Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."
De inktvis heeft de tong verdrongen in de lijst van de meest gevangen vissoorten in de netten van de Belgische vissersboten. Is het de klimaatopwarming of zijn het de vangstquota die hiervoor verantwoordelijk zijn? De meningen zijn verdeeld, maar iedereen is het er wel over eens dat inktvis een lekkere vis is.
Het voorbije jaar hebben de Belgische vissers wat minder vis aangevoerd dan in 2022. Het gaat om 15.910 ton, wat een daling van 6 procent is. Het betekent zelfs een omzetverlies van 7,5 procent. De aanvoer van 2023 was goed voor een omzet van 90 miljoen euro.
Meest opmerkelijk: inktvis was met 2.620 ton vorig jaar de meest aangevoerde soort, goed voor een omzet van 10,6 miljoen euro. Schol staat met 2.314 ton op de tweede plaats, tong met 2.260 ton op de derde plaats. Dat is minder goed nieuws voor onze vissers, want de tong wordt duurder verkocht. Die bracht in 2023 nog 39,4 miljoen euro op, dat is 35 procent van de totale opbrengst.
Tom Premereur, algemeen directeur van de Vlaamse Visveiling, relativeert enigszins de statistieken: “De zeekat en de pijlinktvis zijn opgeteld, ze worden niet apart gegeven in de jaarcijfers. Als je ze opsplitst, zitten ze nog net onder de tong. Maar de prijs van een tong is vijf keer zo duur als een zeekat.”
(lees verder onder de foto)
Volgens de Knokse reder Geert De Groote, voorzitter van de Rederscentrale, liggen de te strenge vangstquota voor tong aan de basis van deze nieuwe trend: “In de Ierse zee bijvoorbeeld mogen we de komende zes maanden amper 1.500 kg tong vangen. Dat kunnen we in drie dagen klaarspelen!”
“Ik wil de wetenschappers die de quota bepalen gerust uitnodigen om met ons op zee te varen. Dan kunnen ze met eigen ogen zien hoeveel tong er op zee is. De vangstquota verplichten ons om ook inktvis, waarvoor geen beperkingen gelden, te vangen. Want anders is de visserij niet meer rendabel. Ik zie de klimaatopwarming niet als de hoofdreden, het ene jaar heb je meer of minder vissoorten dan het andere. Dat evolueert.”
“Het Europees visserijbeleid moet flexibeler kunnen omspringen met veranderende omstandigheden in de mariene populatie” – Hans Pollet
Toch wijst Hans Pollet, wetenschappelijk directeur van het Instituut voor Landbouw-, Visserij- en Voedingsonderzoek (ILVO) Marien, er op dat de pijlinktvis tegenwoordig massaal aanwezig is in het ondiepe deel van de Noordzee: “Vroeger trof je die vooral veel zuidelijker aan, in de Golf van Biskaje. Is dat door de klimaatopwarming? Sluitende bewijzen zijn er niet. Maar het is een feit dat in tien jaar tijd de leefomstandigheden voor die kortlevende inktvissoort in de Noordzee veel gunstiger geworden zijn.”
“Die inktvissen komen voor onze vissers op een gunstig moment, ze zoeken door de vangstquota voor tong een uitweg om dat verlies aan vangsten te compenseren. Zo kunnen ze blijven vissen. Maar dit noopt ook tot een nieuwe vorm van visserijbeheer. Het Europees visserijbeleid moet flexibeler kunnen omspringen met veranderende omstandigheden in de mariene populatie. Europa heeft oog voor grote doelstellingen, maar verliest uit het oog wat er in zee gebeurt.”
Manueel sorteren
“Het is natuurlijk een complexe materie: inktvissen worden amper twee jaar oud, terwijl tongen gemiddeld acht à tien jaar leven. Een slecht broedseizoen kan voor de inktvissen rampzalig zijn en heeft dus zware gevolgen voor de visserij, terwijl bij tongen een andere leeftijdscategorie dit kan opvangen. Maar het is een feit: de inktvis voelt zich goed in de Noordzee en schuift alsmaar noordwaarts op. Bijgevolg worden zeekat en pijlinktvis nu massaal gevangen.”
Volgens Tom Premereur heeft de massale vangst van inktvissen ook gevolgen voor de Vlaamse Visveiling: “Het sorteren van inktvissen gebeurt op een totaal andere manier. Voor tongen is dit machinaal, bij zeekatten moet je dat manueel doen. Inmiddels hebben onze veilingen al voldoende ervaring opgedaan, het manueel sorteren van inktvis is geoptimaliseerd. Inktvissen worden vooral in de winter gevangen. Je ziet dat ook op onze werkvloer, die is zwart van de inkt. In de zomermaanden heb je dat niet.”
“Maar de massale aanwezigheid van de zeekat zorgt ervoor dat de zeereizen deze winter nog rendabel zijn, zonder de dure tongquota op te vissen. Zo kunnen de vissers zich in de zomer op tong concentreren. De daling van de tongquota met 50 procent op twee jaar tijd is niet correct voor alle visgronden en een drama voor de sector. De Vlaamse Visveiling en de hele visserijsector gaat hiermee niet akkoord, want er zit nog veel tong op zee.”
Voor de Vlaamse Visveiling betekent de daling van de tongvangsten ten voordele van de inktvissen ook minder inkomsten, omdat ze een commissie heft op de opbrengst van de veilingen. Die trend bezorgt Tom Premereur dan ook gemengde gevoelens: “Er zijn goede en slechte jaren voor de visserij. Het belangrijkste is dat de vissers kunnen blijven varen en de rederijen rendabel blijven en dus blijven voortbestaan. De laatste jaren werden 55 procent van de vangsten geveild in Zeebrugge en 45 procent in Oostende. Maar dat is zich aan het egaliseren. Nogal wat Belgische vissers trekken naar visgronden ten noorden van Frankrijk, die liggen wat dichter bij Oostende.”
Oostends visrestaurant Lobster: “Ook intktvis op de kaart”
De Lobster, het restaurant van Joost Nollet en zijn echtgenote in de schaduw van het Kursaal, is al decennia een vaste waarde in het plaatselijk horecagebeuren. De zaak is tot ver in de regio bekend voor zijn zeevruchten, maar Joost is ook van plan om inktvis op het menu te plaatsen.
Tot in het verre Boulogne-sur-Mer trekt Joost Nollet (62) om zijn klanten de beste producten aan te bieden. Specialiteit van restaurant Lobster: de bereiding van kreeft, krab en ook de zeevruchtenschotels zijn er een topper. “Ik ben al 40 jaar bezig in mijn eigen zaak”, vertelt Joost, “en de voorbije jaren hebben we onze kaart wat ingekort. Ik blijf weliswaar iedere dag zoeken naar manieren en methodes om onze klanten, waarvan heel wat vaste, kwaliteit te blijven aanbieden.”
Joost is er zich wel degelijk van bewust dat de vangst van inktvis in de lift zit, en niet zo’n klein beetje. “Neen, het verrast me niet dat inktvis op vandaag de meest aangevoerde soort is. Ik meen dat er zelfs veel van uitgevoerd wordt naar de zuiderse landen, zo’n beetje de omgekeerde wereld in vergelijking met vroeger. Maar inktvis is en blijft lekker en leent zich tot heel wat bereidingen. Ik verwerkte het soms in mijn bereidingen, maar ik ben nu wel van plan om het op de kaart te zetten”, vertelt Joost Nollet. (DVL)
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier