De vzw 22 programmeert drie Brugse jazzmusici op September Jazz op 2 en 3 september in De Zustertuin in de Burgstraat in Damme. Een gesprek met bassist Bart De Nolf, saxofonist Bart Defoort en drummer Kobe Grégoir, die het festival mee organiseert.
Vroeger droomde elke tiener ervan rockgitarist te worden, nu wil die als deejay aanbeden worden op Tomorrowland. Jullie weken van dit droompad af. Waarom?
Bart Defoort (59): Ik kom uit een muzikale familie, er werd veel klassieke muziek bij ons thuis opgelegd. Ik speelde zelf folkgitaar toen ik vijftien was. Het zien van een concert van Joni Mitchell op BBC was een openbaring: zij liet zich begeleiden door jazzmusici die improviseerden. In die periode studeerde mijn vijf jaar oudere broer Kris piano aan het jazzconservatorium van Luik. Hij speelde er met saxofonist Jacques Pelzer, ik was meteen verliefd op het geluid van dat instrument. Ik voelde er mij zelfs fysiek mee verbonden en die passie is nooit verdwenen.
Kobe Gregoir (27): “Ik begon al op mijn tiende drums te spelen en droomde van een popband. Maar in de Knokse Academie was jazz een verplicht onderdeel bij docent Yves Peeters. Ik heb er de Brugse pianist Hendrik Lasure leren kennen, jazz werd hip onder leeftijdsgenoten. Met mijn vader trok ik in die periode naar De Werf om er jazzconcerten bij te wonen. Ik zag er het kruim van de Belgische jazzmusici passeren.”
Bart De Nolf (58): “Ik leerde fluit spelen in het Brugs conservatorium, maar het conservatisme stoorde mij. Uit frustratie begon ik contrabas te spelen. Mijn vader luisterde naar jazz. Hij stuurde mij naar de Guitar Workshop van Eric Neels, die mij prompt vroeg om in zijn band te komen.”
Bart én Bart maken deel uit van het Brussels Jazz Orchestra, dat één van de beste Big Bands ter wereld genoemd wordt…
Defoort: “Een mooi compliment, BJO viert dit jaar zijn dertigste verjaardag. Ik was er van in het begin bij. We hebben met vele grote namen in de jazzwereld mogen samenwerken. Een groot internationaal avontuur dat ons op al vele plaatsen in de wereld gebracht heeft. Het toffe is dat elke muzikant zijn eigen persoonlijkheid binnen BJO mag voeden, zonder het collectief te schaden.”
De Nolf: “Ik ben pas in 2018 bij BJO gekomen. Voordien heb ik zeventien jaar lang bij Toots Thielemans gespeeld. Hij hield ervan om zijn groep geregeld met ‘jong bloed’ te verfrissen. De eerste keer dat ik live met hem speelde, was op het concert voor zijn 75ste verjaardag in Vorst Nationaal. Vlak voor het concert gaf hij mij een briefje met de setlist.”
Nu speel je in het trio van gitarist Philip Catherine.
De Nolf: “Ik mocht Philippe Aerts vervangen, toen die naar Frankrijk verhuisde. Philippe Catherine was een idool: ik heb nog altijd mijn ticket van zijn concert in de stadsschouwburg in de jaren ‘80, toen hij zijn elpee End of August live kwam voorstellen.”
Kobe, jij hebt sinds kort een eigen trio én een kwintet, waarmee je een eerste cd opnam?
Gregoir: “Die cd van mijn kwintet komt pas volgend jaar uit, nu treed ik op mijn mijn trio, aangevuld met de Italiaans-Limburgse trompettist Carlo Nardozza. Met mijn kwintet plan ik een tournee van zodra de cd uit is.”
Defoort: “Ik kom naar September Jazz met het kwartet dat in 2008 de cd Sharing Stories inblikte. De groepsleden kennen elkaar al lang, we experimenteren graag met nieuwe composities.”
Wat Kobe programmeert in Izzy Jazz Club en op September Jazz staat ver van hippe groepen als Stuff., BeraadGeslagen en schntzl die elektronische dansmuziek vermengen in hun jazz. Zijn jullie ‘old school jazz’?
Defoort: “Discussies over stijlen zijn zinloos. Jazz is een kunstvorm die op het moment zelf gemaakt wordt en telkens nieuw is. Avant-garde jazz is ook al zestig jaar oud. Je mag mij traditioneel noemen, omdat ik inspiratie put uit Charlie Parker en John Coltrane. De essentie is ritme en melodie tot leven brengen.”
De Nolf: “Toen wij jong waren, hadden we enkel elpees van andere musici als inspiratiebron. Nu is er een overaanbod aan stijlen op het internet. Is dat beter? Een van mijn studenten op het Brussels conservatorium pochte dat hij het hele oeuvre van Hank Mobley op zijn harde schijf had staan. Maar hij had er nog niet naar geluisterd.”
Gregoir: “Mijn docent Eric Ineke aan het conservatorium van Den Haag maande mij aan om het Great American Songbook te doorploegen om mijn jazzkennis te vergroten. Met die ‘standards’ kun je overal ter wereld jammen met andere musici. Jazz moet voor mij ‘groovy’ zijn en moet mij vanaf de eerste minuut kunnen meenemen. Dat is mijn leidraad in programmeren in Izzy Jazz Club in Brugge en September Jazz in Damme.”
Info: www.septemberjazz.be
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier