams minister voor Visserij Hilde Crevits voor de komende jaren. Ook de rol van innovatie is belangrijk. De minister wil dé ambassadeur van de vissers zijn en de vis gevangen door onze vissers bij de consument aanprijzen als een gezonde, lekkere en duurzame klassieker op het weekmenu.
“We waarderen het ondernemerschap en de innovatie in de visserij- en aquacultuursector. We hebben respect voor het gevaarlijke werk van de vissers, die bijdragen aan de voedselzekerheid. We willen de volgende jaren een stabiele aanvoer van verse, lokale en duurzaam gevangen visproducten garanderen. Vanuit de wetenschap dat er in Vlaanderen tot 2070 jaarlijks 24.000 consumenten bijkomen, moeten we de sector koesteren en waarderen als belangrijke schakel in de voedselvoorziening. Om die reden is de toegang tot visgronden met voldoende quota onontbeerlijk en zijn de onderhandelingen met andere landen zo belangrijk. Ook de overbodige regeldruk en administratieve lasten willen we wegwerken. Onze lokale vis en visproducten hebben een belangrijke plaats in een evenwichtige en gezonde levensstijl en zullen via VLAM verder bij de consument gepromoot worden. De lokale verbondenheid met de kust is en blijft een grote troef”, aldus Hilde Crevits.
Kleine en dynamische vloot
Vlaanderen heeft een kleine, maar dynamische visserij. Eind 2023 bestond de vloot uit 59 commerciële vaartuigen. De aanvoer bedroeg 15.921 ton. 79% van de producten werd in de Vlaamse havens aangevoerd. Zeebrugge is de nummer één met een marktaandeel van 54% en 6.798 ton, Oostende is goed voor 44% en 5.507 ton. Nieuwpoort is de kleinere speler met 214 ton, vooral garnalen. Inktvis was de meest aangevoerde vissoort, gevolgd door tong en schol. De totale aanvoerwaarde klokte af op 90 miljoen euro. De aquacultuur is momenteel nog een kleine sector met 243 ton met een waarde van 1,7 miljoen euro. Ons land is op dat vlak een netto-importeur terwijl in 2022 de aquacultuur wereldwijd voor het eerst in de geschiedenis de visvangst heeft overtroffen van aquatische producten.
Qua personeel gaat het om 377 erkende zeevissers met een gemiddelde leeftijd van 40 jaar. Het aandeel jonge vissers blijft stabiel met 12,5% jonger dan 25 jaar, 15,4% is ouder dan 55 jaar. Daarnaast varen 146 vissers als bemanningslid mee, bij voldoende ervaring kunnen ook zij hun definitieve erkenning als zeevisser bekomen.
Toegang tot Britse wateren cruciaal
Een groot deel van het visserijbeleid wordt bepaald door de Europese Unie via het Europees Gemeenschappelijke Visserijbeleid en het jaarlijks vastleggen van de visquota. Sinds de Brexit wordt het belangrijkste deel van de Vlaamse visserij in derde landen gevangen, waardoor de onderhandelingen met het Verenigd Koninkrijk en Noorwegen zeer belangrijk zijn voor de vissers. In het bijzonder het behoud van de toegang tot Britse wateren alsook correcte afspraken rond visserijbeheer en behoud van vangstmogelijkheden krijgen de hoogste prioriteit. Zeker met het oog op de hernieuwing van de visserij afspraken in het handelsakkoord met het Verenigd Koninkrijk in 2026.
Minister Crevits pleit er tegelijk voor om de sectoren te beschermen tegen externe druk, de Europese overregulering tegen te gaan, administratieve lasten te verlagen, voor een goede opvolging van de visbestanden te zorgen en grote schommelingen in het visserijbeheer te voorkomen via meer real-time gegevens en het inschakelen van innovatieve tools aan boord. Ook een visserij inclusieve ruimtelijke planning is belangrijk.
Modern, innovatief en rendabel
De Vlaamse visserijsector staat bekend als een dynamische en duurzame sector. Daarom zal er de volgende jaren blijvend aandacht zijn voor nieuwe kansen en ontwikkelingsmogelijkheden. Een moderne, innovatieve, rendabele, energie-efficiënte, datagedreven, veilige en aantrekkelijke vissersvloot vormt de basis van het beleid met zorg voor het mariene milieu en ecosysteem. Minister Crevits zal blijven toezien op het behoud van toegang tot visgronden en op de mogelijkheden om visserij- en aquacultuuractiviteiten in een meervoudig ruimtegebruik te combineren met andere doelen.
Vlaanderen staat achter de innovatieve vistechnieken waarbij er gerichter en preciezer kan worden gevist in het kader van een duurzaam visserijbeheer en het vermijden van kwetsbare bodems. Hierbij wordt de samenwerking tussen vissers en wetenschappers verder gestimuleerd om de kennis over het marine leven te vergroten en zo bij te dragen aan een duurzame en rendabele visserijsector. In 2025 zal de dataverzameling uitgebreid worden met artificiële intelligentie en de digitale versterking wordt ook voortgezet. De digitale tracering wordt in de toekomst de maatstaf, met als doel meer real-time gegevens te kunnen gebruiken voor het optimaal beheer van de visbestanden en de quota.
Innovatie, kennis en samenwerking is ook cruciaal voor de verdere ontwikkeling van de aquacultuursector. Er is een actualisatie gepland van het Nationaal Strategisch Plan Aquacultuur. In 2025 start op het vlak van aquacultuur alvast een onderzoek naar de wet- en regelgeving in onze buurlanden om zo de eigen wet- en regelgeving te verbeteren en het ‘level playing field’ te bewaren.
In 2025 starten de gesprekken voor een nieuw Convenant voor duurzame visserij met het oog op de periode 2026-2030. Dat Convenant is een samenwerking met verschillende partners en draagt bij tot de stroomlijning van diverse initiatieven.
Uiteraard wordt de consument niet vergeten. De Vlaming consumeert thuis gemiddeld 8,5 kilogram visproducten per jaar, waarvan 3,4 kilogram verse vis en week- en schaaldieren. Klantenervaring – en tevredenheid worden periodiek gemeten met als doel de consument zo goed als mogelijk te informeren en te sensibiliseren. De VLAM zal in 2025 de voorkeur voor producten die onze vissers aan land brengen op de keukentafel nog versterken. Ook de verbondenheid met onderwijs, toerisme, horeca en cultuur houden we in het oog.
Met Zeebonk naar een sterke visserij- en aquacultuurgemeenschap
Ook volgend jaar is het de bedoeling om met de Europese middelen van het EFMZVA en met Vlaamse middelen en samen met de lokale visserij- en aquacultuurgemeenschap Zeebonk goede ideeën en vernieuwende projecten realiseren. Hierbij ligt de toegevoegde waarde ook in het verbinden van de visserij- en aquacultuurgemeenschap met toeristische en culturele doelen in West-Vlaanderen. De projectoproepen worden samen met alle overige informatie en communicatie beschikbaar gesteld op de webpagina’s voor het EFMZVA als onderdeel van de visserij-webstek van het Agentschap.
Jongeren warm maken als behoeders van de zee
Geen visserij zonder vissers. Daarom zal Vlaanderen het beroep van visser ondersteunen en koesteren. Werken in de sector moet aantrekkelijk en veilig zijn. Om de instroom van medewerkers in de sector aan te moedigen en om via leerplekleren praktijkervaring op te doen, is er steun aan het Fonds voor Scheepsjongeren. Ook de samenwerking tussen het maritiem onderwijs en de sector wordt aangemoedigd om jongeren warm te maken voor een taak als behoeder van de zee.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier