Wordt Ann-Sofie Denoo ‘Onderneemster van het jaar’? Dat komen we op 15 mei te weten. “Als we naar een beurs gaan, wordt mijn man automatisch aangesproken als zaakvoerder. Ik als ‘vrouw van’ of secretaresse”, aldus de drijvende kracht achter Matrijzen Denoo.
Elk jaar wordt de Onderneemster van het Jaar gekozen. De WOMED Award is een bekroning voor de leading ladies in het ondernemerschap. Met deze award willen Vrouwennet vzw, Unizo en het Agentschap Innoveren en Ondernemen inspirerend vrouwelijk ondernemerschap belonen en andere vrouwen aanzetten om de sprong naar een eigen zaak te wagen. Ann-Sofie Denoo is een van de drie finalistes én de enige West-Vlaamse.
“Het is absurd om te denken dat vrouwen minder goed zouden zijn in techniek dan mannen”
Ann-Sofie is de drijvende kracht achter Denoo Matrijzen, het bedrijf dat in 1966 gesticht werd door haar grootvader, wijlen Frans Denoo, en werd voortgezet door haar vader Rik. Ann-Sofie wil een voorbeeld zijn voor vrouwen in de maakindustrie en aantonen dat vrouwen, ongeacht genderstereotypen, een waardevolle impact kunnen hebben. “Ik wil jonge mensen aanmoedigen om barrières te doorbreken en te geloven in gelijke kansen in technische en ondernemende domeinen. Ik wil ook jongeren aanmoedigen om voor een STEM-richting te kiezen. Als ik terugblik op mijn schoolparcours, dan vind ik het spijtig dat ik geen industriële wetenschappen gevolgd heb aan het VTI. Ik heb getwijfeld, al werd ik wel aangemoedigd door mijn mama. Maar ik had het gevoel dat ik als meisje niet welkom was in een jongensschool als het VTI. Ook toen ik ging studeren voor industrieel ingenieur wist ik dat ik in een mannenbastion terecht zou komen, maar op mijn achttiende was ik daar meer klaar voor dan op mijn twaalfde.”
Je botst al sinds je jeugd op de barrières van het vrouw-zijn?
“Klopt, al toen ik naar de lagere school ging, voelde ik me het jongensachtige meisje van de klas. Gewoon door mijn atypische interesses voor een meisje. Het is sindsdien niet meer gestopt. Nog dagelijks word ik met genderstereotypen geconfronteerd. Ik ben een vrouw in een mannenwereld en ik ben een techneut. Maar het is absurd om te denken dat vrouwen minder goed zouden zijn in techniek dan mannen. Daar is geen enkele basis voor.”
“Ik ben de enige finaliste uit een mannensector én ik heb iets te vertellen”
Stond het in de sterren geschreven dat je het familiebedrijf zou overnemen?
“Ik heb altijd gezegd: nóóit van mijn leven. We woonden naast het bedrijf. Ik zag hoeveel mijn ouders moesten werken, hoe alles in het teken van het werk stond en de zorgen die ze hadden. Het was een bewuste keuze van mijn man Dave en ik om niet naast het bedrijf te wonen, zodat we de balans tussen werk en privé beter kunnen bewaken. Dave werkt trouwens als CFO in het bedrijf. Ik vind dat echt een meerwaarde.”
Wat heeft je doen beslissen om toch het bedrijf voort te zetten?
“Ik werkte voor Alpro toen ik zwanger was van onze oudste dochter Norah. Ik was veel in het buitenland om machines op te starten en ik vroeg me af hoe we dat allemaal zouden regelen met een baby in huis. Ik hielp papa ook af en toe met krachtberekeningen en toen hij zei dat hij een overnemer wilde zoeken, vond ik dat spijtig. Ik heb altijd gezegd dat ik het bedrijf nooit wilde overnemen, maar in feite is het in mijn achterhoofd wel altijd een back-upplan geweest. In de ogen van mijn grootvader was mijn broer Thomas de gedoodverfde opvolger – een man, wie anders (knipoog) – en toen hij te kennen gaf dat hij het bedrijf niet wilde overnemen, was het precies al vanzelfsprekend dat het bedrijf niet voortgezet zou worden. Er werd niet mijn richting uitgekeken, want ik ben een vrouw. Al wil dat niet zeggen dat mijn grootvader niet trots was dat ik het bedrijf voortzette. Want dat was hij absoluut wél. Maar in zijn gedachtegang was dat niet opgekomen. Je kunt het hem niet kwalijk nemen, want zo werd en wordt vandaag nog steeds gedacht. Als ik naar een beurs ga met mijn man of onze productiemanager Wim, dan worden zij automatisch aangesproken als de zaakvoerder. Ik als vrouw van of secretaresse. Dat heeft wel één groot voordeel: ik heb een machine al altijd helemaal kunnen inspecteren vooraleer er een verkoper komt praten. Een man krijgt die kans niet.”
“Als ik naar een beurs ga met mijn man of onze productiemanager Wim, dan worden zij automatisch aangesproken als de zaakvoerder”
Hebben jullie dochters de passie voor techniek geërfd?
“Eigenlijk wel. Ze zien ons ook letterlijk bezig. Als we bijvoorbeeld een kledingstuk of een elektrisch apparaat herstellen, zoals laatst de SodaStream, dan betrekken we hen daar bij. Ik vind het belangrijk dat ze weten dat dit veel minder impact heeft op het milieu dan de aankoop van een nieuw apparaat met een groen label.”
Hoe graag wil je straks de WOMED Award mee naar Zedelgem nemen?
“Ik wil héél graag winnen, het zou flauw zijn om iets anders te zeggen. Al gun ik het de andere finalistes uiteraard ook. Eerst vond ik mezelf maar een kleine vis in vergelijking met hen, want ik run een veel kleinere onderneming, maar anderzijds: ik ben de enige finaliste uit een mannensector én ik heb iets te vertellen. Ik vind het alleszins allemaal heel spannend. Wat ook heel spannend is, is dat ik zelf een kleed aan het naaien ben voor de finale en dat de eerste versie alvast mislukt is.” (lacht)
Als uitsmijter, hoe vaak heb je al moeten uitleggen wat matrijzen zijn?
“Dat doe ik al heel mijn leven aan iedereen die ik leer kennen. Ik heb nu eindelijk een heel eenvoudige manier gevonden om het uit te leggen, dankzij een spreekbeurt die onze oudste dochter gaf over haar mama: mijn mama maakt gaatjes in metaal zoals een perforator dat doet in papier. Gaatje, na gaatje, na gaatje.”
De WOMED Award wordt uitgereikt op 15 mei. Stemmen kan tot en met 24 april op www.womedaward.be
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier