De vijfde cultuurprijs van Langemark-Poelkapelle gaat naar Rik Minne. Al meer dan veertig jaar maakt de 65-jarige Langemarkenaar het mooie weer bij de toneelgroep Sint-Jansgilde, dit seizoen voor een recordaantal van 2.160 toeschouwers. “Dat je op een bepaalde manier het publiek kan bespelen en de reacties die je kan uitlokken, dat vind ik nog steeds heel plezant”, vertelt Rik.
De cultuurraad reikte dinsdagavond voor de vijfde keer de cultuurprijs uit. Na Georges Vandromme in 2019, Ignace Thoma in 2020, Jef Dekeyser in 2021 en de vereniging Tuinhier in 2022 ging de eer voor 2023 naar Rik Minne. “Toen we vijf jaar geleden startten met de cultuurprijs had ik meteen enkele namen in gedachten die de prijs zouden verdienen en Rik Minne was daar één van”, motiveerde voorzitter Peter Peene de beslissing van de cultuurraad. “We waren dan ook erg blij dat Rik dit jaar eindelijk eens genomineerd was. Er is dan ook heel weinig gepalaver aan te pas gekomen bij de beslissing om de prijs aan Rik toe te kennen.”
Peter Peene stak de loftrompet over het complexloos theater van de Sint-Jansgilde. “Een goeie klucht, daar komt publiek voor. In meer dan veertig jaar bij de toneelkring ontpopte Rik zich tot spilfiguur, steracteur en gangmaker. Het feit dat de Sint-Jansgilde in 1993 haar voorstellingen annuleerde doordat Rik er door ziekte niet kon bij zijn, zegt genoeg. Sinds 2001 is Rik ook voorzitter en de meer dan dertig medewerkers zullen zeker beamen dat hij een voorzitter is die oog heeft voor de noden en behoeften van iedereen en die zorgt voor een vriendschappelijke sfeer.”
“Speciale dank aan mijn vrouw, die me vele avonden moest missen”
Rik Minne (65) is getrouwd met Ria Cappelle en papa van Katrien en Koen. Hij heeft vijf kleinkinderen en is zaakvoerder van fietsenspeciaalzaak Minne Sport in Ieper. In het seizoen 1980-1981 maakte hij zijn debuut voor de Sint-Jansgilde in het stuk ‘Kerst op de Vismarkt’. “Dat was eerder een klassiek stuk, een typisch kerststuk”, vertelt Rik. “Het was Anne-Marie Defever, toen souffleuse en de drijvende kracht achter het toneel, die tijdens het tanken bij ons polste of ik eens wilde meedoen. Ik heb niet getwijfeld en sindsdien is de passie voor toneel niet meer gestopt.”
Negen voorstellingen
“Nu spelen we ludieke stukken, maar het is wel de bedoeling om die op een hoog niveau te spelen. We zien dat de mensen dat appreciëren en dat er meer volk komt. Zo konden we het aantal voorstellingen optrekken tot negen stuks. Bij mijn debuut speelden we slechts drie keer.”
Nog steeds staat Rik met heel veel plezier op de planken. “Ik heb altijd met hart en ziel gespeeld. Geen enkele repetitie kwam ik tegen mijn gedacht”, vertelt Rik. “Het leuke aan theater is voor mij in eerste instantie de groep. Je bent er lang mee bezig in een gezellige en vriendschappelijk sfeer. Ook de reacties van het publiek vind ik altijd plezant. Dat je op een bepaalde manier het publiek kan bespelen en de reacties die je kan uitlokken… Dat je op scène staat en voelt: nu zitten ze te luisteren en nu heb ik ze vast. Je kunnen inleven in een rol vind ik ook plezant. Je kan eens iemand zijn die je eigenlijk niet bent.”
Record
Na veertig jaar heeft hij echter nog steeds last van plankenkoorts. “Er is altijd wel nog gezonde stress. Geen stress is ook niet goed. Al mag het ook geen paniek zijn”, lacht Rik, die in het voorjaar nog negen voorstellingen speelde van ‘Drie is teveel’. Die lokten maar liefst 2.160 toeschouwers naar Den Tap, een record. “Je voelde aan de reacties dat iedereen het goed vond. Meestal krijg je gemengde reacties, maar dit jaar heb ik van niemand gehoord dat het de vorige keer beter was. Het mooiste bewijs is dat er terwijl we aan het spelen waren nog veel kaarten verkocht werden. Dat is de beste barometer om te zien of het goed zit.”
Voorlopig weet Rik ook niet van ophouden. “Zolang ik de teksten kan onthouden”, knipoogt hij. “Al kan vers bloed nooit kwaad. Misschien een oproep: mensen die willen meespelen of willen meehelpen aan het decor zijn altijd welkom. Deze prijs krijgen is heel tof, maar het is zeker niet alleen mijn verdienste. Heel de groep draagt bij tot het succes van de Sint-Jansgilde. Een speciale dank gaat ook uit naar mijn vrouw Ria, want ze heeft me al heel veel winteravonden moeten missen door repetities en soms konden die al eens uitlopen.”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier