Parkeerplaatsen ingenomen door publieke laadpalen in Moen en Zwevegem: “Maar moeten klaar zijn voor toekomst”

Recentelijk verschenen meerdere nieuwe publieke laadpalen in het straatbeeld. Dit in Ter Moude aan de kerk in Moen, en in Zwevegem in de Avelgemstraat aan ZEN’nice hair en de Otegemstraat aan Belfius. Door de komst van de laadpalen verdwijnen er wel steeds twee parkeerplekken.

Volgens schepen van mobiliteit en nutsvoorzieningen, Dirk Desmet (CD&V), komt men hiermee tegemoet aan de stijgende vraag naar locaties waar elektrische wagens kunnen opgeladen worden. “Niet iedereen beschikt immers over een laadpaal op privéterrein, maar ook tijdens het shoppen of werken is het interessant dat de wagen kan opgeladen worden”, klinkt het.

Verdwijning parkeerplaatsen

Door het plaatsen van die laadpalen, verdwijnen welk telkens twee parkeerplaatsen voor ‘gewone’ wagens. “We zijn er ons als gemeentebestuur van bewust dat er telkens twee parkeerplaatsen voorbehouden worden voor elektrische voertuigen en deze dus niet meer door andere wagens kunnen gebruikt worden. Nu blijkt dat hybride en elektrische wagens volgens Statbel, het Belgisch Statistiekbureau, met een marktaandeel van 59% in 2023 de populairste nieuwe wagens in België waren moeten we wel dringend de nodige voorzieningen treffen om klaar te zijn voor wat op ons afkomt.”, aldus Dirk Desmet.

Er waren reeds publieke oplaadpunten beschikbaar aan o.a. het Theofiel Toyeplein in het centrum van Zwevegem en aan het Gemeentepunt. Er worden er binnenkort ook nog voorzien aan de ATD (Algemeen Technische Diensten) in de Blokellestraat en aan de achterkant van de Sint-Amanduskerk, achteraan het Theofiel Toyeplein.

De schepen voegt er nog aan toe dat elke burger, onderneming of taxi- of deelwagenbedrijf, die zelf geen plaats heeft voor een laadpaal en zich te ver van een bestaand publiek laadstation bevindt, er een kan aanvragen op het openbaar domein via het online formulier op www.vlaanderen.be/publieke-laadpaal-aanvragen. In overleg met het gemeentebestuur wordt er dan één gerealiseerd op maximaal 250 meter van het adres van de aanvrager.

(Geert Vanhessche)