Windturbines verboden op 7 procent van West-Vlaamse grond om uitstraling WO I-erfgoed in de Westhoek te beschermen
Er wordt wel eens geklaagd over de visuele impact van windturbines in landelijke gebieden. Een terechte opmerking, vinden nu ook Vlaamse ministers Zuhal Demir en Matthias Diependaele. Om te voorkomen dat de uitstraling van het Wereldoorlogerfgoed in de Westhoek verstoord wordt door windmolens, trekken zij een perimeter van drie kilometer rond elke site waar voorlopig geen turbines mogen geïnstalleerd worden.
West-Vlaanderen is de provincie bij uitstek om hernieuwbare energie via windmolens op te wekken, door de groot aantal vierkante meters aan open ruimte. Maar de verduurzaming van onze energiebronnen mogen volgens Vlaams minister van Omgeving Zuhal Demir en minister van Onroerend Erfgoed Matthias Diependaele de waarde van ons historisch erfgoed niet aantasten, dat maken ze duidelijk in een omzendbrief.
“Met deze omzendbrief trekken we een perimeter van 3 kilometer rond iedere door UNESCO erkende WO I-site. Die zone moet door alle adviesverlenend instanties en vergunningverlenende overheden gevrijwaard worden van nieuw windturbineprojecten, tenzij uitdrukkelijk aangetoond kan worden dat er geen impact is op de erfgoedwaarde”, klinkt het.
Onderzoek
Vooral in de Westhoek situeren zich tal van begraafplaatsen en herdenkingsmonumenten die de miljoenen slachtoffers van de Eerste Wereldoorlog herdenken. Ze trekken jaarlijks honderdduizenden bezoekers van over de hele wereld. In 2023 werden 27 van die sites werden ingeschreven in de UNESCO-Werelderfgoedlijst. Het gaat om internationaal bekende locaties als het Tyne Cot Cemetery van het Britse Gemenebest in Zonnebeke of de Duitse begraafplaats in Langemark, maar ook om de crypte van de IJzertoren die specifiek de Vlaamse gesneuvelden aan het IJzerfront herdenkt.
Om ervoor te zorgen dat de uitstraling en beleving van deze 27 historische oorlogsites niet in het gedrang komen, vraagt Demir in de omzendbrief om de perimeter van drie kilometer rond deze locaties te vrijwaren bij toekomstige windturbineprojecten. In totaal zou het gaan over 462 vierkante meter grond, voornamelijk in de Westhoek, goed voor 7 procent van de totale oppervlakte van West-Vlaanderen. Niet voor eeuwig, want minister Diependaele zal de komende maanden onderzoeken of er in de buurt zones kunnen aangeduid worden waar windturbines niet hinderlijk zijn voor het uitzicht van de WO I-sites en waar ze dus geen bedreiging vormen voor ons Vlaams werelderfgoed.
“De stad heeft niet gewacht op het initiatief van de Vlaamse overheid om haar heldere visie rond grootschalige windturbines kenbaar te maken”, zegt Iepers erfgoedschepen Philip Bolle (Vooruit). “Nog voor de Britse begraafplaatsen erkend werden als UNESCO-werelderfgoed hebben wij consequent geopperd dat een repowering van de bestaande turbines de eerste piste moest zijn. Het uitsmeren van windmolens van de afrit A19 tot aan Vlamertinge was nefast voor de formidabele open landschappen en de skyline van de stad met onder andere het uitzicht op de belforttoren, nota bene ook werelderfgoed. Maar los daarvan moet onze eerste bekommernis de leefomstandigheden van de nabije bewoners zijn. Ik ben kort voor de erkenning nog naar de Vlaamse administratie getrokken om een vurig pleidooi te houden voor de verdere vrijwaring van de stad door windturbines en het doet mij uitermate veel plezier dat de ministers zich aan de juiste kant van de geschiedenis scharen.” (PS/TP)
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier