In 1970 wordt een boom op het Pauluspleintje geplaatst. In augustus viert Iwein Scheer, uitbater van ‘t Kroegje op het pleintje, rond die boom de verjaardag van een vriend. Omdat die op Kerstmis verjaart en nooit kan genieten van ‘zijn’ dag lijkt een zomerse augustusdag een leuk alternatief. De boom wordt versierd als kerstboom. Het begin van een schone traditie…
In 1972 staat de plataan er nog. Onder (mede)impuls van de om de hoek gelegen jeugdclub Non-Stop ontstaat het idee om op het pleintje jaarlijks een vlooienmarkt en folklorefestival te organiseren. Er wordt een petitie opgemaakt die al snel door een paar duizend mensen ondertekend wordt. Het stadsbestuur geeft aarzelend zijn zege en het jaar daarop is het zover: er klinkt livemuziek op het pleintje en de zesdaagse van het Pauluspleintje is geboren! Het stadsbestuur blijft wel tegenwerken en schakelt op sommige avonden de politie in om de festiviteiten voortijdig stil te leggen… maar het jaar erop is het opnieuw feest.
Een weetje tussendoor: in 1975 is er in het kader van de zesdaagse een bierkartoenale. Een zekere Luc Zeebroek valt op met zijn spitante cartoons. De jongeman verwerft niet veel later naam en faam onder de naam Kamagurka.
Er worden dat jaar ook Oostendse volksliederen gebracht door Lucy Monti. Andere gasten in de jaren zeventig zijn onder meer Raymond Van Het Groenewoud, Walter De Buck en Roland. Ook Arno speelt er een eerste keer met Tjens-Couter in 1977.
De zesdaagse feesten wijzigen begin jaren tachtig de naam in Paulusfeesten. Wat een traditioneel volksfeest met luisterliedjes en ander amusement was, wordt groter en luider. Niet alle omwonenden en niet iedereen in het stadsbestuur is daar even enthousiast over, maar het stadsfestival groeit voor veel Oostendenaars uit tot hét evenement van het jaar. Oude vrienden lopen er elkaar jaarlijks tegen het lijf. Er wordt gelachen, gepraat, gefeest in die typische sfeer die je nergens anders terugvindt. In 1987 krijgen we er een dag bij en verschijnt er zelfs een eigen dagelijkse krant. Er wordt quasi 24 uur op 24 gefeest. Hoogdagen.
In 1990 wordt uitgeweken naar de velodroom aan de rand van ‘t bosje. Een gewaagd experiment, want buiten het stadscentrum . Enkel Arno – hij speelt op exact dezelfde plaats waar hij twintig jaar eerder voor het eerst live speelde- lokt de grote massa. De organisatie houdt er een serieuze financiële kater aan over. De jaren daarna blijft het zoeken naar extra locaties: braakliggende terreinen, het vissershuis El Mar, de fuifzaal van jeugdclub OHK en zelfs een woonboot.
Na de eeuwwisseling krijgt het Pauluspleintje een nieuw uitzicht. Langs twee van de drie zijden worden oude gebouwen vervangen door nieuwbouw. Het pleintje en het podium worden kleiner, het podium op het Sint-Petrus- en -Paulusplein groter. En er is ook een derde (kleine) locatie op het Boudewijnplein en er komt een spiegeltent.
Nog een weetje: in 2003 zijn de broers Verschaeve op zoek naar een naam voor hun gitaargroepje. Tijdens een brainstorm op de Paulusfeesten van 2003 kiezen ze voor de naam The Van Jets.
Gebruik stongs!
Bij het begin van dit decennium wordt het grote Sint-Petrus en Paulusplein optimaal benut. Met een goede affiche en bij mooi weer is de mensenmassa gigantisch. De Paulusfeesten bestaan ondertussen bijna vijftig jaar. Muziek, streetfood, straattheater en ambiance blijven de ingrediënten. En het is nog steeds gratis dankzij dat legertje vrijwilligers en de verkoop van de typische stongs. Laat je eigen drank dus thuis en geniet. Santé!
Frank Vermang is de auteur van het boek ‘Oostende ::: rock & roll’. p>
Oostendse muziekgeschiedenis
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier