Waanzin. Een beter woord bestaat niet om de gruwel en de idioterie van de wereldoorlogen te beschrijven. Het is ook de titel van een totaalspektakel waarvoor honderd muzikanten en figuranten zich klaarstomen. Begin mei loopt de Sint-Martinuskerk in Aarsele drie keer vol voor dit evenement, dat geregisseerd wordt door de Koninklijke Muziekvereniging Sint-Cecilia Aarsele. “Dit evenement past perfect in het voorjaar van 2018, 100 jaar na het einde van de Eerste Wereldoorlog”, stellen voorzitter Jürgen Blondeel en Filip Popelier.
Waanzin mag dan al krankzinnig betekenen, waanzinnig verwijst hier dan weer naar het buitengewone werkstuk dat in Aarsele wordt afgeleverd. “In het kader van ons 125-jarig bestaan hebben we tien jaar geleden nog een groot evenement gehouden toen we onze nieuwe uniformen mochten aantrekken”, blikt voorzitter Jürgen Blondeel terug. “In 2019 plant de drumband een mooi drumevent. Tussendoor wilden we ook wat extra’s.” Zulke evenementen die buiten de gewone repetities en optredens kleuren, zijn zeker voor jongere leden een extra motivatie om er voluit voor te blijven gaan.
Rode draad
Alles begon toen enkele leden van Sint-Cecilia Aarsele een heel boeiende voordracht van het Davidsfonds bijwoonden. “Oorlogskenner Fhilip Vannieuwenhuyze uit Bavikhove sprak toen vol begeestering over de gebeurtenissen in Aarsele. Over de Aarseelse soldaten uit de Eerste Wereldoorlog. Hij kende er duidelijk veel meer van dan wij. Zo groeide het idee om in 2018, 100 jaar na het einde van die oorlog, daarrond iets te doen.”
Sint-Cecilia Aarsele tijdens de oorlogen p>
Net zoals andere muziekverenigingen lagen onder de Duitse bezetter de activiteiten haast volledig stil. Na de oorlog herleefde het muziek weer. p>
Tijdens de Eerste Wereldoorlog moet de muziekvereniging, toen nog ‘fanfare’, haar volledig instrumentarium inleveren aan de Duitse bezetter. De muzikale activiteiten vallen zo goed als stil. Na de oorlog herneemt men de activiteiten. Ook tijdens de Tweede Wereldoorlog gaat het instrumentarium volledig verloren. Niet lang na WO II, meer bepaald op 23 september 1951, wordt de draad weer opgepikt. De fanfare wordt heropgericht onder impuls van enkele enthousiaste leden. Onder hen ook Frans De Boever, die in 2012 nog zijn 65-jarig muzikantenjubileum vierde. p>
Dat het muzikaal zou worden, lag voor de hand. “We zien het inderdaad veel groter, met naast muziek ook toneel, voordracht, lichtspektakel… Kortom, een totaalspektakel dat een oorlogsverhaal vertelt in het landelijke Aarsele. Er werd een werkgroep gevormd om een draaiboek op te stellen en alles in goede banen te leiden”, zegt Filip Popelier. Het zou zonde zijn om nu al het volledige verhaal uit de doeken te doen, maar de rode draad vormt het levensverhaal van een Aarseelse soldaat. “Voor de herkenbaarheid en de lokale verankering is het heel belangrijk dat er nog nazaten zijn, dat er nog families zijn die de hele achtergrond kenden. Dat maakt het allemaal zo bijzonder. Ook in onze muziekvereniging zijn er nog duidelijke banden.”
“Het oorlogsverhaal moet blijven verteld worden, in welke vorm dan ook”
Zo’n totaalspektakel opzetten is natuurlijk niet niks. “Daar kruipt bijzonder veel tijd en voorbereiding in. In totaal nemen circa 100 mensen deel. We rekenen dan ook op drie keer een volle kerk (200 personen) in het eerste weekend van mei. “Die data zijn eerder toevallig gekozen. We wilden deze activiteit in het voorjaar doen en zeker ook nog voor de examens”, vult voorzitter Jürgen Blondeel aan, die benadrukt dat de logistieke samenwerking voor dit evenement met de stad Tielt uitstekend is. “Als er iets in Aarsele te doen is, staan we graag op de eerste rij.”
Het mag ook iets meer zijn dan een muzikaal totaalspektakel. “Het oorlogsverhaal moet blijven verteld worden, in welke vorm dan ook. Het heeft dan wel niks met de Eerste Wereldoorlog te maken, maar mijn grootvader was een van de gevangenen in de Tweede Wereldoorlog, maar kon zich gelukkig bevrijden en ondergedoken leven tot de oorlog voorbij was. Ik heb ook al verschillende oorlogsplaatsen in de Westhoek, in Normandië bezocht. Het is belangrijk voor de jongeren dat we daar blijvend aandacht aan besteden“, zegt Jürgen.
Geen vreugde
Ook Filip zal het boek van het Davidsfonds Aarsele-Kanegem kopen waarin alle aandacht gaat naar Aarseelse soldaten uit WO I. “Men vergeet al te vaak dat er na WO I toch maar weinig reden was om feest te vieren. Dat lag anders na de bevrijding in WO II. In 1918 bleef de miserie even groot. Het blijft belangrijk om rond oorlogen activiteiten op te zetten. Wat wij doen is interessant voor de hele regio Tielt. Ook het oorlogsverhaal van te lande moet meer onder de aandacht komen.”
Privé p>
De 45-jarige Jürgen Blondeel is getrouwd met Trui Devolder. Het koppel heeft drie kinderen: Hanne, Jarne en Lotte. Het gezin woont in Ruiselede. p>
Loopbaan p>
Jürgen werkt als logistiek manager bij Volvo Cars in Gent. p>
Vrije tijd p>
Zijn enige en grootste hobby is muziek. Hij is nu elf jaar voorzitter van de Koninklijke Muziekvereniging Sint-Cecilia Aarsele. Jürgen is intussen al 38 jaar spelend lid. Hij bespeelt een trompet. p>
Privé p>
De 58-jarige Filip Popelier is getrouwd met Katrien De Meyer. Het koppel heeft drie dochters: Nele, Tine en Anne. p>
Loopbaan p>
Filip werkt al bijna 40 jaar als magazijnier in Quadrant in Tielt. p>
Vrije tijd p>
Hij is onder meer archivaris bij Sint-Cecilia Aarsele, speelt bastuba, houdt van tuinieren in de moestuin en leidt nu een blindengeleidehond op voor een opleidingscentrum in Koksijde. p>
Eerste Wereldoorlog
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier