Beschimmelde muren, verrotte leidingen, gesjoemel met de meterstanden tot zelfs bedreigingen. Verschillende huurders van A. R., een man die eerder al vanwege zijn huurpanden in opspraak kwam, bundelen de krachten en luiden de alarmbel in Menen. “Dit is een huisjesmelker van de puurste soort en die man moet worden gestopt”, klinkt het in een noodkreet.
Het moest voor Petra De Moor (47) haar levenswerk worden: een eigen broodjeszaak. “Via het immokantoor kreeg ik het voorstel om het handelspand in de Rijselstraat, pal aan het rond punt van het CC, te huren. Het leek allemaal zo perfect, al kwam ik terecht in een ware nachtmerrie die me failliet heeft doen gaan.” Met tranen in de ogen en krop in de keel doet de onderneemster haar verhaal. “Ik wist helemaal niet wie de eigenaar was en het immokantoor wilde dat ook niet zeggen, onder het motto van privacy. Toch leken alle puzzelstukjes op hun plaats te vallen en ik mocht zelfs meteen beginnen met opfrissingswerken. Toen werd het al snel duidelijk dat er een en ander niet klopte.”
“Kort na de opening van mijn broodjeszaak stond de boel ook onder water, meer dan eens overigens. Een inspectie van de leidingen bracht aan het licht dat het volledige buizenstelsel compleet verrot was” – handelaar Petra De Moor
De realiteit haalde Petra in en haar levenswerk werd al meteen gekelderd. “In augustus wilde ik openen maar er waren al meteen problemen met de vergunningen. Het stadsbestuur kon bepaalde toelatingen, zoals het serveren van alcohol, enkel maar geven wanneer ik een resem aan attesten kon voorleggen. De eigenaar, A. R., had die helemaal niet en zelf kreeg ik overigens geen toegang tot de meters. Kort na de opening stond de boel ook onder water, meer dan eens overigens. Een inspectie van de leidingen bracht aan het licht dat het volledige buizenstelsel compleet verrot was. Al snel begonnen er zich ook overal schimmelvlekken op de muren te vertonen en vaak was de geur in de zaak niet te harden.”
“Ik kreeg er uiteindelijk de mensen van het FAVV door over de vloer die het geheel afkeurden. Er moesten dringend renovatiewerken gebeuren maar de eigenaar van het gebouw weigerde dat resoluut. Ik had al duizenden euro’s gespendeerd aan het opfrissen maar bleef voortdurend tegen nieuwe renovatiekosten aankijken. Voor A. R. telde echter maar één iets: de huur betalen. Na een eindje kon ik zelf toch toegang krijgen tot de meters van elektriciteit en gas, die in de gang van de bovenliggende appartementen stonden. Daar viel ik van de ene verbazing in de andere. Die appartementen stonden op instorten, met zelfs plafonds die naar beneden waren gekomen. Het water sijpelde er gewoon door de vloer mijn zaak binnen.”
Schimmel
Voor Petra eindigde de lijdensweg niet bij de broodjeszaak alleen. “Ik ben vanuit Wevelgem naar Menen verhuisd om die zaak te starten en kon ook meteen een woonhuis huren. Bleek nadien dat het eveneens van Alex Rivière was en ook daar ging het van kwaad naar erger. Schimmel op de muren, overal vocht, kortom onleefbare toestanden. Tijdens mijn eerste bezoek hadden ze net geschilderd, waardoor alle mankementen waren weggewerkt. Ik begon last te krijgen van mijn longen door voortdurend in beschimmelde ruimtes te leven. Uiteindelijk heb ik zowel het handelspand als de woning gelaten voor wat het is en verloor duizenden euro’s. Ook de borg weigerde hij terug te geven.”
“Ondertussen heb ik al meer dan eens gehoord dat Alex erom bekendstaat een huisjesmelker te zijn, maar als niet-Menenaar kon ik dat natuurlijk niet weten. De financiële krater die dit alles heeft veroorzaakt heeft me in het faillissement geduwd. Via de rechtbank probeer ik nu toch wat van mijn geld te recupereren, maar Alex lacht het allemaal weg. Hij maakt er geen geheim van dat hij meer geld heeft dan ik en dat hij het altijd gaat winnen. Hij verscheen zelfs al meer dan eens aan de voordeur om me te bedreigen en onder druk te zetten.”
Een gelijkaardig verhaal horen we bij Lieve Verheyden (44) en Nadege Farezyn (47). “We huurden een woning van hem en toen we gingen kijken had hij net schilderwerken laten uitvoeren. Een echte ‘cache misère’ want eenmaal we er woonden verschenen er al snel schimmelvlekken op de muren. Na amper enkele maanden moesten we opnieuw verhuizen want we werden ziek van de leefomstandigheden. De eigenaar weigerde werkzaamheden uit te voeren en en ook onze waarborg zagen we niet meer terug. Het is niet te begrijpen dat dergelijke mensen nog steeds ongehinderd verder kunnen blijven doen.”
‘Lokaal bestuur heeft sleutelrol’
Menen genoot lange tijd een erg kwalijke reputatie wanneer het om huisvesting ging. Twee jaar geleden besloot het stadsbestuur schoon schip te maken, met effect. “We hebben het verplichte conformiteitsattest voor verhuurders ingevoerd”, verduidelijkt schepen van huisvesting met woonbeleid- en preventie Renaat Vandenbulcke (N-VA).
“Wie wil verhuren moet voldoen aan een resem voorwaarden. Zonder dergelijk attest kan een woning niet meer worden verhuurd. Meer nog, in de meest extreme gevallen of situaties waarbij de eigenaar hardnekkig weigert, wordt het pand onbewoonbaar verklaard. Onze diensten zijn volop bezig met de controle van alle panden maar dat vraagt helaas tijd en dus kunnen we niet vermijden dat er nog steeds zaken door de mazen van het net glippen. We raden huurders aan meteen klacht in te dienen wanneer ze geconfronteerd worden met een mensonwaardige situatie. We kunnen dan overgaan tot een inbeslagname van de woning, waarna we zelf gaan renoveren en de kosten factureren aan de huisbaas.”
Schaarste op woningmarkt maakt strijd tegen wanpraktijken moeilijk – Nico Baeke (coördinator Huurdersbond)Nico Baeke, coördinator bij de Huurdersbond, ziet dat er toch nog heel wat werk aan de winkel is. “Alle steden en gemeenten gaan de strijd aan met wanpraktijken, maar de schaarste op de woningenmarkt maakt dat dat gevecht niet simpel is. Eigenaars die het niet zo nauw nemen met de regels zorgen er vaak voor dat hun huurwoningen net voldoende zijn opgelapt. Ze richten zich vaak ook zonder scrupules op de meest kwetsbaren in de maatschappij. Mensen die vaak al jarenlang op de wachtlijsten staan voor een sociale woning maar ondertussen wel een dak boven hun hoofd moeten hebben. Die mensen hebben dan meestal ook niet de middelen of de energie om een rechtszaak te starten.”
Baeke stipt de sleutelrol van de lokale besturen aan. “Al te vaak beroepen zij zich op standaard kwaliteitsattesten, terwijl ze ook met woninginspecteurs kunnen werken. Toch komt het zelden tot een effectieve rechtszaak. In onze dossiers merken we dat dezelfde namen en adressen terugkeren. We roepen alle huurders dan ook op om met de Huurdersbond contact op te nemen wanneer ze gaan huren of in de problemen terecht zijn gekomen. Wij kunnen mensen vaak ook helpen met de aanvraag van een huursubsidie, waardoor ze wel een kwalitatieve woning kunnen huren op de particuliere markt.”
‘Geen enkele schuld’
A. R., die in 2015 en 2016 al voor gelijkaardige zaken in opspraak kwam, veegt de klachten resoluut van tafel. “Mijn panden zijn piekfijn in orde, maar je moet ze natuurlijk onderhouden”, klinkt het telefonisch. “Als je je dagen in de zetel spendeert en nooit poetst of verlucht, dan wordt het inderdaad een probleem. Ze betalen dan geen huur meer en gaan klagen over de eigenaar. Als het zo slecht is, dan moeten ze gewoon elders gaan. Ik heb verschillende professionals de gebouwen laten controleren en die bevestigden me allemaal dat ik geen enkele schuld tref. De rechtbank zal me hierin overigens ook gewoon gelijk geven.”
“Je hebt wat panden en je hebt wat geld, dus ben je vandaag de dag bijna automatisch de boeman. Ik verplicht niemand om in mijn panden te wonen” – eigenaar A. R.
Dat A. R. de rechtszaak zal winnen, betwijfelt de advocate van Petra De Moor. Ze wil anoniem blijven uit vrees dat dit de zaak zou kunnen hypothekeren. De vrederechter tilt blijkbaar zwaar aan mediaprocessen, zegt ze. “De procedure is in deze nog steeds hangende maar de tegenpartij ontkent alle aantijgingen. Het is overigens erg sterk dat deze persoon nu al laat uitschijnen dat hij de zaak zal winnen, terwijl de vrederechter pas in mei een uitspraak zal doen. Het is schijnbaar een standaard manier van zaken doen bij de tegenpartij: de hemel beloven maar niets op papier zetten waardoor mensen in de kou blijven staan. De tegenpartij vergeet echter wel dat wij hier de eiser zijn en hij de verweerder. We beschikken over een stevig dossier en zullen onze cliënte dan ook zo goed mogelijk vertegenwoordigen.”
Opvallend genoeg ontkent A. R. niet dat hij in het verleden al klachten kreeg over de lamentabele toestand van zijn panden. “Ah ja, in 2015 was er inderdaad ook iemand die klaagde, maar dat was gewoon een moeilijke mens. Weet u wat het is? Je hebt wat panden en je hebt wat geld, dus ben je vandaag de dag bijna automatisch de boeman. Ik verplicht niemand om in mijn panden te wonen.”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier