Brugse percussionist Tom De Cock verzorgt concert op ‘woodblocks’ op plantdag voor Concertgebouwbos

De Brugse percussionist Tom De Cock: “Ooit heb ik een muziekstuk voor vier autoveren uitgevoerd.” © Davy Coghe Davy Coghe
Stefan Vankerkhoven

Op zondag 12 november planten Bruggelingen in de Bosweg 2.000 bomen. Via crowdfunding realiseert het Concertgebouw zo zijn eigen bos op een stuk grond van Natuurpunt in de Bosweg in Sint-Andries. Percussionist Tom De Cock zorgt voor een passend concert op ‘woodblocks’.

Bruggeling Tom De Cock (41) is een van de ‘Makers’, die van het Concertgebouw dit seizoen ‘zijn ding’ mag doen. “Noem mij alstublieft geen drummer, want ik ben geen ‘voetenman’. Met uitzondering van een drumspel bespeel ik wel alle andere slagwerkinstrumenten. In feite maak ik muziek met alles waar ik op kan slaan”, glimlacht de muzikant.

China

De liefde voor percussie deed Tom De Cock in de jaren 90 in China op, waar hij als kind twee jaar in Mantsjoerije woonde, toen zijn vader, leraar Paul De Cock, er als germanist lessen Engels gaf. “Tijdens ons verblijf, dicht bij de grens met Siberië, mochten mijn twee broers en ik elk een instrument uitkiezen. Klaas wou contrabas leren, Dries gitaar en hobo. Ik zag een kapotte snaartrommel hangen en wou die bespelen”, aldus de Bruggeling.

Telkens als ik in de Inno of de Ikea ben, tik ik op alles om na te gaan hoe het klinkt. ’t Is een wonder dat ze mij nog niet buitengegooid hebben

Op zijn veertiende, toen hij in Diksmuide les volgde aan de muziekschool Clemens Non Papa, wist Tom De Cock al dat hij beroepsmuzikant wou worden. Hij volgde met succes percussie aan het Koninklijk Conservatorium van Brussel, waar hij nu zelf doctoraatsstudenten begeleidt.

Wilde Westen

“Ik combineer dit met een halftijdse opdracht als programmator klassieke muziek bij het Wilde Westen in Kortrijk en met lesgeven aan het Gentse Conservatorium”, vervolgt Tom De Cock, die vijftien jaar lang deel uitmaakte van het Brussels Philharmonic en nu aan de slag is (letterlijk) bij het Ictus Ensemble.

“Componist John Cage zei het al: you can make music out of everything. Telkens als ik in de Inno of de Ikea ben, tik ik op alles om na te gaan hoe het klinkt. ’t Is een wonder dat ze mij nog niet buitengegooid hebben. In de Brugse groothandel in bloemen Van der Vennet heb ik eens twee uur rondgelopen op zoek naar twee vazen die dezelfde noot gaven.”

Autoveren

“Ooit heb ik een muziekstuk voor vier autoveren uitgevoerd. Aan het conservatorium onderzoek ik samen met mijn studenten hoe de klank van instrumenten verbeterd kan worden.”

“Hoewel slagwerk aanzien wordt als het oudste instrument, in de oertijd sloegen onze voorouders op allerlei dingen, is de emancipatie van dit instrument pas begonnen in 1926, toen Edgard Varèse een compositie uitsluitend voor slagwerk schreef. De viool stond al in de 17de eeuw op punt, het beste slagwerkinstrument moet morgen nog uitgevonden worden. Ik vind dat een muzikant zijn instrument moet heruitvinden. Zo ontdek je gaandeweg je eigen stijl en word je jezelf.”

Micropercussie

“Zelf experimenteer ik met micropercussie: normaal gezien heeft een orkest een vrachtwagen nodig om alle slagwerkinstrumenten te vervoeren, ik heb een verzameling klankobjecten die op één tafel passen. Samen wegen ze amper 30 kilo, ze kunnen in de koffer van een VW Golf.”

“Het zijn persoonlijke, dagdagelijkse dingen: een gong die mijn broer meebracht uit Indonesië, een klankschaal van mijn tante, blikken doosjes van mijn mama, een houten plankje, een leisteen uit een restaurant. Elk voorzien van een aparte micro en versterking. Zo creëer ik ritmische wolken, elektronische clusters en percussieve uitbarstingen.”

Klankendoolhof

“Op 18 februari 2024 zal ik mijn micropercussie gebruiken voor een project met componist Andrea Mancinati: samen vervaardigen we een klankendoolhof. Het publiek zal door dit muzikale landschap kunnen stappen en zo actief de klanken mee veranderen. Je kunt het vergelijken met door een bos lopen, de omgeving verandert door je voetafdruk. Het landschap past zich aan jou aan en omgekeerd.”

De klassieke muziek zit met een groot probleem: het publiek veroudert en sterft uit

“Voor mijn concert bij de plantdag van het Concertgebouwbos maak ik gebruik van ‘woodblocks’: stukjes hout van een omgevallen eik uit die site. Ik heb een nieuw arrangement geschreven voor de compositie Music for pieces of wood van Steve Reich. Samen met Anita Cappuccinelli en Lukas Messler, twee van mijn Gentse studenten, speel ik dit korte stuk op zondag 12 november om 9.30 en 13.30 uur in de Bosweg. Zo wordt het plantfeest een soort overgangsritueel.”

Winterzonnewende

“Ook mijn kerstconcert met zangeres Meskerem Mees en het ensemble Zefiro Torna , mijn derde creatie dit seizoen, op dinsdag 19 december, kan je een ritueel noemen. We hebben in de hele muziekgeschiedenis gegrasduind, op zoek naar liederen rond de winterzonnewende. Het wordt een popconcert met twintig korte nummers, waarbij ik een Hongaars hakkebord bespeel.”

“Ja, ik waag mij aan pop. De klassieke muziek zit met een groot probleem: het publiek veroudert en sterft uit. Bijgevolg moet je met zulke projecten een nieuw publiek aanboren. Zo kun je jongeren laten kennismaken met het klassieke genre. Musici moeten uit hun ivoren toren treden. Het verheugt mij dat ook het Concertgebouw dit inziet en toepast”, besluit Tom De Cock.

Wie is Tom De Cock?

Geboren in Roeselare in 1982, opgegroeid in Diksmuide. Verhuisde dertien jaar geleden naar Oostkamp, woont nu al zeven jaar in Sint-Michiels.

Studies en loopbaan: Humaniora in Diksmuide, master aan het Koninklijk Conservatorium in Brussel. Vijftien jaar lid van het Brussels Philharmonic, nu van Ictus Ensemble. Programmeert klassiek voor het Wilde Westen, doceert aan de conservatoria van Gent en Brussel.

Hobby’s: Tikt graag op voorwerpen in winkels om te horen hoe ze klinken.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier