Oostendse scheepswerven restaureren samen houten vissersvaartuig Crangon

Het is alle hens aan dek voor de ingrijpende renovatie van de Crangon, beseffen Philippe De Vestele (IDP), Hans Keters (Shipyard Lowyck) en hun teams. (foto ML)
Het is alle hens aan dek voor de ingrijpende renovatie van de Crangon, beseffen Philippe De Vestele (IDP), Hans Keters (Shipyard Lowyck) en hun teams. (foto ML)
Redactie KW

kustvissersvaartuig en beschermd als varend erfgoed, een ingrijpende restauratie. Daarbij werken de Oostendse scheepswerven én buren IDP en Shipyard Lowyck erg nauw samen.

De Crangon werd in 1964 gebouwd op scheepswerf De Graeve in Zeebrugge. Het was het laatste houten vissersschip dat in ons land een werf verliet en heette aanvankelijk Eldorado met Z.582 als registratienummer. Op 28 april 1998 werd het geschrapt uit de lijst van de Officiële Belgische Vissersvaartuigen. Het vergde te grote investeringen om het nog te kunnen inzetten voor de commerciële visserij.

Garnaalvisser

Om deze unieke garnaalvisser te vrijwaren van de sloop werd het schip in 1998 aangekocht door reder Willy Versluys. Die gaf het in bruikleen aan de vzw PUB met als doel de beroepsvisserij in het algemeen, en de garnaalvisserij in het bijzonder, te promoten. Het schip werd gerestaureerd op de scheepswerf van de Maritieme Site in Oostende en opnieuw in zijn originele toestand gebracht.

In 2001 werd het schip opnieuw in de vaart genomen binnen de context van een sociaal-toeristisch project. De passagiers maken niet enkel kennis met het historische vaartuig, maar beleven ook de traditionele plankenvisserij op garnaal. Het schip werd herdoopt in Crangon, naar de Latijnse naam van de Noordzeegarnaal. De Crangon werd als varend erfgoed beschermd op 16 juli 2007 als een van de laatste Vlaamse houten vissersvaartuigen.

De Crangon telde de voorbije 20 jaar ruim 25.000 opvarenden op het dek en ligt er momenteel deels ontmanteld bij in de grote loods van IDP aan de Nieuwe Werfkaai in het kader van een nieuwe restauratie. “Shipyard Lowyck bekommert zich om het vele houtwerk van de romp, het dek en het interieur. Ons bedrijf neemt de mechaniek, de elektriciteit en de las- en staalbehandeling voor zijn rekening”, zegt ceo Philippe De Vestele van IDP.

“Het vaartuig was hoogstnodig aan een ingrijpende renovatie toe”, benadrukt Hans Keters, zaakvoerder van Shipyard Lowyck. “Bij het weghalen van een dek- of huidplank ontdek je pas hoe de onderliggende dekbalken en spanten er precies aan toe zijn, en hier bleken ze niet in goede staat. Er moet ook opnieuw gebreeuwd worden.”

600.000 euro

Ook de boordinstrumenten zijn aan vernieuwing toe, net als het vistuig en de ABC-motor. Dagelijks zijn gemiddeld 9 werkkrachten actief bij de restauratie. “Die operatie zal wellicht rond de 600.000 euro kosten. De Vlaamse overheid betaalt 80 procent of 480.000 euro. De vzw PUB draagt de resterende 20 procent van de gemaakte kosten. “

“Mocht de renovatie uiteindelijk toch meer kosten, dan gaan we bepaalde, minder dringende, werken uitstellen en begroten via de jaarlijks voorziene onderhoudspremie van de Vlaamse overheid in de komende jaren”, zegt Willy Versluys. “Ik heb minister voor Onroerend Erfgoed Matthias Diependaele alvast uitgenodigd voor een garnaaltocht op 25 april. In die maand moet de restauratie klaar zijn en willen we weer varen.”

(ML)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier