Georges Couvreur, stichter van Old-Art en een van de weinige bladgoudleggers in ons land, wordt tachtig. Leeftijd en gezondheid verplichten de Roeselarenaar om een opvolger te zoeken. “Ik heb de techniek in Frankrijk geleerd maar het bracht me wel op de meest waanzinnige plekken over de hele wereld.”
“Ik was voorbestemd om thuis de drukkerij over te nemen. Pa was een van de eerste zeefdrukkers in België. “Ik kon ontsnappen naar instituut Sint-Idesbald waar ik plastische opvoeding gaf, maar het werd snel duidelijk dat het onderwijs niet mijn ding was. Ik kijk altijd vooruit, naar iets nieuws en het keurslijf van het onderwijs was niets voor mij. Een geluk bij een ongeluk, er was geen werk voor mij maar ze moesten me blijven uitbetalen. Zo kwam er ruimte vrij voor iets nieuws.”
En dat werd antiek. Georges richtte het bedrijf Old-Art op dat antiek aankocht en ook restaureerde. “Mijn brother-in-arms was Raf Houwen van de antiekverkoopzaal in Roeselare. Hij leerde me de knepen van het vak en bracht me in Parijs in contact met de beau monde van de antiekwereld.”
Flinterdunne blaadjes
“Via de restauratie leerde ik werken met bladgoud, flinterdunne blaadjes van 23/75 karaats goud, amper één zevenduizendste van een millimeter dik die op hout, steen of metaal worden gekleefd. Half werk is niet aan mij besteed dus ging ik in Frankrijk de juiste methode studeren bij de paus van de bladgoudleggers. Ik leerde er wat mixtion was, het leggen van bladgoud buitenshuis. Er is ook watervergulding, dat is complexer en erg duur. Met die methode hebben we het Chinees Paviljoen in Brussel gerestaureerd.”
“Ik heb vele jaren voor Bellewaerde gewerkt en er de meest aparte zaken meegemaakt”
Wat volgt is een indrukwekkende lijst. “We deden de hekken van het koninklijk paleis in Laken. Dat opende meteen de deur naar andere projecten als de congreskolom, de koningsgalerij en de panden op de Grote Markt in Brussel. In Antwerpen bengelde ik aan een hoge torenkraan om de pieken van het station naar beneden te halen en die hier in Rumbeke met bladgoud te beleggen. In Parijs was Maille, van de mosterd, onze klant en in New York belegden we de gevel van Lacoste in goud. Als je nog eens in Rijsel bent, kijk dan goed rond. Al het goud dat je ziet heb ik daar gelegd, zoals de gevel van de bekende patisserie Paul. Een van mijn laatste opdrachten was het beeld van Onze Lieve Vrouw bij de Sint-Michielskerk in Roeselare.”
Avonturen in Bellewaerde
Maar Georges heeft ook een opmerkelijk link met het pretpark Bellewaerde. “Daar hebben we heel wat decors ontworpen en gebouwd. Mexico-Stad en de decoratie van de Boemerang zijn van mijn hand. Ik heb jaren voor Bellewaerde gewerkt en er de meest aparte zaken meegemaakt. Zo hebben ze ons moeten redden toen ik de maidentrip van de Boemerang meemaakte en de veiligheidsgordels in volle rit loskwamen. En ik heb met mijn Jeep de leeuwentrein nog weggesleept toen die in panne viel. De ronde bootjes op de wildwaterbaan heb ik ontworpen nadat de eerste versie telkens lek sloeg. Mijn verbeterd ontwerp wordt nu nog wereldwijd gebruikt in de wildwaterbanen.”
Nu hij tachtig wordt, wil Georges het rustiger aandoen. “Het is van moeten, mijn gewrichten willen niet meer mee en ik neem de zorg op mij voor mijn vrouwtje Siska. Zij heeft een erg belangrijk aandeel in wat wij bereikt hebben. We hebben samen een fantastisch leven gehad, we hebben gewerkt en geleefd voor drie en het bracht ons op de mooiste plekken in de wereld. Ik zou mijn leven zo opnieuw doen.”
Opvolger zoeken
“Het lastigste was nog het vinden van een opvolger. Mijn kleindochter Eline heeft me als kind vaak geholpen. Met haar kleine vingertjes kon ze het fijne bladgoud op de moeilijkst bereikbare plekken krijgen maar zij koos voor een opleiding apotheker.”
“Ik heb mijn zoons gestimuleerd om de wijde wereld in te trekken. Dat hebben ze ook gedaan maar ze zijn niet teruggekeerd naar het goudatelier van hun vader. Dus moest ik op zoek naar iemand anders. Ik heb een tijdje samengewerkt met een Antwerpenaar die veel restauratiewerk doet voor het kunstpatrimonium van ons land. In hem heb ik het volste vertrouwen en er ligt veel werk op de plank. Bladgoud gaat normaal honderd jaar mee, maar duivenpoep en luchtvervuiling veroorzaken problemen waardoor er steeds vaker vakmensen met goud aan hun vingers op de stellingen zullen staan”, besluit Georges Couvreur.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier