Elke week stopt één slager: nergens sluiten zoveel beenhouwerijen de deuren als in West-Vlaanderen
Meer dan één sluiting per week. Aan dat tempo dunt het slagerslandschap in West-Vlaanderen uit. Liefst 56 beenhouwers beslisten in 2022 om de boeken neer te leggen, een absoluut record. En er lijkt voorlopig geen beterschap op komst voor de liefhebbers van een artisanaal potje preparé of versgeneden biefstukken, want ook dit jaar houdt de dalende trend aan.
Er verdwenen vorig jaar liefst 56 slagerijen in West-Vlaanderen. Dat is 11 procent van alle vleesdetailhandels die vorig jaar actief waren in onze provincie. Dat blijkt uit cijfers van Trends Business Information.
Onder die 56 stopzettingen ging het in slechts vijf gevallen om een faillissement, de rest gaf er vrijwillig de brui aan. Dit is het hoogste cijfer in twintig jaar tijd en ook in andere provincies stopten er nooit meer slagerijen dan bij ons vorig jaar. (lees verder onder de grafiek)
In 2023 gaat de trend op hetzelfde elan voort: in de eerste dertien weken van dit jaar sloten al evenveel slagerszaken hun deuren.
Gestage daling
Tien jaar geleden telde onze provincie nog meer dan 600 beenhouwerijen. Jaarlijks beslissen gemiddeld 23 ondernemers om een nieuwe zaak in de vleeshandel op te starten.
Vooral de afgelopen vier jaar ging dat cijfer stevig de lucht in. In 2021 openden er zelfs 39 nieuwe slagerijen de deuren. Toch kunnen die nieuwe en ambitieuze beenhouwers niet opboksen tegen het aantal collega’s dat beslist ermee op te houden, waardoor het aantal actieve beenhouwers gestaag daalt. (lees verder onder de grafiek)
Eind 2022 bleven er in West-Vlaanderen nog 512 zaken over, wat wel nog steeds het op één na hoogte aantal is in Vlaanderen. Enkel Oost-Vlaanderen telt er meer.
Het hoge aantal sluitingen bij ons is een relatief nieuw fenomeen. Sinds 2008 lag het percentage sluitende slagerijen ten opzichte van het totaal in onze provincie altijd onder of gelijklopend aan het Vlaamse gemiddelde.
Pas in 2019 legden de West-Vlaamse slagers massaal de messen neer en klom het aantal stopzettingen bij ons de hoogte in, tot boven het Vlaamse gemiddelde.
Defecte koeltoonbank
Een van de slagers die recent de lichten van zijn zaak heeft gedoofd, is Pol Degrande (57). Samen met zijn echtgenote runde hij 29 jaar lang Slagerij Pol in de Wielsbeekse deelgemeente Ooigem. “Tot onze koeltoonbank het vorig najaar begaf”, zegt hij. “Die herstellen of een nieuwe plaatsen, was niet verantwoord. De kosten zouden veel te hoog oplopen. We zouden die investering nooit meer kunnen terugverdienen.”
“Tot tachtig uur per week werken, dat is niet meer weggelegd voor de meeste jonge gasten” - slager Pol Degrande
Met veel pijn in het hart verkocht Pol op 10 november 2022 zijn laatste lapjes vlees. “Makkelijk was de sluiting niet”, geeft hij toe. “Maar het was de enige optie. Onze zoon en dochter bewandelen een ander professioneel pad, opvolging was er niet.”
Freelance-slager
Vandaag werkt Pol als freelance-slager. “Bij drie zaken in Rumbeke, Kuurne en Harelbeke. Ik blijf in de stiel, maar heb nu een pak minder zaken aan mijn hoofd. Ik factureer mijn uren en klaar. Ik zeg altijd dat ik nu een parttimejob heb, al is het wel eentje van 40 uur per week. Vroeger klopte ik makkelijk het dubbele.”
“Onze ambacht gaat verloren”
Dat steeds meer collega’s ermee ophouden, ziet Pol met lede ogen aan. “Onze ambacht gaat zo verloren, hé. De concurrentie van supermarkten en de opkomst van vegetarisme zal wel een rol spelen, maar ik denk dat vooral de vele uren voor de meeste jonge gasten niet langer weggelegd zijn. Slager zijn, dat is een roeping. Al zal de slager altijd zijn plekje in het straatbeeld hebben. Wie bij ons over de vloer komt, kiest voor topkwaliteit.”
Ook minderen leerlingen
Niet alleen het aantal slagerijen daalt, ook het aantal toekomstige beenhouwers neemt af. Volgens Onderwijs Vlaanderen schreven zich tien jaar geleden nog 185 leerlingen in voor een slagersopleiding aan een West-Vlaamse school.
Elk jaar daalt het ledenaantal een beetje. In het schooljaar 2021-2022 waren er slechts 110 scholieren die een toekomst zagen tussen de ribbetjes en vlees-salade.
“De perceptie van de job speelt een rol. Velen denken dat het zwaar werk is, maar dat kun je over veel beroepen zeggen”, zegt Daan Vanslembrouck van hotelschool Ter Groene Poorte in Brugge.
“Waar we wel rekening mee moeten houden, is dat mensen veel bewuster en minder vlees eten, meestal uit ecologische overwegingen. Daarom experimenteren we in de opleiding onder meer met veganistische en vegetarische vleesvervangers, insecten, kweekvlees... Slagers moeten mee evolueren.” (Philippe Verhaest/Phebe Somers)
Joran (26) begint er wél nog aan: “Dit is de mooiste stiel ter wereld”
Joran Delbaere (26) runt sinds oktober 2021, samen met zijn verloofde Amber Van Steenkiste (24), Slagerij Delbaere in Tielt. Daarmee is hij de derde generatie binnen de familie die het vak met hart en ziel uitoefent. “Als kind wist ik al dat ik slager wilde worden. Mijn broer Jarne (die in Oostrozebeke een delicatessenzaak heeft, red.) en ik zijn letterlijk in de winkel en het atelier opgegroeid.”
Na eerst wat ervaring elders opgedaan te hebben, nam Joran - die in 2021 tot vijfde beste slager van België werd verkozen - de familiezaak van zijn ouders Geert en Severine over. “En ze werken nog altijd mee. Ik doe het verschrikkelijk graag. Wat mij betreft, is het de mooiste stiel ter wereld. We beoefenen een pure ambacht en dat schenkt heel veel voldoening.”
Een zware stiel is het wel, zegt Joran. “Mijn uren tel ik niet”, glimlacht hij. “Eigenlijk ben je er altijd mee bezig, Dat kan jonge starters afschrikken, terwijl het echt niet hoeft. Uiteraard betreur ik het dat er steeds meer slagerijen stoppen, maar verdwijnen zullen we niet doen. Daarvoor vertrouw ik op de bourgondische inborst van de Vlaming. We houden van lekker eten. Het respect voor ons vak groeit weer, dat voel ik. Ik blijf mijn hele carrière een trotse slager.”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier