Al zes kleinschalige windmolens vergund in Poperinge: “Ook op sportzone komen er windturbines”

Schepen Ben Desmyter en schepen Klaas Verbeke op de locatie waar de twee windmolens moeten komen, in het midden van het sportpark. Met op de achtergrond de technische dienst. © LBR
Laurie Bailliu
Laurie Bailliu Medewerker KW

Het provinciaal beleidskader rond kleinschalige windmolens werd in 2017 gelanceerd. Tussen de eerste dossiers in 2019 en april dit jaar werden al 58 vergunningen afgeleverd door de deputatie. Poperinge staat op kop met zes vergunde molens. In 2024 hoopt de stad twee kleinschalige windmolens te plaatsen op de sportzone.

Provincieraadslid Maarten Tavernier (Groen) diende een schriftelijke vraag in over de vergunning van kleinschalige windmolens. Daaruit bleek dat Diksmuide, Kortemark en Tielt vijf kleinschalige windmolens hebben. Gistel, Lo-Reninge en Zedelgem tellen er elk 4. Poperinge staat op kop met 6 vergunde molens.

Complementaire aanvulling

Stad Poperinge besliste om de gebruikte energie op de sportsite en bij de Technische dienst, lokaal en hernieuwbaar op te wekken. Er komen extra zonnepanelen en twee middelgrote windturbines op de sportzone. Het Vlaams Energiebedrijf begeleidt dit pilootproject in Poperinge. “In principe horen onze windmolens ook tot de kleinschalige windmolen alhoewel ze mogelijks beperkt afwijken van de hoogte van de EAZ-molens. We mikken op de sportzone richting windmolens met maximaal 24 meter rotorhoogte. Dat is, vermoed ik, iets hoger dan de 15m van het EAZ type. Hiermee zitten we inderdaad op de grens tussen kleinschalige en middelgrote windturbines”, zegt schepen van Duurzaamheid Ben Desmyter (CD&V). “Windenergie op de sportzone is een complementaire aanvulling op de zonnepanelen die op vandaag al op de sportsite/technische dienst aanwezig zijn. De komende maanden willen we het gebruik van beide sites aan elkaar koppelen. Complementair aangezien de technische dienst vooral overdag en op weekdagen verbruik kent en de sportzone ’s avonds en in het weekend.”

Energiedelen

“Windenergie zorgt voor energie op die momenten dat PV installaties geen of geen minder opbrengst kennen. In het scenario dat de daar opgewekte energie meer is dat het energieverbruik zullen we ‘energiedelen’ met andere publieke gebouwen bijvoorbeeld het woonzorgcentrum, het administratief deel van het stadhuis… Uit een voorbereidende studie blijkt dat – met bekomen subsidies – de terugverdientijd schommelt tussen de vijf à zeven jaar, afhankelijk van het aandeel energiedelen. Een absoluut te verantwoorden investering dus, die ervoor zal zorgen dat onze energiefactuur drastisch daalt. Op die zone alleen al met een goeie 30 à 40.000 euro op jaarbasis.

De opdracht voor de windturbines werd recent door VEB (Vlaams Energie Bedrijf) waarmee de stad samenwerkt in functie van een pilootproject gelanceerd. “Hopelijk hebben we na de zomer 2023 een leverancier waarmee we aan de slag kunnen richting vergunning. Als alles goed gaat, volgt in het tweede deel van 2024 de effectieve plaatsing van de windmolens”, aldus Desmyter. “Uit de voorbereidende haalbaarheidsonderzoek blijkt dat kleinschalige windmolens geen hinder genereren op vlak van geluid, slagschaduw en veiligheid. Te meer omdat we de windmolens zo inplannen dat we maximaal van de dichtste omwonenden vandaan blijven. Door de kleine hoogte van deze kleine windmolens vallen vergelijkbare hinderelementen – die vaak gelinkt worden aan grotere windmolens – helemaal weg. Eigenlijk kun je grootschalige en kleinschalige windturbines echt niet vergelijken. Niet naar hoogte, opbrengst, mogelijk hinder… Een kleinschalige windturbine is volledig gericht op eigen energieverbruik”

Piek in 2022

Het aantal dossiers groeit gestaag, met zeven vergunde dossiers in 2019, tien in 2021, elf in 2021 en 27 vorig jaar. Daarmee is 2022 goed voor bijna de helft van de afgeleverde vergunningen. Uiteraard is de energiecrisis met de hoge tarieven voor elektriciteit in 2022 daar niet vreemd aan. “Het is geen toeval dat de vergunningen vooral voorkomen in landelijke gemeenten”, stelt Maarten Tavernier (Groen). “Kleinschalige windmolens zijn vooral relevant voor energie-intensieve landbouwbedrijven. In de open ruimte heeft de wind vrij spel en kunnen geen buren gestoord worden (al is de mogelijke hinder erg beperkt in vergelijking met grote windturbines). Bovendien worden in de landbouwsector dergelijke investeringen ondersteund via het Vlaams Landbouwinvesteringsfonds (VLIF).“

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier