PFAS-vervuiling vastgesteld rond site van Cleanlease: “Gevolg van brand uit 1989”

Arno Van Haverbeke
Arno Van Haverbeke Medewerker KW

De industriële wasserij Cleanlease heeft tijdens een verplicht periodiek bodemonderzoek PFAS-waarden vastgesteld op haar site. De buurtbewoners werden hierover ingelicht, al is er volgens het bedrijf geen reden tot paniek. “Vroeger bevatte het bluswater van de brandweer ook PFAS.”

Tien jaar geleden liet de industriële wasserij Cleanlease voor het laatst een verplicht bodemonderzoek uitvoeren. “Aangezien we verplicht zijn dat elke tien jaar te doen, lieten we dat begin dit jaar opnieuw uitvoeren”, vertelt commercieel directeur Diego Everaert. “Alleen moet tijdens zo’n onderzoek sinds een aantal jaar ook getest worden op PFAS-waarden”, treedt preventieadviseur Daniel Goeman bij. “We weten dat hier in 1989 een deel van de site is afgebrand. We vermoeden dat de brand toen werd geblust met de middelen van die tijd, waardoor er PFAS in het bluswater zat.”

Brand in 1989

Volgens operationeel directeur Jo Debruyne was al snel duidelijk dat de vervuiling niet te maken had met de dagelijkse werking van het bedrijf. “We weten welke producten we gebruiken en konden aan de hand van het oriënterend bodemonderzoek zien dat de waarden enkel hoger zijn op de plaats waar de brand destijds is geblust. Aangezien PFAS stabiel is en niet zomaar verdwijnt, kan de stof zich ook niet zomaar met andere stoffen mengen.”

Het bedrijf laat nu een beschrijvend onderzoek uitvoeren om exact te bepalen hoeveel vervuiling er op welke precieze locatie in de bodem zit. “Eigenlijk krijgen we daar drie jaar de tijd voor, maar we vonden het belangrijk om nu al iets te ondernemen. Wat de bodem betreft, zitten de waarden licht boven de maximumgrens. In het grondwater gaan de waarden wel net in het rood. Wellicht kunnen we dat oplossen door de grond af te graven en nieuwe grond aan te voeren”, gaat Daniel Goeman verder.

“Voor de zekerheid laten we in de komende maanden extra metingen uitvoeren in de buurt, om helemaal in kaart te brengen waar de vervuiling zich situeert. Tegen eind dit jaar zou dat onderzoek afgerond moeten zijn. Wellicht kunnen we dan begin volgend jaar overgaan tot de sanering van het vervuilde deel van onze site”, besluit operationeel directeur Jo Debruyne. (Arno Van Haverbeke)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier