Marionettentheater Kallemoeie stevent af op eeuwfeest met ‘Reinaert de Vos’

Dit zijn de gezichten achter het marionettentheater Kallemoeie. © PETER MAENHOUDT
Wim Kerkhof
Wim Kerkhof Medewerker KW

Kallemoeie gaat komend weekend in première met Reinaert De Vos. Zoals we dat van het Oostendse marionettentheater gewoon zijn, werd het Middeleeuwse dierenepos opnieuw ondergedompeld in ‘een zee van artistieke vrijheid’. “Verwacht dus vooral geen kopie van het origineel”, zegt voorzitter Jan Hostyn. Voor de gelegenheid blikt hij nog eens terug op het bijna honderdjarige bestaan van theater Kallemoeie, dat als een volleerde feniks drie keer uit de as herrees.

Zou Reinaert Marc Coucke kunnen nadoen? Denkt Bruin De Beer soms dat hij burgemeester van Oostende is? En zoals Grimbert De Das zijn g’s uitspreekt, aan welke voormalige burgemeester doet dat denken? Met nieuwe, verrassende decors en een verfrissende aankleding van de bijna honderdjarige poppen, presenteert Marionnettentheater Kallemoeie uniek springlevend figurentheatererfgoed, kusterfgoed op zijn best.

Al vier generaties gaat het marionettentheater mee: het gezelschap werd opgericht in de jaren ‘20 van de vorige eeuw. Enkele initiatiefnemers waren beeldhouwer Karel Demuynck, die mee de eerste marionetten ontwierp, en atheneumleerkrachten Armand Felix en Edmond Debrauwere. “De eerste vertoning Smidje Smee had plaats op kerstdag 1928 en was meteen een schot in de roos”, vertelt huidig voorzitter Jan Hostyn (69) ons. Het gezelschap veroverde al snel de Oostendse harten. “Kallemoeie speelde hier voor volle zalen”, aldus Hostyn. Zelfs James Ensor schijnt geïntrigeerd te zijn geweest door de kunstige poppen. “Het theater trad in die vroege jaren ook eens op voor een select publiek uit de kunstwereld, op specifieke vraag van Ensor zelf. De meester bracht nadien openlijk hulde aan de spelers”, klinkt het.

Van onder het puin

In 1933 won het gezelschap met een voorstelling rond Don Quichot het eerste ‘landjuweel voor poppenspel’, een van de meest prestigieuze theaterprijzen in Vlaanderen. “Maar tijdens de oorlogsjaren lukte het niet om het gezelschap bijeen te houden”, aldus Hostyn. Kallemoeie raakte in de vergetelheid en werd na de oorlog overgenomen onder een nieuwe naam: ‘Het Oostendsch Spelleke’. Maar in 1954 werd Kallemoeie nieuw leven ingeblazen. Uit de kelders van de Kerlinga op het Wapenplein werden van tussen het oorlogspuin de marionetten, houten koppen en rekwisieten gerecupereerd. “‘Kallemoeie II’ – met leden van de plaatselijke jeugdbeweging – was geboren”, aldus Hostyn. De hergeboorte was echter van korte duur, want vijf jaar later zette het theater opnieuw al zijn activiteiten stop.

Gerard Vermeylen en Jerome Hostyn – Jans vader die er in 1954 ook al bij was – tekenden in 19’72 voor een nieuwe aanpak: onder ‘Kallemoeie III’ gingen de poppen aan het dansen. Vanaf 1973 volgde een nieuwe reeks voorstellingen, die een eigen bewerking waren van populaire sprookjes: Assepoester, Hans en Grietje, Aladdin en de wonderlamp…

De nieuwe ploeg zorgde voor een ware heropleving en trad op in het hele Vlaamse land. “Kallemoeie III bereikte tot 15.000 toeschouwers. Tijdens het eerste internationaal poppenfestival, in het toenmalige Feestpaleis op het Wapenplein, genoten honderden Oostendenaars drie opeenvolgende dagen van een non-stop programmatie. En in 1978 speelden we op de Paulusfeesten voor het eerst in open lucht”, zegt Hostyn.

Vierde adem

Het laatste optreden van ‘Kallemoeie III’ dateert van december ‘86. Het poppentheater was op zoek naar een vierde adem, maar vond die niet. Tot Jan Hostyn de touwtjes in handen nam en de groep samen met zijn broer Walter weer nieuw leven inblies. Jan is ondertussen al voorzitter sinds 2005, Walters specialisatie ligt in de technieken. “Na een lange zoektocht vonden we een nieuw onderkomen in het O.L.V.-college in de Kaaistraat. In december 2006 volgde een eerste try-out van drie producties, waaronder De terugkeer van Kallemoeie”, vertelt Wakter. In De Pierewaaiers gaven de oud-spelers van Kallemoeie III de draden officieel door aan de nieuwe ploeg.

Kallemoeie IV had voortaan twee doelgroepen: enerzijds volwassenen, anderzijds kinderen onder de naam ‘Kallemoeie Jong’. “Het spel met klank- en lichteffecten en de eerste stappen naar figurentheater met schaduwspel en acteurs, gaf alles een nieuwe dimensie”, voegt Walter toe. In november 2017 werd het Trefcentrum officieel geopend. Het marionettentheater zit sindsdien in een nieuwe, maar vooral toegankelijkere locatie. “Kallemoeie bleef in het O.L.V.-college, maar verhuisde van de zolder naar de kelder”, verduidelijkt Jan. In de Kallemoeiekelder bevindt zich nog steeds de repetitie- en theaterruimte, maar het is tevens een ontmoetingsplaats voor al wie het figurentheater een warm hart toedraagt. De vzw startte in 2018 ook een steunfonds: als ‘vriend van Kallemoeie’ kan iedereen het peter- of meterschap van een van de 150 marionetten opnemen.

Nieuwe jongerengroep

Na een paar moeilijke coronajaren wil het theater weer vooruitkijken. Zo laat Jan weten dat er een voorstelling rond James Ensor in de maak is. Tjemenisch menschen… ier is Ensor zal opgevoerd worden tijdens het Ensorjaar 2024. “Met het project ‘Behoud en beheer van het Kallemoeiepatrimonium’ willen we onze kennis van dat rijke verleden uitdiepen en tradities in ere houden”, zegt Jan. “Want om onze poppen in leven te houden, zijn handen nodig die aan de touwtjes trekken.” Daartoe wordt deze zomer een eerste aanzet gegeven met een nieuwe jongerengroep, ‘Kallefakters van Kallemoeie’. Zij staan op de Paulusfeesten voor het eerst op de planken.

Dat het marionettentheater nog steeds enorm gesmaakt wordt bij de Oostendenaars, bewijst de voorverkoop voor Reinaert De Vos. “Al enkele speeldagen zijn volzet of bijna volzet, maar we houden wellicht een wachtlijst bij voor extra voorstellingen. Mensen mogen hiervoor altijd mailen naar kallemoeie@telenet.be”, besluit voorzitter Jan Hostyn.

Er zijn nog kaarten voor zondag 16 april om 14.30 uur, vrijdag 5 mei om 20 uur, donderdag 11 mei om 20 uur en zondag 21 mei om 14.30 uur. De voorstellingen vinden plaats in de Kallemoeiekelder, Sint-Franciscusstraat 37. Tickets zijn verkrijgbaar aan het UIT-loket in het stadhuis, via uit@oostende.be of telefonisch op het nummer 059 25 81 41.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier